Ontluikend respect
De lente in het Haagse Bos is een bijzondere tijd. Ieder jaar weer verbaas ik me over de bloemenzee die, golf na golf, langzaam de bodem van het bos bedekt. Dit jaar kregen de stinzenplanten extra aandacht. Samen met leerlingen van het nabijgelegen Zandvlietcollege onderzochten we wat zich daar op de bosbodem afspeelt. In de eerste lessen hebben we met hen gesproken over bosbeheer en de bijzondere zorg die we hebben voor de bosbodem. Een zorg die resulteerde in de inzet van een tele-kraan die vanaf het pad grote bomen in delen kan vellen zonder de bosbodem noemenswaardig aan te tasten.* Het verwijderen van zorgvuldig geselecteerde bomen zorgt voor een toename aan jonge opgroeiende bomen die profiteren van het extra zonlicht. Ook de stinzenplanten op de bodem krijgen de kans om zich uit te breiden.
Wenden naar zon
Bosanemonen zijn specialisten in het benutten van de lentezon. Ze bloeien vroeg in het voorjaar, nog voor dat er blad aan de bomen zit, en de bloemen draaien met de zon mee. Een eigenschap die hen de volksnaam ‘achteromkiekertje’ heeft bezorgd. Een nadeel van vroeg bloeien is dat iedere planteneter zo vlak na de winterschaarste zijn oog op het frisse groen laat vallen. Bosanemonen worden echter zelden gegeten. Reden is het giftige en irriterende sap dat in de plant zit. Sap dat zo venijnig is dat het zelfs bij mensen huidirritaties kan veroorzaken.
Gevangen
Wie bij het vroege voorjaar denkt aan bijen en hommels die de zoete geur van sneeuwklokje, speenkruid en boshyacint opzoeken, heeft natuurlijk gelijk. Deze stinzenplanten vormen een belangrijke vroege nectarbron voor insecten. Er zijn echter ook insectensoorten die meer lugubere sappen en geuren begeren. Aronskelken maken daar op grimmige wijze gebruik van.
Een naar aas geurende zwaardvormige kegel in de bloem is onweerstaanbaar voor kleine aasvliegen. Die belanden na een botsing met deze spatha (vernoemd naar een Romeins ruiterzwaard) in de kelk van de bloem. Daar voorkomen haartjes dat de vliegjes weer ontsnappen. Terwijl de vliegjes gevangen zitten, komen de vrouwelijke bloempjes tot bloei en zijn ze ontvankelijk voor het stuifmeel dat de vliegjes met zich meedragen. Na een dag verwelken de haartjes en ontsnappen de vliegjes. Maar niet nadat ze langs de mannelijke stuifmeeldraden zijn gekomen en nieuw stuifmeel met zich meenemen. Klaar om een volgende keer opnieuw slachtoffer te worden van verleidelijke aasgeurtjes. De opvallend donkere spatha met een enkel vliegje maakt in een beeld deze bijzondere voortplantingswijze zichtbaar.
Vingerhelmbloem
Als kleine vogeltjes zitten de bloempjes van de vingerhelmbloem bovenaan de steeltjes. De opmerkelijke vorm van de bloem is niet alleen voor de show. Zodra een bij of hommel op de bloem landt vouwt een tasje aan de onderzijde zich open en drukt het stuifmeel of de stempel tegen het insect aan. Door stuifmeel uit te wisselen van plant naar plant variëren de verschillende exemplaren genetisch net iets van elkaar. Dit maakt ze robuust tegen veranderingen in leefomstandigheden. De vingerhelmbloem kan zich ook op een andere manier vermeerderen. Dat gebeurt op kortere afstand. Ieder jaar verdubbelt het bolletje zich waaruit de plant groeit voor het afsterft. Het jaar daarop staan er twee identieke plantjes op de plek waar er het jaar daarvoor maar een stond.
De prachtige trosjes met vogeltjes zijn mooie uitdagingen voor een fotograaf. Je moet wel bereid zijn om plat op je buik te gaan liggen. Of handig gebruik maken van een kantelbaar lcd-schermpje op je camera.
Respect
In de gesprekken met de leerlingen van het Zandvliet, waarbij zij hun pas verworven kennis met hun klasgenoten en met ons delen, word ik geraakt door hoe bijzonder deze planten en hun geschiedenis zijn. Hun overlevingsstrategieën en voorplantingswijzen zijn in millennia zo verfijnd dat je je de wijze waarop zich dit stap voor stap heeft ontwikkeld nauwelijks kan voorstellen. Daar komen de aanpassingen aan de nieuwe wereld nog bij, een wereld waar zij in terechtkwamen nadat tuinmannen ze eeuwen geleden naar onze contreien haalden. Aanpassingen die ertoe leidden dat ze nu een bloemenzee vormen in oude bossen in de nabijheid van landgoederen.
De afgelopen dagen ben ik voor hen op de knieën gegaan en zelfs op mijn buik gaan liggen om ze te bewonderen en vast te leggen op de foto. En elke keer moet ik constateren dat deze nederige houdingen niet minder dan passend zijn voor dergelijke wonderen in onze Nederlandse bossen. Alsof ik hen hiermee het respect betoon dat deze planten verdienen.
Kraamkamer van de natuur
Respect waarvan ik hoop dat dat aanwezig is bij ieder bezoeker die passeert en iedere fotograaf op zoek naar een mooi beeld in het bos. Respect dat resulteert in het zich houden aan enkele eenvoudige regels die gelden voor iedere bezoeker. Hond aan de lijn, afval mee naar huis en blijf op het pad.
Deze simpele regels zorgen ervoor dat vlak naast het pad de wonderschone natuur van onze bossen in stand blijft en zich ieder jaar weer toont aan de fotografen die haar vastleggen. Soms zelfs met die ene vlinder die in zijn leefwijze weer verbonden is met deze planten. Want in de lente betreden we de kraamkamer van Moeder Natuur. Natuur waaraan we onlosmakelijk verbonden zijn en die alleen in stand blijft als we respectvol ermee omgaan.
*Lees ook Het perspectief van de boswachter
Dit blog verscheen eerder op natuurfotografie.nl
geef een reactie
G. Kras van Oijen
wat fijn om de natuur in de klas te brengen. Hoewel ik word er ook blij van.!!