Afgeplat tepelkogeltje
Het afgeplat tepelkogeltje? Mijn collega kijkt me glazig aan bij het horen van deze naam en schiet in de lach, want je denkt al gauw aan iets heel anders dan je zou vermoeden. Wat is dat? Wel, dit is de naam van een zeldzame paddenstoel met een charmantere wetenschappelijke naam, namelijk Rosellinia britannica. Paddenstoelen krijgen wel vaker bijzondere en tot de verbeelding sprekende Nederlandse namen. Vaak zijn deze namen gebaseerd op een bijzonder kenmerk of het algehele uiterlijk. Als je een foto bekijkt van een Rosellinia snap je de naamskeuze direct.
Afgelopen najaar heeft op Nieuw Wulven voor het eerst een paddenstoeleninventarisatie plaatsgevonden. Een aantal vrijwillige maar zeer kundige mycologen (van de Nederlandse Mycologen Vereniging) heeft voor Nederland daar maar liefst 10 nieuwe soorten gevonden. In totaal werden 375 soorten gevonden. Het betreft vooral soorten die dusdanig klein zijn dat ze makkelijk over het hoofd gezien kunnen worden. Daar is een getraind oog en microscopisch onderzoek voor de determinatie van de soorten voor nodig. Wat is de reden dat er zoveel nieuwe soorten gevonden zijn? Mogelijk waren die soorten in het verleden niet aanwezig of zijn die gewoonweg over het hoofd gezien door hun grootte. Bovendien zijn er maar weinig mensen gespecialiseerd in deze millimetergrote paddenstoeltjes. Dus wellicht een waarnemerseffect.
Zeldzaamheden
Ascomycota of Zakjeszwammen. Deze groep dankt hun naam aan het sporenzakje (de ‘Ascus’). De ascus is een karakteristieke voortplantingsstructuur die met het blote oog niet te zien is. Het is een grote groep, waarin meer dan 64.000 soorten zijn beschreven. Ascomycota heeft meerdere morfologische groepen onder zich, waaronder de Schijfzwammetjes en de Bekerzwammen. De bekendste bekerzwam is wel de Truffel. Van de schijfzwammen zijn voor Nederland 3 nieuwe soorten ontdekt: “Langspoorwasbekertje” Hyalorbilia juliae, “Kronkelspoorwasbekertje” Hyalorbilia tortuosa nom. prov. en Unguiculariopsis ilicicola.
Een andere daartoe behorende groep zijn de Kernzwammen. Het afgeplat tepelkogeltje hoort in deze groep thuis. Deze zwammetjes zijn verwant aan de bekerzwammen, echter de spoorvorming vindt plaats in de kern, een afgesloten omhulsel. Als de sporen rijp zijn, worden ze door een kleine opening naar buiten geworpen. Met het blote oog kun je dat meestal niet zien. Kernzwammetjes zijn heel klein, vaak kleiner dan 1 mm, maar ze groeien soms in klonten, waardoor ze soms wat beter zichtbaar zijn. Meestal heb je een loep nodig om de individuele bolletjes te zien. Ook kan het zijn dat ze grotendeels in het hout verborgen zitten waardoor ze bijna onzichtbaar zijn. Maar een enkele soort uit deze groep groeit uit tot een groter formaat. Uit deze groep zijn 4 nieuwe soorten ontdekt voor Nederland, te noemen: “Langstekelbolletje” (Phaeotrichosphaeria britannica), “Wollige moffelzwam” (Lentomitella tomentosa), “Langsnavelige aarzakjeszwam” (Togninia minima), “Paarsrode stromazwam” (Woswasia atropurpurea).
Het geslacht “Woswasia” is vernoemd naar een uitdrukking in een Oostenrijks dialect die staat voor “Wat weet ik”? Bij de ontdekking door wetenschappers hadden ze geen idee met welke andere soorten deze soort verwant is. DNA-onderzoek heeft daarover helderheid verschaft. De soort, die pas in 2013 is beschreven, was alleen bekend uit Oostenrijk en België.
Niet seksuele vorm – (Fungi Imperfecti)
Dit is een eigen afdeling van schimmels die tegenwoordig alle behoren tot de zakjeszwammen, waarvan alleen de niet-seksuele vorm beschreven was (men dacht dat de seksuele vorm ofwel ‘perfecte vorm’ absent was, vandaar de naam ‘Fungi imperfecti’). Bij nader onderzoek bleken veel van deze soorten toch een seksuele vorm te kennen. Deze vorm ziet er echter dusdanig anders uit dat deze voorheen als andere soort werd beschreven. Deze groep is bekend door de vele toepassingen als bv. antibiotica of schimmelkaas. Er zijn 2 voor Nederland nieuwe soorten gevonden: Cheirospora botryospora en het “Geel bladvliesje” Cylindrium aeruginosum.
Steeltjeszwammen
Steeltjeszwammen (Basidiomycota) zijn eveneens een grote groep (32.000 soorten beschreven). Met een enorme verscheidenheid aan verschijningsvormen. In maten uiteenlopend van 1 mm tot een meter breed. De naam dankt deze groep aan de ‘Basidia’ (sexuele voortplanting door sporen op steeltjes) In deze groep is 1 soort nieuw voor Nederland gevonden, de “Kristalschorszwam” (Hyphodontia incrustata).
Naast deze voor Nederland nieuwe soorten zijn in deze en andere groepen nog een flink aantal zeldzame tot zeer zeldzame familieleden aangetroffen (15 rode lijst 2008 soorten) Voor de nieuwe soorten moeten de Nederlandse namen nog worden vastgesteld (voorlopige namen zijn daarom tussen aanhalingstekens geplaatst).
Leer en lees heel veel meer over paddenstoelen:
http://www.mycologen.nl/ en http://www.allesoverpaddenstoelen.nl/
geef een reactie