Geroffel in het bos. Op zoek naar de zwarte specht.
Het is maart: tijd voor de zwarte spechten! Om die te zien moet je een beukenbos opzoeken dat grenst aan dennenbossen. Want dennenbossen hebben de voorkeur, omdat daar meer voedsel is te vinden dan in zo’n donker beukenbos. Zwarte spechten eten bij voorkeur mieren en die vind je maar weinig in beukenbossen. Mieren hebben immers zon nodig.
Mijn favoriete zwarte spechtenplek is het beukenbos aan het eind van de Spoekweg, zo halverwege Beekbergen en Woeste Hoeve. Op dit moment heeft dat bos een wat mysterieuze sfeer, kaal en zelfs wat desolaat. Kale, wat grijswitte stammen in het kille ochtendlicht. Maar wat wil je. Het heet hier niet voor niets Spoekweg. Spoek betekent immers spook! Alleen dat al is een bijzondere ervaring.
Nu maar wachten tot je hem hoort.
Verstoppertje met geluid
Is het dat vrolijke kruukruukruu of juist dat melancholieke gemauw? Kruukruukruu geeft de meeste kans. Dat geluid maakt hij in de vlucht. Dan kun je hem zien: een grote zwarte vogel met een duidelijk golvende vlucht. Dat ‘ klie-auw ‘ is zijn zitroep. Dan zit hij tegen de stam. En zie hem dan maar eens te vinden! Sowieso is de zwarte specht een schuwe vogel. Hij is een meester in het bedotten. Zojuist zag je hem nog landen op een rijzige beuk, daarna is hij onvindbaar. Hij verstopt zich achter de stam. Hij draait met jou mee. Met een beetje geluk zie je hoogstens een glimp van zijn kop. Omdat ook hij natuurlijk moet zien waar jij blijft!
Territorium-roffel
Dit is de tijd dat de zwarte spechten hun territorium kenbaar maken. Ze doen dat niet met roepen, zoals de meeste vogels doen, maar met roffelen. Ze kiezen daarvoor een holle boom of een dode tak die mooi resoneert. De roffel klinkt lang, luid, ver en zwaar, veel zwaarder dan die van de bonte specht. Niet te missen.
Holenhakkers
Zwarte spechten hakken zelf hun holen. Ze kiezen daarvoor een flinke beuk uit. Het nest moet minstens 8 meter hoog zitten en liefst nog wat hoger. Beuken zijn veruit favoriet omdat die een gladde stam hebben zonder lage zijtakken. Een boommarter heeft zo minder kans om de nestholte te kunnen bereiken. En let maar eens op: je vind alleen spechtengaten in beuken met een gladde stam.
Het hol is omstreeks 20 liter in omvang. Dat zijn twee emmers vol! Hak dat maar eens even uit. En dat in een gezonde boom! Zonder rotte plekken of holtes. Wat een werk voor zo’n beest! Juist doordat ze gezonde bomen uitzoeken werden spechten vroeger wel als ‘schadelijk wild’ afgeschoten. Tja. Wat is schade?
Geliefde nestplaats
Oude nestholtes van de zwarte specht worden vaak gebruikt door holenduiven, kauwtjes, vleermuizen, eekhoorns en… boommarters. Dat heb ik jaren geleden eens ondervonden toen ik nog holenduiven van een ring voorzag namens het vogeltrekstation. Met een touwladder klom ik alle bomen in waarin een groot spechtengat zat. Eenmaal bij de holte was het niet meer dan je arm in het gat steken om de jonge duiven er uit te halen. Totdat ik in mijn vingers gebeten werd en er een enorm gesis uit het gat opsteeg. En toen ook nog eens vlak boven mij een luid geblaas en gekekker. Een woedende marter op twee meter afstand! En dat alles op een wankele touwladder. Ai! Maar ik heb het overleefd.
Zelf op pad
Goed. Hoog tijd dus om eens te gaan kijken aan het eind van de Spoekweg. Gewoon een poosje goed luisteren. Hoor of zie je niets? Twee keer rechtsaf en je zit midden in een prachtig beukenbos. Met veel spechtengaten. Of rechtdoor lopen in het verlengde van de Spoekweg. Want daar zoekt hij zijn voedsel, tussen de douglassparren en de dennen.
Gert Jan Blankena
Voormalig ecoloog gemeente Apeldoorn
Oud-columnist De Stentor
geef een reactie
Gwijde
Interessante beschrijving van onze vriend de zwarte specht mede door deze beschrijving meen ik vanavond het geroffel van deze sterke specht gehoord te hebben in en oud populierenbos wel mvg gwijde