Reuzen in de stad
Geen jeugdboek sprak meer tot mijn verbeelding dan de GVR van Roald Dahl. ‘s Nachts trokken er enorme wezens over de wereld. De meeste van hen met bloeddorstige bedoelingen. Maar er was er een die je niet gretig kwam verorberen maar juist moois kwam brengen en lelijks kwam halen. De grote vriendelijke reus bracht de meeste fantasierijke dromen en ving afschuwelijke nachtmerries. Het verhaal van de reuzen is geweldig maar echte reuzen bestaan niet. Hoewel, laatst kwam ik er op klaarlichte dag twee tegen.
Wie beter kijkt ziet meer
Bij ons Staatsbosbeheer-kantoor in het Haagse Bos staat een vlinderstruik. Niet een soort die in de Nederlandse natuur thuis hoort. Ze hebben namelijk nogal de neiging om te woekeren en inheemse soorten te verdringen. Maar in de kantoortuin is het een zeer gewaardeerde struik door vlinders, bijen en zweefvliegen. Dagelijks loop ik er even met mijn camera langs om te genieten van de verschillende insecten die er nectar komen slurpen. Zeker nu de zomer vooral regenbuien en waterige zonnetjes laat zien, is het hard werken voor insecten om voldoende energie te krijgen om in leven te blijven en zich voort te planten. Gevolg is dat de dieren wat minder alert zijn en dus ook wat minder snel opvliegen. Een buitenkansje dus voor de oplettende voorbijganger om ze eens rustig te bekijken. Wie geluk heeft, zoals ik,, komt oog in oog te staan met enkele van de vijf reuzen die Nederland kent. De reuzen van Nederland heten geen vleeslapeter en bloedbottelaar, zoals in de GVR, maar hebben eveneens tot de verbeeldingsprekende namen: de stadsreus, de witte en gele reus, de wespreus en de hommelreus.
Reuzen in de stad
Deze keer trof ik op korte afstand van elkaar de stadsreus en de witte reus aan. Beide soorten zijn zweefvliegen. Dieren die hun afweer niet zoeken in venijnige angels, maar in het doen alsof. Wie niet goed kijkt zou denken dat er hoornaars (de grootste in Nederland voorkomende wesp) op de bloemen zijn geland. Maar wespen hebben vier vleugels en zweefvliegen twee. Niet alleen mensen kijken slecht en vullen snel in wat ze zien met wat ze verwachten of vrezen. Ook roofdieren hebben die neiging. Zeker omdat zij het zich niet kunnen veroorloven om gewond te raken en daarmee hun vermogen om te jagen te verliezen. Ze zouden verhongeren. Je voordoen als een vervaarlijk insect is dus een slimme truc om ongestoord een slok nectar uit een bloem te halen.
Stadsreus
De stadsreus lijkt niet alleen op een wesp. Hij leeft als larf zelfs in een wespennest. Niet echt een handige keuze zou je denken. Het is ook niet helemaal duidelijk hoe het volwassen dier het voor elkaar krijgt om het eitje in het wespennest te krijgen. Zou ‘lijken op’ volstaan of spelen er ook signaalmoleculen (feromonen) een rol. De wereld van insecten bestaat immers voor een groot deel uit het waarnemen van elkaars feromonen. De stadsreus-larf groeit veilig op omdat onderin het nest van Duitse wespen, gewone wespen en zelfs hoornaars heel wat voedsel te halen is. Ze leven van afval en zelfs van dode wespenlarven.
Dat we de stadreus vooral in de stad steeds meer zien, is geen toeval. Ze houden van warmte. Klimaatverandering heeft er sinds 1980 voor gezorgd dat hun aantallen in Nederland toenemen en vooral op dé plek waar het in Nederland het warmst wordt: de stad.
Witte reus
De witte reus doet me qua naam vooral aan een wasmiddel denken waar mijn moeder in mijn herinnering zelfs kartonnen tonnen van in huis had. Maar goed dat was in de tijd dat zelfs de sloten bijna schuimde van de fosfaten. Deze zweefvlieg heeft zijn naam te danken aan de prachtige ivoorwitte band op zijn achterlijf. Een fantastisch mooie kleur, maar veel minder wit dan mijn moeder met haar tonnen wasmiddel voor ogen had met de tennissokken van mijn vader. Witte reuzenmannen zijn op hun plekje gesteld en al in juni en juli zweven ze op zonnige plekken tussen de bomen en tolereren geen enkele man binnen vijf meter. Gedrag wat mooi zou zijn voor een foto, maar waarvan het mij nog niet is gelukt om het vast te leggen.
Het werk van grote vriendelijke reuzen
Wat dat gedrag betreft doen ze dan weer een beetje denken aan de reuzen van Roald Dahl die ieder naar een eigen plek op de aardbol gingen om elkaar niet in de weg te zitten. Maar in zijn algemeenheid ervaar ik meer het bezoek van de GVR. Zeker ook omdat deze reuzen niet zoals andere zweefvliegen vooral bladluis eten, maar vegetariër zijn.
Al speurend naar deze prachtige insecten, verdwijnen irritaties en geniet ik van een mooi en inspirerend bezoekje aan de tuin van ons kantoor. Inspirerend, want morgen ga ik weer met kijker en camera de Nederlandse natuur in want ik weet: hoe soortenrijker onze natuur, hoe beter de grote vriendelijke reuzen en hun soortgenoten hun werk doen.
Dit blog verscheen eerder op natuurfotografie.nl
geef een reactie
Frieda Bijloos Zwanikken
Even de duim opsteken!
lies
hallo stadsreus, prachtig verhaal dankjewel