Zon
door boswachter Yvonne van der Meer
De zon maakt het duin tot woestijn. Het vele zand waar het duin uit bestaat spreekt al tot die verbeelding. De hoogteverschillen tussen duintoppen en duinvalleien zorgen voor plekken waar de zon op staat en plekken waar schaduw is. In Nederland komt de zon op in het oosten, staat op z’n hoogst in het zuiden en gaat onder in het westen. De helling van een duin die op zon (op het zuiden) is gericht, de zuidhelling, is warm en droog. De helling van hetzelfde duin die op het noorden is gericht, ligt in de schaduw en is koeler en vochtiger. Zo ontstaan er grote temperatuurverschillen in een relatief klein gebied. De temperatuur van het zand op een zuidhelling kan op een warme zomerdag oplopen tot wel 60 of 70°C. Tegelijkertijd is het aan de overkant op de noordhelling en stuk koeler. En als er een natte duinvallei is gelegen tussen de noord- en zuidhelling in, dan kan het daar op een heldere zomernacht zomaar een paar graden vriezen! Zo ontstaat er een woestijnklimaat in het duin!
De grote temperatuurverschillen van het woestijnklimaat maken het leven in het duin ruig voor planten en dieren. Op de zuidhellingen kunnen alleen planten groeien zie zich goed hebben aangepast aan de felle zon. Sommige dieren maken juist gebruik van de hoge temperaturen op het zand, zoals de zandhagedis en vlinders. Deze dieren gaan er voor zitten. Zij warmen zich op in de zon op het zand. Zij hebben de warmte van hun omgeving nodig om actief te kunnen worden. Het woestijnklimaat geeft in de duinen een grote diversiteit aan planten en dieren op een relatief klein gebied!
[youtube=http://youtu.be/8ZPLjLl-4a0]
geef een reactie