Onderzoek naar lepelaars
Jeltje Jouta van het NIOZ ( Koninklijk Nederlands Instituut voor Zeeonderzoek) op Texel is bezig met een onderzoek naar lepelaars. Hieronder een verslag van haar verblijf op Vlieland.
Lepelaars en hun voedsel
Gewapend met een eigengemaakt schepnet en een totebel gingen wij donderdag 26 en vrijdag 27 april voor veldwerk naar Vlieland. In de geul langs de Postweg verzamelden we bijvoorbeeld garnaaltjes, goby-visjes en platvisjes. En zoetwatertorretjes, bootsmannetjes en steurgarnaaltjes in brak- en zoetwatermeertjes van de Kroon’s polders. Bovengenoemde diertjes maken deel uit van het dieet van de lepelaar. We verzamelen momenteel niet alleen op Vlieland de diertjes van het lepelaardieet, maar op alle Nederlandse Waddeneilanden. Van al deze diertjes meten we de stabiele isotopen zodat we het voedselweb kunnen reconstrueren wat op haar beurt ons vertelt wat de staat van het Waddenzee ecosysteem is.
Stabiele isotopen
In mijn promotieonderzoek maken wij gebruik van stabiele koolstof en stikstof isotopen. Deze stabiele isotopen zitten in elk organisme, ook in u als mens. Stabiel koolstof vertelt ons de mate waarin het dieet van het dier van land of van zee is. Stabiel stikstof vertelt ons of hoe hoog een organisme in het voedselweb staat. We zien dus aan de stabiele stikstof isotoopwaarde dat een plant heel laag staat, een planteter iets hoger en een vleeseter nog hoger.
De stabiele isotoopwaarde van een organisme meten we door een kleine beetje bloed, spierweefsel of soms zelfs door enkel een haar of veer te analyseren.
Door de stabiel stikstof en koolstof isotoopwaarden van de gemeten organismen te onderzoeken, is het uiteindelijk mogelijk om een voedselweb te reconstrueren.
Afgelopen juni 2011 hebben we op Schiermonnikoog, Terschelling, Vlieland en Wieringen ook de stabiele isotopen van lepelaarjongen gemeten. Lepelaarjongen krijgen voedsel van hun ouders die het voedsel verzamelen op het Wad, op het eiland of zelfs op vaste wal.
We ontdekten dat de stabiele isotoopwaarden van lepelaarjongen verschilt over de West-Oost gradiënt. Zo gaf een lepelaarjongen van Vlieland bijvoorbeeld veel meer een zee-signaal als een lepelaarjong wat opgroeide op een willekeurig andere locatie.
Komen die verschillen in het stabiele isotopensignaal nu doordat de lepelaars op de verschillende eilanden een ander dieet hebben, of komt het doordat de diertjes uit het lepelaardieet een ander dieet hebben? Om deze laatste hypothese te testen onderzoeken we nu dus het stabiele isotopensignaal van de dieren uit het lepelaardieet.
Dit onderzoek doen we in het kader van mijn promotieonderzoeksbaan naar het Waddenzee voedselweb. Ik heb zes doelsoorten aangewezen waaronder de lepelaar. Van al deze doelsoorten onderzoek ik zowel de doelsoort zelf alsook het onderliggende voedselweb van deze doelsoort om uiteindelijk een beeld te krijgen van het huidige Waddenecosysteem.
Dit onderzoek is waardevol, omdat we achteruitgangen in het Waddengebied constateren, terwijl we niet goed begrijpen waardoor deze achteruitgang veroorzaakt wordt of hoe ze weer kunnen worden opgelost. Door het voedselweb over de gehele west naar oost gradiënt van het Nederlandse Waddengebied te onderzoeken, kunnen we dus een beeld krijgen hoe het Nederlandse Wad er voor staat.
[slideshow]
geef een reactie