www.boswachtersblog.nl/ Utrecht

Reeënbronst: dolle bokken en fiepende geiten

10 augustus 2018 Boswachter Claudia Wessel in Utrecht
Reeënbronst: de bokken hebben het zwaar

Reeënbronst: de bokken hebben het zwaar

Als je een beetje geluk hebt, kom je ze nog tegen: reebokken die als een dwaas rondrennen en maar aan één ding denken: paren met een reegeit. We zitten nog net in de tijd van de reeënbronst, die rond half juli is begonnen en ongeveer vier weken duurt.

Reeënbronst = stress

De bronsttijd vraagt met name veel van reebokken. Onder invloed van hormonen raken ze blind van liefde en doen ze er alles aan om een reegeit het hof te maken. Ze zijn hier zó druk mee, dat ze amper eten. Aan het einde van de reeënbronst zijn ze tot wel 20% van hun lichaamsgewicht verloren!

En hij hield dapper stand

Een bok verdedigt zijn territorium en het bijbehorende recht om met vrouwtjes te paren. Hij heeft klieren tussen zijn hoeven en de stangen van z’n gewei, waarmee hij langs jonge boompjes veegt. Zo brengt hij zijn eigen, unieke geur aan en laat daarmee een niet mis te verstane boodschap achter: ‘Dit is mijn terrein!’ Als een andere bok het in zijn hoofd haalt om het te betreden dan zal de eigenaar de indringer uitdagen. Toch komt het maar zelden echt tot een gevecht. Vaak is even flink imponeren en achter elkaar aan rennen al genoeg om te bepalen wie de sterkste is. Als een vrouwtje zijn territorium betreedt, tapt de bok uit een héél ander vaatje. Hij wil ontzettend graag weten of ze ‘in de stemming is’. Om dit te bepalen hoeft hij haar niet eens te kunnen zien. Reeën (en heel veel andere zoogdieren) vertellen elkaar ook via hun urine en ontlasting veel over henzelf. Stofjes die feromonen heten, onthullen of de eigenaar bijvoorbeeld man of vrouw is, oud of jong is, én of diegene zin heeft om te paren. Het is de social media van de dierenwereld.

In vuur en fleem

De reebok snuift die feromonen van de ontlasting en urine van het vrouwtje op. Hij gooit hierbij zijn kop naar achteren, krult zijn bovenlip en zwaait met zijn kop heen en weer. Zo krijgt hij ze binnen en ze komen dan terecht bij een speciaal orgaan in de neusholte: het orgaan van Jacobson. Hiermee ontcijfert de reebok de informatie en weet hij of hij kans maakt bij de dame in kwestie. Dit hele proces heet flemen en het komt bij veel meer zoogdieren voor, zoals paarden en giraffes.

Bok zet achtervolging in

Als blijkt dat de geit in de stemming is, gaat de bok onmiddellijk  naar haar op zoek. Zij zal op haar beurt naar hem fiepen. Dat is een piepend geluid waarmee ze de reebok lokt. Zodra hij haar in het vizier krijgt, kan hij zijn enthousiasme niet meer in toom houden. Ongeduldig snuffelt hij aan haar achterste om er zeker van te zijn dat ze écht wil, om haar direct daarna te bespringen. Maar dat gaat zomaar niet! De geit vindt meestal dat de bok eerst wat moeite moet doen en rent plagerig weg, waarop de casanova de achtervolging inzet. Hij rent in rondjes achter haar aan. Zo kunnen ze wel uren bezig blijven. Als het dan tot groot geluk van de reebok eindelijk lukt om te paren, is de geit ‘beslagen’.

Slimme zet van moeder natuur

Een zwangere geit heeft ongeveer 145 dagen nodig om haar jong te voldragen. Toch worden reekalveren pas na ongeveer 295 dagen geboren, omdat ze anders midden in de winter ter wereld zouden komen; de slechts mogelijke periode… Hoe dat kan? Doordat Moeder Natuur daar iets geniaals op bedacht heeft! Na de bevruchting deelt de eicel zich een paar keer en dan stopt de ontwikkeling abrupt. De eicel komt in embryonale rust, in de diapauze. Pas in de winter of het vroege voorjaar komt de ontwikkeling weer op gang, waardoor het reekalfje laat in mei of juni geboren wordt. Dat is dus in het voorjaar of de vroege zomer, wanneer er meer dan genoeg voedsel is en de geit het beste voor haar kalfje kan zorgen.

Liggen laten en niet aankomen!

De eerste drie weken na de geboorte verstopt de reegeit haar jong of jongen in het landschap. Ze blijven daar doodstil liggen en gaan door hun bruinige vacht met stippen vrijwel perfect op in de omgeving. Ze zijn zo goed als onzichtbaar (de eerste paar dagen zijn ze zelfs nog reukloos). Maar het komt soms voor dat wandelaars een reekalfje zien liggen. Goed bedoeld pakken ze het op om het beter in het zicht te leggen voor de moeder, of om het naar een opvang te brengen. Hiermee bezegelen ze zonder dat ze het weten het lot van het kalfje. Door het aanraken en oppakken komt er mensengeur op het kalfje, waardoor de kans bestaat dat de moeder het jong verstoot. Ook zijn herten erg bang voor mensen. Het aanraken en oppakken geeft het diertje zoveel stress, dat het zelfs kan overlijden! Een reegeit is altijd in de buurt van haar jong; ook als je haar niet ziet. Ze houdt haar jong goed in de gaten en komt wel tien keer per dag terug om het te zogen. Na drie weken is het kalfje sterk genoeg om voorzichtig kleine stukjes mee te lopen voor het weer gaat liggen. Na vier tot zes weken loopt een reekalfje volledig mee met moeder. Vind je dus een reekalfje dat in zijn eentje op de grond ligt? Laat het gewoon met rust, raak het niet aan en loop rustig verder!

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog