Vossen in de stad – verslag van een bijzondere workshop
Tijdens een online workshop van diergeneeskundige studievereniging Hygieia en de Utrechtse Biologen Vereniging is gekeken naar de relatie tussen het leefgebied van vossen en dat van de mens. Dit leverde in korte tijd veel informatie op en een interessante conclusie van de studenten.
De workshop begon met een lezing van de boswachter over de ontwikkeling en opkomst van de vos als (stads)dier. Wist jij bijvoorbeeld al dat het vooral de mannetjes vossen zijn waar we last van kunnen hebben? Dit komt omdat de vrouwtjes een groot deel van het jaar verstopt zitten met hun jongen.
Hieronder kunt u het verslag en de conclusie lezen van de studenten.
Werkwijze workshop
De workshop begon met een lezing van boswachter Mark Kras van Staatsbosbeheer die werkzaam is in het Haagse Bos. In de lezing werd aan de hand van anekdotes de verschillende manieren van omgang van mensen met vossen en andersom geïllustreerd. Achtereenvolgens kwamen vossenvoerders in de duinen, een school met een vossenburcht op het erf, een kippenhouder die dode kippen in zijn hok vindt en afschot van vossen ter bescherming van weidevogels aan bod. De groep werd na de lezing opgesplitst in vieren waarbij de studenten van diergeneeskundige studievereniging Hygieia en de Utrechtse Biologen Vereniging gemixt werden. Ze kregen allen de opdracht mee hoe een advies te formuleren over hoe om te gaan met vossen in de stad. Dit op basis van informatie uit de inleiding, kennis uit opleiding en bronnen op internet.
Leefwijze vossen in de stad
In Nederland wordt de vos steeds meer gezien in steden. Vossen leven van nature in familiegroepen maar jagen alleen. De mannetjes jagen het hele jaar door, de vrouwtjes bevinden zich van september tot ongeveer maart ondergronds, als ze zwanger zijn of met jongen leven. De dieren jagen op kleine dieren, maar eten ook fruit en zijn daarmee omnivoren, net als de mens.
Ze verlaten hun natuurlijke leefgebied in hun zoektocht naar voedsel en vinden in onze steden succes: etensresten op straat, niet goed afgesloten prullenbakken en/of dierenverblijven (zoals kippen- en konijnenhokken) maken het zoeken naar voedsel voor de vos een eitje. Dat vossen op zoek moeten gaan naar voedsel buiten hun natuurlijk leefgebied komt omdat hun territorium wordt ingebouwd door de mens: we zetten onze huizen en andere gebouwen neer waar de vos zich al gevestigd heeft. Daarnaast zijn er geen natuurlijke vijanden van de vos. Het eindresultaat: veel vossen in een steeds kleiner wordend gebied.
Daar komt nog bij dat jongen van de vos veelal op zoek zullen gaan naar een eigen, nieuw territorium hoewel vrouwtjes, als er genoeg eten is, ook nog wel in hun eigen territorium blijven. Het gevolg hiervan is dat vossen in de buurt van steden, waar genoeg voedsel is, zich makkelijk kunnen voortplanten en de populatie vossen daar door het aanwezigheid van voldoende voedsel steeds groter kan worden.
Zijn vossen in de stad een probleem?
Maar is dat dan een probleem? Zoals het nu gaat niet. Domesticatie van vossen in steden is al gaande. We zien een bepaald type karakter en genen bij de vossen die in onze steden zitten. Deze vossen zijn vooral ‘s nachts in de steden actief en overdag houden ze zich schuil in de duinen, bossen of veengebieden waar ze normaal leven. Ze helpen ons bij het gezond en klein houden van de populatie plaagdieren (denk aan muizen, ratten en vogels) en zijn daarmee een aanwinst voor de volksgezondheid. Ook zijn ze op dit moment nog schuw en verwilderd: zelden zal je een vos kunnen lokken om uit je hand te eten.
Risico’s van vossen in de stad
We moeten er echter voor waken dat de vos geen huisdier wordt, zoals in Engeland soms al het geval is. Vossen zijn daar heel normaal en de mens heeft de neiging om op dat moment de vos niet meer te zien als wild dier. Wij staan aan het begin. In Engeland zijn ze een stuk verder. De vos is daar een grote bron van overlast: dat willen wij hier in Nederland voorkomen! Ze verliezen hun schuwheid en dat brengt risico’s met zich mee:
- Vossen zijn drager van verschillende ziekten (zoals de vossenworm), waar zowel mens als huisdier erg ziek van kunnen worden. Omdat de vossen op dit moment niet direct in contact komen met ons of met onze huisdieren is het risico op deze ziekte bijzonder klein. Gaan we de vos echter behandelen als huisdier en dicht bij ons houden, dan wordt dat risico steeds groter.
- Vossen zijn nu vooral ‘s nachts actief, als er weinig verkeer is. Vossen die zich op hun gemak voelen in de bebouwde kom zullen daar uiteindelijk ook overdag te vinden zijn als er wél veel verkeer is. Dat brengt ongelukken en gevaarlijke situaties met zich mee (denk aan een auto die uit wijkt voor een vos en daarbij een fietser schept).
- De vos is een jager. Kippen, cavia’s, konijnen, vogels, etc. zijn huisdieren voor ons, maar een gewilde prooi voor de vos. Op dit moment is de emotionele schade die door vossen wordt aangericht te overzien. Gaan vossen zich uiteindelijk vaker laten zien dan wordt het buiten houden van de prooidieren die wij als huisdier hebben een groot risico: iets dat we niet moeten willen voor het welzijn van deze dieren.
- Vossen, vooral vrouwtjes, kunnen heel vocaal worden tijdens de dracht. Dit kan zorgen voor geluidsoverlast in de gebieden vlakbij de duinen of in de stad, als de vrouwtjesvos zich daar ooit vestigt.
- Vossen vallen van zichzelf op dit moment geen mensen aan. Dat kan wel komen als de vos zijn voedselbron wil beschermen of zich in het nauw gedreven voelt: vossen aaien moeten wij dus niet normaal gaan vinden, dat is het niet.
Vossen en voedsel
Ook voor de vos is de voedselbron in de stad geen ideale oplossing. Vossen hebben een uitgebalanceerd dieet dat bestaat uit vlees en fruit. Wat ze in onze prullenbakken en op straat vinden is verre van uitgebalanceerd (denk aan patat, brood, pasta, vet, etc). De vossen kiezen bij het eten van dit voedsel voor korte termijn voordelen: op de lange termijn is het eten ongezond en tast het organen aan. De gezondheid van de populatie vossen daalt hierdoor. Daarnaast zal bij een toenemend aantal incidenten met de vos mogelijk de keuze worden gemaakt de vos af te schieten. Wij lokken de vos dus naar ons toe met eten op straat en vossen gaan deel uitmaken van onze leefomgeving door het bouwen van wijken en bedrijventerreinen in hun territorium met als gevolg dat de vos moet sterven.
Samenleven met vossen in de stad
Dus wat moeten we wel doen? We moeten de vos wild houden. Dat doen we door aan alle mensen uit te leggen dat een vos geen huisdier is, maar een wild dier dat we mogen bewonderen en verder met rust moeten laten. Dat vinden mensen heel moeilijk, daarom is educatie van groot belang. Met (info)borden en mondelinge verspreiding van de boodschap hopen we dat het grootste deel van de mensen de vos met rust zal laten en daarmee dat de vos niet verder domesticeert. De vos uit onze steden weren is praktisch onmogelijk. We moeten het daarom voor de vos heel moeilijk maken om voedsel te vinden, zodat de populatie vossen niet ontspoort. Een aantal simpele voorbeelden om dat te bereiken zijn:
- Meer ondergrondse vuilnisbakken, bv in parken. Dit zorgt ervoor dat er minder los eten beschikbaar is voor de vos, die slim genoeg is om een normale prullenbak of vuilniszak in te klimmen of te openen
- Het beschermen van onze kippen, vogels, konijnen etc: een goed afgesloten hok (van boven en van onder) of schrikdraad langs de buitenkant van het gaas maken het voor de vos heel moeilijk om de dieren aan te vallen.
- Aanwezigheid van honden en andere (grote) huisdieren of landbouwhuisdieren schrikt de vos af. Een kinderboerderij tussen stad en duin zou mogelijk kunnen helpen met het weren van de vos, hoewel onderzoek hiernaar nog uitgevoerd zou moeten worden om het effect vast te stellen.
- Alpaca’s uit de Andes worden op dit moment al gebruikt om wilde dieren weg te jagen: alpacas verzetten zich tegen indringers als groep en daar houden de meeste jagers niet van.
- De vos niet voeren! Als we vossen voeren worden wilde dieren afhankelijk van ons in hun voedselvoorziening. We kennen dit van het dilemma t.a.v. bijvoeren dat zich afspeelt in de Oostvaardersplassen. Voeren zorgt daarnaast voor verhoogde agressiviteit naar mensen en daarmee voor een toename aan incidenten.
Voorgestelde maatregelen vragen een bijdrage van de bewoners. Het is daarom niet alleen belangrijk dat we ze vertellen dat ze iets wel of juist niet moeten doen maar vooral ook waarom. De grootste uitdaging zal zijn om te voorkomen dat de mens de vos als een troeteldier zal zien waar ze voor moeten zorgen. Herten laten we ook gewoon met rust, doe dat ook met wilde vossen.
Conclusie
Concluderend kunnen wij stellen dat vossen op dit moment geen groot gevaar of probleem in de steden zijn, maar dit wel kunnen worden als wij geen maatregelen treffen. De conclusie die we hopen overgebracht te hebben is dat we dit al zien in Engeland. Vossen en mensen kunnen samen in een leefgebied leven mits we de vossen wild houden en het ze niet te makkelijk maken. Gebeurt dat wel dan lopen we als mens en huisdier een groot risico op ziekten, zullen onze huisdieren vaker ten prooi vallen aan vossen en zullen we vaker en meer incidenten met vossen in de stad tegenkomen. Laat de vos alstublieft niet de nieuwe meeuw worden, bewonder liever de natuur van een afstand.
Het verslag en de conclusie van de workshop is geschreven door Lynn van der Ende en Bo Bouwmeester (studenten Diergeneeskunde)
geef een reactie
lies Oosterhuis
dank voor de vosinfo daar kan je iets mee!