www.boswachtersblog.nl/ Veluwe

Broedvogelmonitoring: wat fluit daar in het struikgewas?

29 mei 2019 Boswachter Jael Bergwerff in Veluwe
Roodborsttapuit met rups in bloeiende krentenboom. Foto Bert Ooms - Staatsbosbeheer.

Roodborsttapuit. Foto Bert Ooms - Staatsbosbeheer.

5.10 uur. Ik zit in de auto onderweg naar Terwolde waar we deze morgen het terrein ingaan in het kader van de broedvogelmonitoring. Het wordt al een beetje licht, de zon komt langzaam op. Het is heerlijk rustig op de weg. Vroeg op zijn heeft zo zijn voordelen!

Broedindicatief gedrag

Ik ontmoet mijn collega’s Florian en Christa op het bospad bij het gebied. Als we de auto uitstappen, horen we direct de vele vogels zingen.
Met de broedvogelmonitoring gaan we niet, zoals een vriendin van suggereerde, nesten zoeken en elke broedende vogel optillen om eieren te tellen! We kijken, maar luisteren vooral, naar broedindicatief gedrag. Florian legt uit dat we de baltsroep en alarmroepen van de vogels noteren in een speciale app.

Op pad met collega’s Florian en Christa.

Wat hoor ik daar?

Wandelend langs een houtwal kunnen we meteen al tjiftjaf, vink, zwartkop, tuinfluiter, pimpelmees, koolmees en roodborst noteren. Elke vogel die roept, wordt op de kaart aangegeven. Dat is zijn territorium. De een heeft een imponerende baltsroep die je van ver al kan onderscheiden terwijl de ander toch wat bescheidener klinkt.
De zwartkop klinkt een beetje als een merel maar goed hard en met hoge heldere uithalen. De tuinfluiter klinkt echter meer mompelend, ook een beetje als een merel maar dan sneller. Het is toch nog best lastig die twee uit elkaar te houden.

Zingende zwartkop. Foto Twan Teunissen - Staatsbosbeheer
Zingende zwartkop. Foto Twan Teunissen – Staatsbosbeheer

De koekoek telt niet mee

In de verte horen we een koekoek, maar die telt helaas niet mee omdat hij in een gebiedje verderop zit. Die gaat mee met de telling daar, wanneer daar geteld wordt.
De ervaren vogelteller weet welke soorten er verwacht worden in het landschap waar je zit. De heggemus horen we pas wanneer we bij een deel van een houtwal komen waar ook lagere bosschages zijn.
We komen veel algemene soorten tegen maar ook die zijn belangrijk, legt Florian uit. Als er voldoende kleine zangvogels zijn, is er ook genoeg te eten voor de sperwer die deze vogeltjes vangt.

Subsidie Natuur en Landschap (SNL)

We worstelen ons door een stukje bos en zien hoog in een boom een horst (nest) van een buizerd. Met de verrekijker proberen we te zien of er jongen in zitten. We spotten ze niet maar dat wil niet zeggen dat ze er niet zijn.
Verderop horen we het melancholische lieflijke roepen van een fitis. En uiteindelijk aan de rand van het bosje toch ook nog een SNL soort, de roodborsttapuit!
SNL soorten zijn soorten die indicatief zijn voor de ontwikkeling van een gebied. Wanneer je deze soorten aantreft, geeft het in feite aan dat het gebied zich ontwikkelt in de richting die beoogd is. Zo kunnen er behalve vogelsoorten ook planten, zoogdieren, vlinders, libellen en andere insecten indicatief zijn voor de ontwikkeling van een gebied.

Fitis. Foto Bert Ooms – Staatsbosbeheer

Meerdere rondes

Voor de broedvogelmonitoring worden er vijf rondes gelopen in hetzelfde gebied met steeds een tussenpoos van ongeveer twee weken. Elke ronde zijn er weer andere vogels bezig met hun baltsroep. Zo horen we deze ronde bijna geen baltsende roodborsten of zanglijsters, die zijn in de vorige ronde al geweest en zijn nu druk aan het broeden. Wel kan er nog een alarmroep te horen zijn.
Aan het einde van de ronde nemen we afscheid van elkaar en gaan ieder ons weegs. Het is bijna 9.00, de dag is nog maar net begonnen en ik heb al zoveel indrukken gehad! Het is een prachtige manier om de natuur te beleven.

reageren

geef een reactie

  • jaap rouwenhorst
    29 mei 2019 om 15:27

    Mooie uitleg van de broedvogelmonitoring zoals je collega’s boswachter ecologie die uitvoeren Jael. Goed dat je een keer de wekker hebt gezet en meeging! groet, Jaap

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog