www.boswachtersblog.nl/ Zuid-Holland

Naaldbomen in het Haagse bos

25 april 2020 Boswachter Mark Kras (Stad en Duin) in Zuid-Holland

Jonge aanplant in het Haagse Bos - foto Mark Kras

Op de plek waar nu het Haagse Bos ligt, groeide al voor de tijd van de Romeinen een bos. Een bos dat zich uitstrekte langs de hele binnenduinrand van Den Haag tot aan Alkmaar. Op de oude strandwallen waar de huidige bomen van het Haagse Bos nu staan heeft in de loop der eeuwen niet altijd een uitgestrekt en ondoordringbaar woud gestaan.

Mensen hebben er voortdurend gebruik en soms ook misbruik van gemaakt. Van de Hollandse bossen is in de loop der eeuwen en zeker de laatste eeuw veel areaal in gebruik genomen voor menselijke inrichting. Woningbouw, industrie, bedrijventerreinen en landbouw, stukje bij beetje verdween er bos. In de Tweede Wereldoorlog ging het hard. In het Haagse Bos werd door de bezetter en de lokale bewoners een groot deel gekapt. De bezetter vanuit militair oogpunt. De lokale bevolking uit bittere noodzaak op zoek naar brandhout. Daar kon geen Akte van Redemptie (het juridisch document waarmee Willem van Oranje in 1576 eeuwigdurende bescherming van het Haagse Bos vastlegde) tegenop. In de jaren na de oorlog heeft Staatsbosbeheer in hoog tempo die schade hersteld. Zo ligt er op deze plek nog steeds, na millennia, een zeer gewaardeerd bos. Een bos wat een stuk kleiner is en wat langzaam is omsloten door de stad Den Haag.

Herepad in Haagse Bos (1778) door Paulus Constatijn la Fargue (schilderij in bezit van het Rijksmuseum)
Herepad in Haagse Bos (1778) door Paulus Constantijn la Fargue (schilderij in bezit van het Rijksmuseum)

Bossen onder druk

Maar ook tegenwoordig zijn er bedreigingen voor het bos. In de afgelopen decennia werden we in Europa overvallen door grote sterfte van bomen en bossen. Recent was de oorzaak met name essentaksterfte. Een schimmel tast massaal de essen aan en een heel groot deel van de bomen van deze voor de inheemse natuur zeer waardevolle soort gaan hierdoor dood. Het zorgt voor gevaarlijke situaties met plots omvallende bomen en uitbrekende takken. In korte tijd moesten en moeten er in heel Nederland, en ook in het Haagse Bos, soms stevige maatregelen worden genomen om onze bossen veilig en toekomstbestendig te maken. De sleutel daartoe is meer biodiversiteit in de bossen brengen. Daarbij kunnen we de ogen niet sluiten voor een gevaar dat zich al tijden aandient: klimaatverandering.

Overhangende dode boom – foto Mark Kras

Bomen in de stad

In Nederland is Staatsbosbeheer druk doende om plaatsen waar essen zijn verwijderd nieuw bos in te planten met een menging van voor de plaatselijke grondsoort geschikte boomsoorten. Geschikt niet alleen voor de specifieke groeiplaats maar ook met de klimaatverandering in het achterhoofd. Zoals een goed bosbeheerder betaamt, denken we daarbij niet alleen op de korte termijn (tientallen jaren) maar op de langere termijn (100 jaar en meer).

Vooral in steden staat de natuur onder druk. In het buitengebied is het per definitie koeler dan in de betonnen omgeving van de grote stad. Het is niet voor niets dat we in de zomer in de natuur verkoeling zoeken. Natuur is onmisbaar om te ontstressen, en zoals we in deze coronaperiode zien niet alleen bij oplopende temperaturen maar ook bij oplopende stress vanwege het gedwongen binnen zitten.

Wilde lijsterbes - Mark Kras
Aanplant van wilde lijsterbes een boomsoort waar bijvoorbeeld besetende vogels van profiteren. – foto Mark Kras

Bomen zorgen voor verkoeling

Niet alleen mensen hebben last van perioden van grote hitte en de daarmee gepaard gaande droogte ook bepaalde bomen kunnen hier minder goed tegen. In Duitsland maar ook in Limburg, Gelderland en Drenthe maakt men zich grote zorgen over de sterfte onder fijnsparren. De door klimaatverandering ontstane droogte maakt de fijnsparbossen kwetsbaar voor de letterzetter. Die dan ook massaal de fijnsparbossen bij onze oosterburen doet sterven.

Nu hebben fijnsparren het misschien lastig maar in zijn algemeenheid zijn naaldbomen juist bomen die voor verkoeling kunnen zorgen.  Bijzonder en ook niet geheel onbelangrijk: naaldbomen kunnen ongezonde fijnstof van industrie en verkeer afvangen. Niet alleen wordt de lucht rond (naald)bomen dus koeler maar ook schoner. En dat is prettig voor de stedeling. Reden om in het park-stinzenbos, zoals we het Haagse Bos aanmerken, naaldbomen toe te voegen aan de 34 soorten bomen die er al waren.

Grote exoten

Gekozen is voor drie exoten, soorten die tot majestueuze hoogte kunnen reiken. De reuzenzilverspar (Abies grandis), de douglasspar (Pseudotsuga menziesi) en de hemlockspar (Tsuga heterophylla). Op korte termijn (bij bomen moet je dan wel in een tientallen jaren denken) zullen de bomen zo groot zijn dat hun kronen zich kunnen meten met de omringende beuken, eiken, en esdoorns. De onderste takken zullen dan verdwijnen zodat ook het vertrouwde doorzicht in het bos op de groeiplaatsen ontstaat. Met name bij de ingang nabij het Paleis Huis ten Bosch aan de Bezuidenhout zijde zal een bijzonder beschutte ingang van het Haagse Bos ontstaan.

Jonge aanplant van Douglas sparren in het Haagse Bos – foto Mark Kras

De keuze viel op deze drie uitheemse soorten, omdat Nederland, en ook Noordwest-Europa, van oorsprong maar weinig soorten naaldbomen kent. Met Europese lariks, taxus, grove den en de eerder genoemde fijnspar heb je het wel zo’n beetje gehad. Nu groeien er al taxussen in het Haagse Bos en voor grove den is er te weinig licht. Grove den is namelijk een uitgesproken pionier die veel licht nodig heeft om te kunnen groeien. De nu gekozen soorten kunnen vanuit de schaduw van beuk, eik en esdoorn het kronendak bereiken.

Nieuwkomers zorgen voor meer diversiteit

Met de komst van deze nieuwkomers zal het Haagse Bos winnen aan structuur en weerbaarheid. Door variatie in het bos krijgen ziekten en plagen minder snel de overhand. En met name in de winter bieden de naaldbomen dekking voor vogels. Ook zal er meer variatie komen in het licht dat op de bodem doordringt. Waardoor andere planten, mossen en schimmels hier een kans krijgen. Tot slot zijn er ook veel mensen die naaldbomen zeer waarderen. Al was het maar om tijdens een winters buitje even wat langer te schuilen alvorens een prachtige wandeling in het eeuwenoude Haagse Bos aan te vangen.

 

reageren

geef een reactie

  • Ruud Steggerda
    29 april 2020 om 09:06

    Mark, ik was en ben nog altijd flabbergasted over jullie keuze om in “ons” strandwallen/kustloofbos deze exoten aan te planten. Precies op de plek die jij benoemt, de ingang naast Huis ten Bosch, lag ooit een ‘Elzenplantagie’. De natste plek van het bos dus, opgehoogd met grond uit de vijvers in de 19e eeuw. Na de veel te rigoreuze kap van alle essen is het hier aanplanten van absoluut misplaatste exoten een klap in het gezicht van ‘ons’/het Haagse Bosch. Op deze groeiplaats dit na willen streven druist 100% in tegen alle inzichten die je dient toe te passen bij herstel van inheems bos. Heeft er iemand van jullie de bosbouwschool gedaan? Ooit gehoord van Potentieel Natuurlijke Vegetatie, de PNV? Het is een gotspé wat jullie het Haagse Bos hier hebben aangedaan. Gelukkig grijpt de natuur zelf al in door sterfte en zie ik daar nu herken der al lesjes en meidoorns opkomen? Slecht verhaal, nog slechtere motivatie. Weghalen die naaldboomtroep en gewoon loofhout inplanten. Zoals daar stond en weer behoort te staan!

    • Boswachter Mark Kras (Hollands Duin)
      29 april 2020 om 09:57

      Beste Ruud, dank voor je reactie. Altijd goed om een andere mening te horen. Het Haagse Bos kent vele ijkpunten in de geschiedenis waarop je kunt teruggrijpen. Mijn stuk was vooral bedoeld om te laten zien dat we terugkijken naar het verleden, het heden beoordelen en keuzes maken voor de toekomst. Natuurlijk hebben wij ook kennis van de PNV. Maar dit is niet de enige basis om keuzes in bosbeheer te maken. Ook de historie van het stinsen-parkbos speelt een rol. In het verleden zijn door bosbeheerders vele soorten ingebracht. We hebben een andere keuze gemaakt dan jij voorstaat. Dat is de rol van een beheerder.
      De verjonging van essen en meidoorns doet ook mij deugd. Het draagt bij aan de verschillen in leeftijd in het bos en aan de diversiteit. Tevens geeft het aan dat aanplant van deze soorten niet nodig is omdat de verjonging spontaan gebeurt. De toekomst zal uitwijzen of de naaldbomen aanslaan en een plek weten te vinden in het Haagse Bos. Wat helder is is dat de meningen erover verdeeld zijn.
      met vriendelijke groet
      Boswachter Mark

    • Gov
      2 november 2020 om 14:13

      Beste Ruud,

      Ik vind dit een uitstekend idee eigenlijk. Wat betreft fijnstof: klopt. Ander punt: wat is inheems? Op basis van wat? Van het verleden. Dat is precies wat zo vreemd is aan vaak progressieve mensen als het om natuur gaat: men is aartsconservatief! Historie is het enige dat telt. Als het gaat om thuis zijn in het klimaat passen deze boomsoorten hier prima. Thuis zijn in een kistgebied met een gematigd klimaat: daar passen deze bomen prima in. Passen in een toekomstig klimaat. Daar kunnen we heel wat meer vraagtekens bij stellen. Maar heel veel zogenaamd inheemse soorten, die “inheems” zijn omdat ze hier per ongeluk eerder kwamen en zich thuis voelden, zijn niet inheems bij een temperatuur die 3-4 graden hoger ligt. Als ik de droge laatste drie jaar bekijk in de bossen in Zeeland dan zie ik dat zelfs jonge Westerse Hemlock het overleeft in droog duingebied. Douglas: hetzelfde. Abies grandis heeft klein en groot geen enkel probleem. Maar het is goed dit te onderzoeken en te kiezen voor zuidelijke soorten is al uit studies in Nederland gebleken.
      De antropogene klimaatveranering kan je best te hulp komen. Maar er zullen er zeker overleven. Ik zag in een Zeeuws Kust bos een echte vochtminnaar, een Sitkaspar, in 7 jaar tijd (van 2013 tot nu) opgroeien van een struikje van 30 cm hoog naar nu 7 meter zonder enig probleem. Zelfde geldt voor Douglas (minder snel) en ook Reuzenzilverspar heeft als deze eenmaal is aangeslagen geen probleem met de afgelopen drie droge jaren. Reuzenzilverspar wordtelt ook vrij diep…Die zou het wel eens heel lang vol kunnen houden.
      In de Zeeuwse kustbossen vermeerdt de laatste soort zich op enkele plaatsen explosief, maar herten en konijnen maken er bonsais van. Omdat er her en der wat doorheen komen krijg je hier althans een leuk afwisselend bos.
      Ten slotte: de natuur past zich ook aan. Ik zou nog eens kennis nemen van de Prunus serotina. Deze zogenaamde “bospest” zou geen natuurwaarde hebben. Kijk nu eens even hoezeer dit in 2-3 decennia is veranderd en de soortenrijkdom groter en talrijker is dan op de prunus avium en hoe er nieuwe soorten lijken te ontstaan die overspringen van de lijsterbes…De natuur past zich aan. Geen paniek!

  • Huub van 't Hart
    25 april 2020 om 20:36
    • Ruud Steggerda
      30 april 2020 om 11:39

      Dag Mark, we agree to disagree, laten we het daarmee op volwassen en respectvolle wijze afronden. De natuur zelf is nu aan zet, het eeuwenoude ‘Wood Wide Web’ in de Haagse Bosgrond moet maar zelf besluiten wat er met deze vreemde gasten moet gebeuren. Je geeft net als ik al aan dat we de PNV al zien opkomen, monitoren dus waarheen-waarvoor, Pro Silva gedachte. Overigens, ik heb níéts tegen naaldbomen (noch tegen bosbouw of SBB), integendeel, de fraaiste bomen op aarde zijn onder andere oude machtige douglassparren. Maar we zullen zien hoe jullie keuze uitpakt in het Haagse Bos. Vriendelijke groeten, Ruud.

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog