door boswachter Mark Kras

Ik zeg het niet snel. Maar het zijn echt nare beesten. Als boswachter weet ik dat ieder dier zijn eigen plek heeft in de natuur. Ik kijk dan ook vaak vol verwondering naar hoe een dier zich dat plekje verwerft. Zelfs voor muggen en wespen heb ik bewondering. Zo’n mug weet je toch maar mooi te vinden terwijl je in een nagenoeg gesloten kamer slaapt. En zo’n muggenvrouwtje neemt een kleine slok, waarmee ze haar jongen een goede kans op deze wereld geeft. Daar heb ik een dagje jeuk wel voor over. En wespen. Wat een prachtige ‘papieren’ nesten kunnen die maken. Ze steken, ja. Maar dat doen ze alleen maar uit pure zelfverdediging. Kun je ze dat kwalijk nemen?

Nee, dan teken. Dat zijn echt nare beesten. Een beetje heimelijk tussen planten rondhangen tot er een slachtoffer voorbij komt. Je vanuit de hinderlaag laten vallen en uren rondkruipen tot je een warme plek hebt gevonden om je vast te bijten. Lafhartig vind ik het. En dan beginnen te zuigen dat het een aard heeft. Een enkele millimeter groot beestje zuigt zich vol tot een bol van wel ruim een centimeter. Echt, het is buiten alle proportie. Okay. Ook hier is het voor het nageslacht, maar een tekenbeet is onheilspellend. Een muggenbeet jeukt altijd, een tekenbeet is een soort Russische Roulette. Een deel van de teken is besmet met een bacterie. En alleen onderzoek kan uitwijzen of je besmet bent met deze Borrelia bacterie. Soms ontstaat na een tekenbeet een rode kring en dan weet je zeker dat je besmet bent. Maar die kring blijft soms achterwege. Vervolgens kan het een hele tijd duren voor je ziek wordt van de bacterie. En dat is dan weer niet echt een eigenschap van Russische Roulette. Daar is de uitslag snel duidelijk. Een kogel kun je moeilijk stoppen. De ziekte van Lymne, want dat is de ziekte die de bacterie veroorzaakt, is wel te stoppen. Maar dan moet je alert zijn én blijven.

Teken zitten overal waar planten zijn. Wat hogere planten, zeg kniehoog, geven de teek wat meer kans, maar ze kunnen overal zitten. In de achtertuin, in het bos en in het duin. Je zou gek zijn als je ze probeert te vermijden. Steeds meer onderzoek geeft aan dat buiten zijn supergoed is voor je gezondheid. Onderzoek door Stanford Woods Institute for the Environment toont aan dat een wandeling van 90 minuten door de natuur aantoonbaar leidt tot minder kans op een depressie. Mensen in steden hebben veel meer kans op een depressie. Kortom naar buiten gaan is gezond. Maar die nare teken dan?

Dat is eenvoudig. Check jezelf na een wandeling. Vooral op warme plekken als oksels, knieholten en liezen. En als je een teek vindt, verwijder hem gelijk met een eenvoudige tekentang. Schrijf de datum en de plaats waar de teek zat in je agenda en hou jezelf en de plek in de gaten. Verschijnt er na enkele weken een rode plek of voel je wat minder goed (misselijk, hoofdpijn, gewrichtspijn, vermoeid), ga naar de huisarts en zeg dat je een tekenbeet hebt gehad. De arts zal je onderzoeken en met een antibioticakuur is de kans groot dat er niets ernstigs van komt. En dan snel weer naar buiten want buiten is gezond.