Doorkijkje broedseizoen met ups en downs.
Een bijdrage van onze collega en vogelkenner Carl Zuhorn:
Op Vlieland begon het broedseizoen dit jaar vroeg.
Door het zachte weer in januari en februari zaten de aalscholvers al vroeg op de nesten in Kroon’s Polders.
Deze hebben ondertussen al grote jongen, die de komende dagen uitvliegen.
Aalscholvers (even dubbelklikken op de foto voor groter formaat)
Voor de lepelaars op Vlieland is het dit jaar een apart jaar.
De eerste vogels kwamen rond 20 februari al kijken in de kolonie achter Bomenland. De weken erna groeide de groep tot maximaal 30 beesten.
Maar op een gegeven moment waren de vogels met de noorderzon vertrokken.
“Wat was hier loos?”, een vraag die ons erg bezig hield.
Nadat we allerlei scenario’s op papier hadden gezet, en een ronde door het terrein hadden gemaakt kwamen we na het raadplegen van enkele deskundigen tot de conclusie dat onze wintergasten uit noordelijke streken hierin waarschijnlijk een rol hebben gespeeld; De sneeuwuilen.
Er was overlap in de aanwezigheid van 1-2 Sneeuwuilen, en de vestiging van de lepelaars in de hun zo vertrouwde kolonie. Lepelaars zijn in de vestigingsfase van hun kolonie erg verstoring gevoelig.
Tussen 19 februari en 18 maart verbleven de sneeuwuilen en de lepelaars echter in de zelfde omgeving. De toestroom van publiek wat op de sneeuwuilen af kwam, en de nachtelijke escapades van de sneeuwuilen zijn waarschijnlijk de oorzaak van het totaal leeg blijven van de voor Vlieland zo belangrijke lepelaar kolonie.
Lepelaars in Kroon’s Polders.
In de 4e Kroon’s Polder ontstond in die tijd echter een kolonie lepelaars die bijna 3x zo groot was als normaal. Uit ringaflezingen bleek dat hier heel veel vogels zaten die al jaren in de Oude Huizenvallei broeden.
Ondertussen is de rust wedergekeerd in de Oude Huizenvallei en vestigen zich ook hier weer lepelaars, om alsnog voor nageslacht te zorgen in de kolonie die al meer dan 30 jaar de hoofdvestiging is van Vlieland. Voor volgend jaar is het voor ons spannend wat de lepelaars gaan doen.
Er zijn nu 5 locaties op Vlieland met zo’n 160 paar lepelaars, en er druppelen nog steeds nieuwe paartjes binnen.
Voor “onze” blauwe kiekendief ziet het er slecht uit, het ons bekende paartje is niet teruggekeerd en landelijk ziet het er ook niet goed uit voor deze typische duinroofvogel.
Blauwe kiekendief (man)
Namens defensie houden we al een mooi aantal jaren in de weekenden een oogje in het zijl op de Vliehors. De laatste jaren hadden we al te maken met extreme zomerstormen in combinatie met springtij. Dit was voor de aanwezige sterntjes zoals dwergstern, visdief en noordse stern voor het leggen van eieren en grootbrengen van jongen al desastreus. Dit jaar is na de zware stormen in de winter van 2013-2014 de situatie op de west en zuidkant van de Vliehors ook nog eens drastisch veranderd. Waar we meestal begin mei enkele schelpenbanken met gebodsborden afzetten is het nu leeg op de westpunt, te laag en nat, zelfs bij normale tijen. Op de zuidkant van de Vliehors is nog een klein schelpenricheltje waar toch nog wat visdieven en noordse sterns het proberen. Lichtpuntje zijn de 3 paartjes strandplevier die er tot broeden zijn gekomen.
Foto’s: Peter de Boer (Sovon), Albert Henckel en Carl Zuhorn (Staatsbosbeheer), met dank!
geef een reactie
Vlieland island female spoonbill’s travels unveiled | Dear Kitty. Some blog
[…] to Vlieland. There, she went first to the Kroonspolders but on 30 April she decided to go to the Oude Huizenvallei. And there she is nesting […]
Loes
práchtig, dank je wel!!!
Spoonbill and plover news from Vlieland island | Dear Kitty. Some blog
[…] Carl Zuhorn reports about birds on Vlieland island in the […]