Poep voedt schoonheid
Door boswachter Yvonne van der Meer
‘Poep is vies!’ is vaak een van de eerste dingen die wij leren. Ja, in veel gevallen ben ik het daar mee eens. Maar, wij leren ook andere ‘wetmatigheden’, zoals: ‘Elk nadeel heb s’n voordeel’. Vorige week vloog hiervan een prachtig voorbeeld voor de lens van mijn camera: de Gehakkelde aurelia (of Polygonia c-album).
Deze wonderschone dagvlinder dankt zijn naam aan zijn grillig gevormde vleugelranden en zijn goud-oranje kleur. (‘Aurelio’ = ‘goudkleurig’ in het Italiaans) Het ‘c-album’ uit de wetenschappelijke naam verwijst naar de witte ‘c’ (album = wit) die zichtbaar is op de vleugels van de vlinder wanneer deze gesloten zijn.
In het begin van de 20e eeuw was deze vlinder in Nederland vrij algemeen. Na tientallen jaren van schommelende aantallen is hij weer helemaal terug. Sinds de jaren ’90 is hij een algemene standvlinder in de Nederlandse duinen. Hij houdt van grillige overgangen van bosachtige begroeiing naar een meer open omgeving. Hier kiest hij een klein territorium van zo’n 12m² dat hij met verve verdedigt. Dat verdedigen begint meestal om 14:00 uur, als de omgeving goed is opgewarmd. De vlinder kiest daarbij voor vaste, zonnige uitkijkplaatsen tot zo’n 3m hoogte. Een indringer jaagt hij weg en achtervolgt hij in een spiraalvlucht. Soms voert hij patrouillevluchten uit. De vliegtijd van de Gehakkelde aurelia is van maart tot oktober. Hij voedt zich vooral met nectar. Maar, bij grote warmte is hij ook te vinden op uitwerpselen! Hier doet hij zich te goed aan vocht en mineralen.
In zijn leven doorloopt een vlinder vier levensstadia. Hij begint als bevrucht eitje waar hij vervolgens als rups uit kruipt. Na enige tijd verpopt hij zich en ondergaat hij de fascinerende gedaantewisseling tot ‘volwassen’ dier: de vlinder. De ‘volwassen’ Gehakkelde aurelia kan je in twee generaties treffen. Deze soort overwintert namelijk als vlinder. Hij zoekt zijn schuilplaats in een holle boom of tussen afgevallen blad. Hij vermomt zich als een dor boomblaadje. Een vlinder die heeft overwinterd is een 2e generatie vlinder. Deze is donkerder van kleur en heeft een grilliger getande vleugelrand dan een 1e generatie vlinder die, rond april, net uit de pop komt.
Het popstadium duurt 9 tot 17 dagen. De pop is bruin met op zijn rug meestal 6 zilverkleurige stippen, als op een dobbelsteen. Hij hangt aan zijn ‘staart’, laag op of in de buurt van de plant waar de rups gegeten heeft.
De rups van de Gehakkelde aurelia kan je ook de hele zomer treffen. Van mei tot oktober doen ze zich te goed aan het blad van bijvoorbeeld hop en aalbes. Je moet hem wel goed zoeken. Hij wordt niet veel langer dan 3cm en is de eerste tijd van zijn rupsenbestaan niet opvallend. Ze zijn dan zwart met een beetje wit en wat stekeltjes. Ze lijken net een vogelpoepje! Daarmee zijn ze wel goed gecamoufleerd voor hun belangrijkste predatoren: vogels. Die kijken wel uit; zij eten niet hun eigen poep! Na 15 tot 27 dagen verpopt de rups zich.
De waardplant waar de Gehakkelde aurelia het liefst haar eitjes afzet is de Grote brandnetel. De rups groeit het best als hij het blad eet netelige plant. Deze veelal als ‘onkruid’ betitelde plant groeit graag op plaatsen waar veel stikstof in de bodem zit. Je zult hem dan ook vinden op plekken waar de grond veel is omgewoeld of waar veel meststoffen zijn, bijvoorbeeld poep; van welke soort dan ook.
Zo voedt poep de schoonheid van de Gehakkelde aurelia!
geef een reactie
Theo Westra
Ook op ‘poep’ groeien de meest bijzondere paddenstoelen!!