Column: Weet waar je loopt
Deze column staat in Toeractief, een wandel- en fietsmagazine met routes en achtergrondverhalen www.toeractief.nl
Als boswachter zeg ik vaak: “Weet waar je loopt!” Tijdens mijn excursies wordt duidelijk wat ik daarmee bedoel. Want hoe verder we de natuur in trekken, hoe meer verhalen uit het verleden opdoemen. De natuur is op veel plekken een levend museum.
In het Haagse Bos is nog goed te zien waar de duizenden jaren oude strandwal ligt. Ook kun je inmiddels begroeide ‘oude duinen’ zien, waar ooit de zee grensde. Sommige grillige bulten in het bos zijn begraven bunkers uit de tweede wereldoorlog. Het Haagse Bos is in het vroege voorjaar beroemd om de voorjaarsbloeiers, zoals de wilde hyacint en de bosanemoon. Deze bloeiers verwijzen naar een -letterlijk- rijk verleden. De rijke adel reisde in vroeger tijden als eerste over de landsgrenzen en kwam daar prachtige voorjaarsbloeiers tegen. Men nam deze planten mee naar Nederland en plantte ze bij hun landhuizen. Niet voor niets groeien de voorjaarsbloeiers voornamelijk om en nabij de landgoederen, zoals het Haagse Bos. De officiële naam van de voorjaarsbloeiers, ‘stinsenplanten’, verwijst naar deze historie: stins betekent namelijk ‘stenen huis’ in het Fries.
Met het beschermen van natuur, beschermen we ook de cultuurhistorie van een gebied. Ook de Duivenvoordse Polder, net achter Den Haag, is zo’n cultuurhistorische parel. Deze polder is een oude strandvlakte die tussen de strandwallen is gelegen. Op de lage, drassige grond is veen gevormd. Dit veen was altijd te nat en dus te zwak om op te bouwen. Het is dus nog altijd een mooi, open landschap. Het oude verkavelingspatroon met de boerderijen op de aangrenzende strandwal én de percelen met hakhoutbossen, is sinds de middeleeuwen onveranderd gebleven. In het Groene Hart zijn nog oude kades te bewandelen, die ooit zijn opgeworpen als bedijking tussen de verschillende polders en als afvoerroute voor het gewonnen turf. De inkepingen in deze kades zijn oude ‘haventjes’ waar schepen aanmeerden om goederen over te laden op schepen in aangrenzende hoger- of lagergelegen polders. Ook eeuwenoude ‘pestbosjes’ zijn hier nog herkenbaar aan de rand van de graslanden. Dit zijn bosjes met eromheen een sloot, waar men in vroeger tijden het zieke, overleden vee begroef.
Veel mensen lopen of fietsen al jaren op plekken, waarvan ze niet weten wat het landschap hen vertelt over het verleden. Terwijl het juist zo leuk is om te begrijpen wat je ziet! Er gaat dan een nieuwe, of eigenlijk juist eeuwenoude, wereld voor je open. Een wereld vol historie en verhalen. De omgeving waar je bent blijkt een levend museum waar de tijd nagenoeg heeft stilgestaan. En als je dan eenmaal weet waar je loopt en je het rijke verleden ziet, dan sta je als vanzelf zélf ook even helemaal stil…
geef een reactie
lies
heel leuk verhaal dankjewel
Freek Kraak
Goed stukje! Inderdaad: “Weet waar je loopt”! Boeiend, maar vooral ook, omdat je dan hopelijk voorzichtiger omgaat met dergelijk fantastisch erfgoed.
Ben Kooij
Wat een prachtig stukje mix tussen natuur en geschiedenis!