Op zoek naar vijf wonderlijke wezentjes op de Veluwe. Uitdaging 4: de schorpioen van het Kootwijkerzand
Boswachter Laurens gaat in vijf blogs en korte vlogs op zoek naar de meest uitzonderlijke kleine diertjes op de Veluwe. Waar de Veluwe bekend om staat, is het grote wild dat je kunt tegenkomen als je geluk hebt. Maar wij willen dit keer juist op zoek naar heel kleine beestjes op de Veluwe, met de meest wonderlijke kenmerken. Laurens gaat op zoek en wanneer hij zo’n klein wonderlijk wezen uiteindelijk ergens ontdekt, neemt hij een vlog op met het diertje. De uitdaging van vandaag is 'de schorpioen van het Kootwijkerzand'.
Als je naar de waarnemingen op de website waarneming.nl kijkt zakt de moed je in de schoenen en verwacht je dat de kans behoorlijk klein is dat we ons doel bereiken. Laurens weet goed waar hij moet zoeken naar deze ‘schorpioen van het Kootwijkerzand’, maar keer op keer vindt hij hem niet. Deze ‘schorpioen’ (die eigenlijk een zandoorworm is) is zeldzaam, verstopt zich overal onder en valt met zijn bleke kleur niet op op het zand, dus het is met recht een uitdaging te noemen. Hoe lossen we dat op?
Een schorpioen op de Veluwe?
De voor oorwormen kenmerkende achterlijfaanhangsels blijken nog wel eens voor verwarring te zorgen. Hilarisch is de melding die de krant De Telegraaf jaren terug deed: er zouden schorpioenen zitten op de Veluwe. Gevaar! Op de begeleidende foto prijkte een prachtige zandoorworm in dreighouding. Bij verstoring buigen de mannetjes hun achterlijf namelijk over het lijf heen naar voren, net als schorpioenen. Het verschil is dat schorpioenen een gifstekel hebben op de plek waar bij oorwormen slechts twee onschadelijke cerci (achterlijfsaanhangsels) zitten. En daarbij: in Nederland komen geen schorpioenen voor. Gelukkig wel zandoorwormen. Zandoorwormen zijn vrij onbekend -en onbemind-, omdat natuurliefhebbers qua insecten vaak meer oog hebben voor vlinders en libellen. Minder opvallende beestjes krijgen een stuk minder aandacht. In deze blog lees je waarom dat zonde is…
Bluffende oorworm
De zandoorworm is de grootste oorworm die in Nederland voorkomt, hij wordt daarom ook wel ‘grote oorworm’ genoemd. Hun totale lengte is 13 tot 26 millimeter voor de vrouwtjes, en mannetjes zijn tot maximaal 35 millimeter groot. Ook hun kleur is onderscheidend: ze zijn heel bleek, beige tot geelbruin. Andere oorwormen zijn meestal donkerbruin tot zwart. De cerci ofwel achterlijfsaanhangsels zijn in vergelijking met andere soorten vrij recht en hebben geen stekel aan de basis. De zandoorworm is overigens niet giftig, net zoals andere soorten oorwormen. Die aanvalshouding is dus pure bluf!
Overleven op het open zand
Zoals zijn naam al verraadt leeft de zandoorworm graag in open zand. In Nederland is dat te vinden in kustduinen, stranden van rivieren en zandverstuivingen. Ze maken holletjes in het zand waar ze zich overdag in verschuilen en ook hun eitjes in leggen. Ze doen dit vaak onder takjes, stukjes schors of stenen in het kale zand. Pas ´s nachts worden ze actief en gaan ze voedsel zoeken. Op deze manier kunnen ze het hoofd bieden aan de extreme temperaturen die op het open zand heersen.
Oorwormen zijn alleseters, die leven van plantaardig of dierlijk materiaal, zowel dood als levend. Denk daarbij aan dode en levende insecten, luizen, schimmels, mossen en jonge blaadjes. Omdat oorwormen zowel van dood als levend materiaal leven en het ook niet uitmaakt of het van plantaardige of dierlijk oorsprong is, hebben ze een grote voorsprong op veel andere insecten die vaak maar van één soort voedsel kunnen leven. Als een bepaalde voedselbron op raakt, kan de oorworm makkelijk overschakelen op ander voedsel.
Nieuwe ontdekkingen
Je zult het misschien niet verwachten, maar zandoorwormen kunnen erg goed vliegen. Zijn vleugels zitten verstopt en ingenieus opgevouwen onder een stel rugschildjes. Als een soort deltavlieger klapt hij ze uit en laat zich vallen. Hij zeilt weg doordat hij lucht onder zijn vleugels vangt, en krijgt vliegvermogen door met zijn vleugels te slaan. Wanneer hij weer landt vouwt hij minutieus zijn enorme vleugels weer op met behulp van zijn cerci.
Doordat ze kunnen vliegen kunnen ze nieuwe geschikt geworden terreinen snel innemen. De afgelopen jaren zijn kenners verrast door nieuwe ontdekkingen van de zandoorworm op bijvoorbeeld IJburg in Amsterdam en op de opgespoten industrieterreinen van de Maasvlakte in Rotterdam. Zo’n stedelijke omgeving is niet direct waar je aan denkt bij zo’n zeldzaam diertje, maar het open zanderige oppervlak is een ideale leefomgeving voor hem. Zijn verdere leefgebied is, voor zover bekend, vooral de Veluwe en delen van de Noord- en Zuid-Hollandse kust rond Wassenaar en Velsen.
Laurens op zoek op het Kootwijkerzand
Het idee van onze serie blogs is dat Laurens iedere aflevering een vlog opneemt als hij het diertje vindt. Het opnemen van de vlog had deze keer nogal wat voeten in aarde. Meerdere keren is hij op pad geweest om deze te maken, en steeds liet de zandoorworm zich niet zien!
Gelukkig hebben we toch beelden voor je…. Onlangs is het programma Professors op pad van Omroep Max uitgezonden, en daar treft Laurens ‘de schorpioen van het Kootwijkerzand’ op, jawel, het Kootwijkerzand, de grootste zandverstuiving van West-Europa. Samen met Prof. mr. Pieter van Vollenhoven en prof. dr. Joop Schaminée bekijkt Laurens de zandoorworm. De gehele aflevering is natuurlijk de moeite waard, maar de zandoorworm vind je vanaf minuut 9.50 tot 12.10. Je kan de uitzending over de Veluwe hier terugkijken.
Zelf op zoek naar de zandoorworm?
Heel gemakkelijk is het niet, om een zandoorworm te vinden. Dat bewijst bovenstaande maar weer, en ook de verspreidingskaart op www.waarneming.nl geeft een somber beeld. Maar het is zeker mogelijk, laat je niet ontmoedigen! De zandoorworm is nogal onopvallend en ook niet meteen zichtbaar: je moet er echt gericht naar op zoek zijn en er eerst stukken hout of andere voorwerpen voor omkeren. Wanneer je op stuifzand of in de kustduinen bent kun je takjes, stukjes schors of steentjes omkeren in het kale zand. Het is de enige manier om te ontdekken of een zandoorworm zich daaronder in een holletje verschuilt.
Karakteristieke kleintjes
Dit dier, met al zijn bijzondere karakteristieken, vonden wij het meer dan waard om eens in de schijnwerpers te zetten. Dit is het vierde kleine beestje waar we je kennis mee wilden laten maken. Onze volgende blog wordt de laatste in deze serie, en welk dier we daarin bespreken houden we voorlopig nog even geheim……
Boswachter Laurens Jansen en Kirsten van Gortel-Roest
geef een reactie
jan
Maandag 12/8-24 bij strand het Gorsje begin Brouwersdam zat er eentje op mijn slipper. wist niet precies wat voor diertje het was, nu wel. leuke verhaal.
Alice
Ik heb er ook 1 gevonden in wekeromszand. Heb er zelfs een foto van gemaakt.
Boswachter Laurens Jansen
Dag Alice,
Tof! Het blijft een bijzonder beestje.
Groet Laurens
l.jansen@staatsbosbeheer.nl
Dag Alice,
Tof! Het blijft een bijzonder beestje.
Groet Laurens
Leo
Dank je voor je mooie artikel, we vonden ze gisteren op de zandverstuivingen bij Nunspeet. Heel bijzonder!
Sjoerd Stellingwerf
Dank je wel voor dit artikel. Voor het eerst zag ik de zandoorwormen in 1984 op de ‘Posbank’. Het waren er veel tegelijk en ze waren beweeglijk. Later werd ik daar in de buurt schaapherder (Loenermark), maar de zandoorwormen heb ik nooit meer gezien… Ik blijf opletten! Je weet dus maar nooit. Groet, Sjoerd
Kirsten van Gortel-Roest
Dag Sjoerd,
Wat een leuke reactie! Dat je schaapherder bent geweest op de Veluwe en dus veel buiten bent, geeft ook maar weer aan dat je ze niet zo gemakkelijk treft. Ik heb van meer mensen gehoord dat ‘het kwartje viel’ na het lezen van dit blog, zij ook ooit een keer meerdere zandoorwormen gezien hadden, en daarna nooit meer. Echt een toevalstreffer dus!
Vriendelijke groeten,
Kirsten van Gortel-Roest