In bad met de zwijnen
Als vrijwilliger van Staatsbosbeheer kom je graag buiten. Uiteraard, anders was je geen vrijwilliger geworden bij een natuurorganisatie. Nou ben ik, door persoonlijke omstandigheden, van een ‘buiten vrijwilliger’ in een ‘binnen vrijwilliger’ veranderd. Dit betekent gelukkig niet dat ik nooit meer buiten kom, mijn werkzaamheden voor Staatsbosbeheer zijn alleen anders. Vanaf vandaag zult u mij niet meer zo snel ‘in het wild’ aantreffen, maar in plaats daarvan een blogpost van mijn hand terugvinden via dit Boswachtersblog. Zo hoop ik u, onder andere, onze Veluwe te laten beleven.
We gaan een paar weken terug in de tijd, naar 5 september op precies te zijn. Een dag voor de voorspelde herfsthitte begint. Het kriebelt bij mij. De heide is weer paars èn ik voel de onbedwingbare behoefte om de eenzaamheid van het Kootwijkerzand op te zoeken. Ik ben fan van het Kootwijkerzand. Het voelt zo on-Nederlands daar, alsof je in een andere wereld terecht bent gekomen. Soms zie je op zo’n zandheuvel één vliegden staan. Wortels wijd verspreid om niet om te vallen. Als je op de grond gaat zitten of liggen en naar die ene den kijkt op die ene heuvel van lichtgeel zand, dan is het net of jij en hij samen alleen op de wereld zijn. Het liefst wandel ik daar alleen, maar die dag ga ik samen met mijn man en hond op pad.
Van Hollands Duin tot Mongoolse steppe
Om te kunnen genieten van zowel bloeiende heide als zand, zetten we de auto bij Radio Kootwijk neer en lopen richting zendgebouw. Het is een prachtig gezicht, dat statige gebouw omgeven door een paarse zee. We slaan linksaf een wandelpad in om te struinen zo gauw het kan. Een kruip-door-sluip-door paadje leidt ons naar een heuse duinpan. De warmte slaat ons tegemoet. Langs de randen staan hier en daar pollen heide knalpaars te zijn. Een reeënspoor kruist ons pad. Stiekem voel ik de prent alsof ik daarmee kan bepalen hoe oud het is. Ik ben verrast, het is hard. Net als het zand waarop we lopen. De dag ervoor heeft het geregend dus de bovenlaag van het zand is vrij stevig. Dit snap ik zelfs! Nonchalant zeg ik tegen mijn man: ‘Het is een oud spoor, zeker een dag geleden’. Binnenin mij roert zich, even maar, mijn indiaan.
Staand bovenop het laatste duin verwacht ik mijn geliefde zandvlakte te zien. Groot is mijn verbazing dan ook als ik uitkijk op een Mongoolse steppe. De zandvlakte staat vol polletjes grijzig gras (buntgras), hiertussen groeit ruig haarmos en samen zorgt dit voor een steppeachtig landschap. Her en der liggen stukken hout, glad, verweerd en wit uitgeslagen door de uren brandende zon, weer en wind. Met een snelle blik en wat fantasie zouden het botten kunnen zijn van lang geleden gestorven dieren.
Zwijnenspa
De hond hijgt, wij zweten. Tijd voor koelere sferen. Ondertussen uitgekomen op een pad dat naar het bos leidt, lopen we voorbij aan een glooiend landschap vol paarse heide en gouden gras. In de verte lonkt een heuvel zand als een helder baken. Het dennenbos biedt de verkoeling die we zochten en stilletjes lopen we door een groene wereld. Bij ieder kraakje of geritsel schieten onze hoofden in die richting. Het zal niet de eerste keer zijn dat we een hert of zwijn verrassen. Deze keer niet, al het wild houdt zich schuil. Zelfs de vogels die we horen zitten te goed verstopt om te zien.
We zijn zo druk met boomtoppen afspeuren en stuikgewas bespieden dat we onszelf bijna vastlopen in een modderpoel. Een snelle stap opzij voorkomt een onvrijwillig modderbad in deze heuse zoel. Een zwijnenspoor loopt dwars door de modder naar een dieper stuk. In gedachten zie ik het dier langs mij heen lopen. Lekker met ‘r poten door de koele aarde, neus gericht op dat heerlijke modderige stukje verderop. Daar aangekomen laat ze zich met een vergenoegde snoet in de modder ploffen. We volgen de wroetsporen langs het pad en verbazen ons over de diepte ervan. Wat hebben die dieren een sterke snuit! Een paar meter verder vinden we nog een modderbad, klein maar vrij diep. Ook hier de afdruk van een zwijnenlijf. Het ziet eruit of dat allemaal maar nèt paste in dit éénzwijns-badkuipje. Alles bij elkaar lijkt het een heuse zwijnenspa te zijn en weer zie ik een zwijn, liggend op haar rug dit maal. Pootjes hoog, kop op de rand van het kuipje, ogen gesloten. Totaal ontspannen. Alleen de vlokken badschuim ontbreken. Gauw doorlopen, straks hoor ik ze nog.
‘Lekker hè, Truus’.
‘Nou Beb, genìeten!’
Terwijl de zwijnen achter ons rustig door badderen, komt ongemerkt het zendgebouw van Radio Kootwijk weer in zicht. Het avontuur is weer voorbij, tijd om naar huis te gaan.
Wanneer ik een collega een tijd later vertel over mijn zwijnenspa-fantasie, stuurt ze mij een filmpje van een wildcamera toe. En nou zou ik toch zweren dat ik een glimlachje zag…
Nieuwsgierig geworden? Wij maakten onze ronde vanaf het zendgebouw van Radio Kootwijk, maar als u het Kootwijkerzand in haar volle zandglorie wil bewonderen, parkeer dan uw auto op de P Houtvester van ’t Hoff, aan de Heetweg tussen Kootwijk en Harskamp. Voor de duidelijkheid, u rijdt eerst door het dorp Kootwijk voor u bij de parkeerplaats komt.
Veel plezier!
Janske Blijleven
geef een reactie