Helpende hand voor de zwarte stern beloond met broedsucces
Ooit was de zwarte stern talrijk in Nederland omdat ons land een natuurlijk leefgebied voor deze trekvogel bood. Door veranderingen in de trekroute, overwinteringsgebieden en de achteruitgang van leefgebied om te broeden is het aantal echter afgenomen. Samen met deskundige vrijwilligers hebben onze boswachters in Utrecht-West hier verandering in gebracht. Zij bieden zij de zwarte stern een helpende hand met het uitzetten van geschikte broedplaatsen in de Westbroekse Zodden, Polder Demmerik en Bovenlanden Wilnis. Met succes: in een periode van vier jaar is het aantal zwarte sterns hier sterk toegenomen. Sterker nog, dit team is verantwoordelijk voor 6% van de totale populatie zwarte sterns in Nederland.
Uit de tellingen van 2024 blijkt dat er in heel Nederland ongeveer 1250 broedparen zwarte sterns zijn. Daarvan komt 22% in noordwest- en noord-Utrecht voor. In Polder Demmerik, de Bovenlanden Wilnis en Westbroekse Zodden zijn 115 paren geteld. Dit resultaat is uitzonderlijk goed voor Utrecht-West: maar liefst een plus van meer dan 50%. Dat is zelfs voor een soort die bekend staat om het gemak waarmee hij van broedplaats wisselt en dan weer daar kan opduiken, uitzonderlijk veel. Een hele vooruitgang voor deze soort die op de Rode Lijst van bedreigde vogels staat. Hoe en waarom lees je verder in dit blog.
Kritische koloniebroeders
De zwarte stern is een trekvogel die tot de familie van meeuwen behoort. In het voorjaar strijkt de zwarte stern onder meer in Nederland neer om voedsel te zoeken en te broeden. De kuikens worden grootgebracht en klaargestoomd voor een lange reis naar Afrikaanse kustgebieden om daar te overwinteren. Maar voordat het zover is heeft het ouderpaar een waslijst aan voorwaarden. Allereerst zijn het koloniebroeders. De hele kolonie broedt bij elkaar in de buurt. Dit doen ze in halfopen water en het liefst op drijvende watervegetatie in een omgeving waar veel insecten aanwezig zijn. ‘Ook een aangename plek om te foerageren is een vereiste, zo moet er vanaf de slootkant zo’n 2,5 meter oeverbegroeiing overblijven’ aldus Remy Sanders, boswachter beheer.
De perfecte kraamkamer
Drijvende watervegetatie de voor de zwarte stern de perfecte kraamkamer. Maar de kwaliteit van deze vegetatie is afgenomen door onder andere vermesting, waterkwaliteit en de explosieve groei van de Amerikaanse rivierkreeft in onze terreinen in Utrecht- West. Vrijwilligster Cecile Delahaye heeft veel ervaring opgedaan om van een houten vlotje een geschikte kraamkamer te maken voor de kritische zwarte stern. Hierbij is de juiste aankleding van groot belang. Cecile plaatst eerst een grasmatje op het vlot en legt dit op z’n kop. Op de hoeken worden watermunt en moeras vergeet-mij-nietjes bevestigd. De vegetatie mag nog niet te hoog zijn want dan kan de zwarte stern er niet op landen om te nestelen. Daarnaast moet de vegetatie mee kunnen groeien met kuikens zodat deze beschut zijn voor predatie. Voorts moeten de locaties met vlotjes niet te ver uit elkaar liggen: het liefst binnen 400 meter van een bestaande populatie. Cecile: ‘We zijn zo’n vier jaar geleden gestart met 12 vlotjes en nu zijn het er al 120!’
Locatie en monitoren
Een andere vrijwilliger, Leen Heemskerk, is gespecialiseerd in zwarte sterns en houdt zich onder de vlag van Boerennatuur Rijn, Vecht en Venen in de werkgroep zwarte stern bezig met het in kaart brengen van locaties in de veenweiden van Noordwest-Utrecht. Hier vallen ook onze terreinen in Utrecht-West onder waar de vogel van oudsher voorkomt. Op deze manier wordt de bescherming geconcentreerd in gebieden waar je de meeste kans op succes hebt. Met het uitleggen van vlotjes kunnen vogels gaan broeden op door ons bepaalde locaties en condities. Als deze aannames onjuist zijn kan het gebeuren dat de broedsels mislukken. Monitoring (onderzoek) is nodig om uitgelegde vlotjes door foute aannames te signaleren. Er wordt wekelijks geteld vanaf de start van het uitleggen van de vlotjes. Dat wordt volgehouden tot de kuikens kunnen vliegen, zo ongeveer zeven weken nadat de vlotjes door de sterns als broedplaats in gebruik zijn genomen. Veranderingen van week op week geven aan of het goed of slecht gaat.
Veel kennis over de eisen die de zwarte stern stelt aan zijn biotoop komt uit Amerikaans onderzoek omtrent nestplaats en directe omgeving, voedselbiotoop, kolonievorming, de rol van predatoren, mobiliteit en plaats getrouwheid. Leen: ‘Wij hebben contact en wisselen ervaring uit met de Audubon zwarte stern werkgroep Great Lakes in Detroit. Inmiddels leren zij ook van ons over de vlotjes zoals grootte, aankleding en positionering in het veld. Ze zijn voornemens om in 2025 vlotjes met een antipredatie hekje er omheen een kans te geven’.
Pachters tellen mee
Bijzonder is ook dat meerdere pachters van Staatsbosbeheer op hun eigen grond vlotjes plaatsen en meedoen met de tellingen. Een leuk detail te vermelden is dat de zwarte sterns die dichtbij de weidevogelgebieden van deze pachters zijn genesteld, fanatiek zijn in nestbescherming. In deze weidevogelgebieden werken ze indirect samen met onder meer scholeksters. ‘De gezamenlijke nestbescherming van zwarte sterns en weidevogels is bij wijze van spreken een samenwerking tussen de luchtmacht en de landmacht’, grapt Remy. ‘Ook broeden kuif- en krakeenden graag en talrijk in de buurt van zwarte sterns’.
Beheer cruciaal
Het team boswachters doet natuurlijk meer dan alleen de juiste kraamkamer bieden en tellen. Goed beheer en de juiste condities creëren voor meer natuurontwikkeling en biodiversiteit is cruciaal om het aantal zwarte sterns te laten toenemen. Bijvoorbeeld in de Westbroekse Zodden heeft de zwarte stern na afronding van een natuurherstelproject in 2021 zich dankzij onze hulp weer spontaan gevestigd.
Dit artikel is tot stand gekomen met behulp van diverse boswachters en vrijwilligers.
geef een reactie
Jan Katsman
Mooi resultaat! Goed artikel ook. Worden de vlotjes in de winter weggehaald of blijven ze liggen? Pas nog het Bert Bospad gelopen en kwam langs het infoblad over de zwarte stern. De vlotjes zijn me niet opgevallen toen.
Groetjes,
Jan