Wat iedere natuurfotograaf negeert
Het is weer zover. Ik lig op mijn buik en loer door mijn zoeker. Voor de lens scharrelt een grijze strandloper. Ik lig deze keer niet op Hollands veen, klei of zand maar op al miljoenen jaren geleden gestorven Caribisch koraal. Het is duidelijk de boswachter is op vakantie. Even niet aan het werk in Nationaal Park Hollandse Duinen maar vrijuit genieten aan de andere kant van de oceaan.
De grijze strandloper is hier een algemene vogel en eigenlijk niet de vogel die ik wil fotograferen. Het gaat me om de kleine geelpootruiter. Die heb ik ooit met een hele groep dolenthousiaste vogelaars getwitcht in Nederland waar het een zeldzame dwaalgast is. Maar nu ben ik in zijn eigen leefgebied en is hij toch echt op zijn mooist. Alleen loopt hij me nog te ver weg.
Bekende natuurfotografenergernis
Plots hoor ik het knerpende geluid van naderende voetstappen en vrouwenstemmen.
‘Ja, daar staan ze. Even een fotootje schieten, hoor. Moet je kijken hoe waanzinnig roze ze zijn. Wat is trouwens die grote vogel daar? Dat lijkt wel een pelikaan. Die zijn toch wit? Nou ja, het plaatje is geschoten. Kom we gaan weer naar het strand. Ik begin trek te krijgen.’
Ik kijk weer door mijn zoeker. En wat ik vreesde, is bewaarheid. De grijze strandloper en kleine geelpootruiter zijn gevlogen en scharrelen een meter of twintig verder rond. Ik moet erom glimlachen terwijl ik over mijn camera heen naar de Caribische flamingo’s en de bruine pelikanen kijk. Ze bevinden zich een meter of vijftig verder in het brakke water van de lagune.
Een knagend geweten
Met flinke vliegschaamte ben ik naar Bonaire gevlogen. Fijnstof, stikstof,CO2, de hele rataplan gaat de lucht in voor deze vliegvakantie. Ik sus mijn geweten ermee dat ik fiets naar mijn werk en nauwelijks vlees eet. We gaan op bezoek bij mijn oudste dochter die er stage loopt. Het sussen helpt maar een beetje; ik weet heel goed welke schade de biodiversiteit en het klimaat hiermee oplopen.
Visie op bescherming van onze planeet
Bonaire is een bijzonder eiland. Een flink deel van het landoppervlak valt onder Washington Slagbaai Nationaal Park (6000ha) en dat niet alleen. Alle wateren tot een diepte van 75 meter rondom het eiland zijn ook onderdeel van Bonaire Maritiem Nationaal Park (2700 ha). Om deze gebieden te bezoeken kun je bij de beheerder een Park Tag kopen. Daarmee ondersteun je het werk van de STINAPA en heb je een jaar lang vrij toegang tot de nationale parken. Bij het bezoek aan de website viel mij een zin op: ‘Nature is recognized and treasured as the main resource of Bonaire’s existence and sustainable development.’
De zin bleef bij mij hangen en bij terugkomst realiseerde ik me steeds meer dat dit niet alleen een waarheid is die geldt voor Bonaire maar voor heel onze leefomgeving.
Wat iedere natuurfotograaf mist
Toen ik, weer thuis, mijn foto’s van het bezoek aan de nationale parken selecteerde en bewerkte, viel me ineens iets op. Op geen van de foto’s was een mens te bekennen. Alle sporen van menselijke activiteit had ik in mijn foto’s volledig genegeerd. En toen viel een kwartje. Als natuurfotograaf en ook natuurliefhebber hebben en creëren we het ‘ideale’ beeld van natuur, een beeld waarin de mens afwezig is.
En dat terwijl we een onlosmakelijk onderdeel zijn met die natuur. Maar we hebben en versterken met onze fotografie een beeld waarin we dat negeren, zelfs dat we door onze veelheid aan activiteiten een enorme invloed hebben op de natuur.
Werken aan mens-inclusief denken
Al keuvelend negeren we een man met een camera die op zijn buik ligt, een onooglijk grijs vogeltje dat langs de oever loopt en een prachtige steltloper die er naar voedsel zoekt, om een foto te maken van een suikerzoete verschijning die al bij de landing op Flamingo Airport Bonaire is aangekondigd.
En niet alleen de keuvelende dames ontging de invloed die ze hadden op de omgeving waarvan zij ook onderdeel uitmaakte. Ook de natuurfotograaf heeft het gemist. Ik ben hier niet alleen heen gevlogen met alle gevolgen van dien. Zorgvuldig heb ik ook het hekje en het waarschuwingsbord dat er voor moet zorgen dat mensen afstand houden van de kwetsbare oever buiten beeld gehouden. Maar ook de dames die hun vakantiekiekje maakten zijn onvindbaar in mijn fotoselectie. En dat terwijl ik als Haagse boswachter in Nationaal Park Hollandse Duinen dagelijks bezig ben om juist de verbinding tussen mensen en die essentiële natuur te maken en te verduidelijken.
Er is nog genoeg werk te verzetten voor een wereld waarin we mens-inclusief denken over de wondermooie samenleving die deze wereld is. Zouden we als natuurfotografen daar iets aan kunnen bijdragen? Bijvoorbeeld door vaker prachtige beelden te maken waarin mensen en hun invloed wel onderdeel van uitmaken?
Deze column verscheen eerder op www.natuurfotografie.nl
geef een reactie
Egon Kraak
Mark, wat een uitstekend opstel – ik zou het zelf geschreven kunnen hebben 😉
Hier beland vanuit natuurfotografie.nl, waar ik meestal de moppersmurf speel maar dat moet je ook maar met een knipoog zien.
Hanny Reneman
Je hebt gelijk! Op mijn foto’s ook, òf natuur, òf mensen…