Grote ratelaar dankt zijn naam aan het ratelende geluid dat de zaden maken in de droge kelk – mits je eraan schudt natuurlijk. Voor dat het zover is, bloeit de plant uitbundig met fraaie gele bloemetjes. Vaak groeit grote ratelaar in groepen bijeen en kleurt een heel veldje geel. Alle ratelaars zijn halfparasieten, die een deel van hun voeding uit graswortels of andere planten halen. Daarbij verschralen ze tevens de bodem. Natuurbeheerders zijn daar blij mee, want op een verrijkte bodem groeit vaak alleen maar gras. Omdat de ratelaar ter plaatse de gastheer verzwakt, verzwakt het zichzelf ook. Onderdehand zaait de ratelaar zich wel uit. Zo komt het dat door de jaren heen een groep ratelaars over een veld kan ‘wandelen’.

Bron: Naturalis/VOFF – Natuurwidget  Tekst: Guido Keijl (Naturalis)