Stabiel weidevogeljaar voor Staatsbosbeheer kerngebieden Groene Hart
In de weidevogelgebieden die Staatsbosbeheer in het Groene Hart beheert, blijft het aantal weidevogels dit jaar stabiel. De boswachters van het Groene Hart, Jeroen den Hartog en Jenny van Leeuwen, zijn maar wat trots op dit resultaat, want het weer viel erg tegen in het voorjaar én de landelijke trend is dat de weidevogelpopulatie juist afneemt. De boswachters laten zien dat met zorgvuldig beheer het tij voor de weidevogels in Nederland gekeerd kan worden, want het is nog steeds vijf voor twaalf voor de weidevogels.
Maatwerk
De Donkse Laagten, de Reeuwijkse Plassen en De Wilck zijn natuurgebieden in het Groene Hart die speciaal voor weidevogels zijn ingericht, de zogenaamde kerngebieden. In deze polders is het beheer zo afgestemd dat weidevogels voldoende jongen kunnen grootbrengen. In onze gebieden wordt pas na 15 juni gemaaid, vaak zelfs na 1 of 15 juli, en zorgt een hoog waterpeil voor betere weidevogelcondities. Zo ontstaat een speciaal kuikenland, bestaande uit een korte, open en kruidenrijke grasvegetatie dat duizenden insecten trekt, waar de jongen groot op worden.
Broedvogeltellingen
Een belangrijk onderdeel van het beheer zijn de alarmtellingen. Samen met vrijwilligers tellen de boswachters hoeveel weidevogels daadwerkelijk jongen hebben gekregen. Dit jaar zijn de aantallen weer licht gestegen of nagenoeg hetzelfde gebleven. Zo broeden in De Donkse Laagten de laatste jaren rond de 60 grutto’s en in De Wilck maar liefst 86 op slechts 120 hectare. Wel zijn er in De Wilck opvallend minder kieviten gaan broeden, 60 broedparen. Een oorzaak zou het grillige weer kunnen zijn. Koud en droog in maart, nat en grillig in april, met in de laatste week van april maxima die bij 10 graden bleven steken. De zware regen- en hagelbuien zorgden ervoor dat veel jonge kuikens het voorjaar niet overleefden. Het aantal broedpaartjes van tureluur en scholekster zijn nagenoeg gelijk gebleven. Opvallend is dat andere broedvogels ook profiteren van de optimale broedomstandigheden. Er zijn wederom nesten gesignaleerd van de kwetsbare soorten als de zomertaling en veldleeuwerik. Vooral de veldleeuwerik staat in Nederland op het randje van uitsterven. Gelukkig telden wij 22 broedparen van deze kwetsbare vogel in de Donkse Laagten.
Nieuwkomers: kluut en kemphaan
Staatsbosbeheer is bijzonder trots op enkele nieuwkomers in De Wilck. Voor het eerst is de kluut er gaan broeden. Twee paar kluten brachten er probleemloos hun jongen groot aan de rand van de plas in De Wilck. Een andere, heel bijzondere nieuwkomer is de kemphaan. Voor het eerst in tientallen jaren zijn er maar liefst 18 kemphanen aanwezig geweest in het broedseizoen, waaronder vijf baltsende kemphanen. Dit prachtige spektakel is een vrij zeldzaam fenomeen geworden in Nederland. Of ze daadwerkelijk tot broeden zijn gekomen is onbekend. De broedende vrouwtjes en hun jongen houden zich zorgvuldig schuil.
Zorgen
Sinds 1960 is meer dan 60 procent van alle weidevogels verdwenen en dreigen ze uit te sterven in Nederland. Door de intensieve melkveehouderij zijn bloemrijke weiden steeds zeldzamer. De lage waterstand op de hoogproductieve graspercelen en het daardoor steeds vroeger maaien in het voorjaar, zorgt al jaren voor een minimale kuikenoverleving. Staatsbosbeheer schenkt veel aandacht aan weidevogelbeheer. Boeren pachten het grasland van Staatsbosbeheer, maar mogen dit gebruiken onder de strikte regels van een late maaidatum en een maximum aantal koeien dat mag worden ingeschaard. Staatsbosbeheer hanteert in samenwerking met het Hoogheemraadschap een hoger waterpeil op dergelijke percelen. Als grasland op deze manier wordt beheerd, zie je dat de weidevogelaantallen wél stand kunnen houden.
geef een reactie