Meedogenloos
Ze zijn er weer, met groepen tegelijk. Ze struinen de bossen en de heidevelden af op zoek naar jonge boompjes. En als ze deze dan gevonden hebben, rukken ze met man en macht deze jonge boompjes uit de grond, zonder medelijden. Meedogenloos gaan ze te werk.
Op de hei zijn het vooral de jonge dennen die het moeten bezuren en in de bossen zijn het vooral de vogelkersen die het loodje leggen.
Studenten die een handje helpen om de heide in stand te houden. Het is een van de manieren om er voor te zorgen dat de hei open blijft en niet dichtgroeit met bomen of struiken.
En dat de bossen weer een beetje licht krijgen doordat de prunussen (Amerikaanse vogelkers) worden gerooid of afgezaagd. Deze laatste zorgen ervoor dat er op de bosbodem geen andere boompjes en struiken kunnen groeien. Prunus heeft de vervelende eigenschap om hele stukken bos te ontzien van licht op de bosbodem zodat andere soorten er niet meer kunnen groeien of op zijn minst worden geremd in hun groei.
In het nieuwe studiejaar trekken de studentenverenigingen weer nieuwe leden. Om lid te kunnen zijn worden er kampen georganiseerd om de nieuwe leden te “ontgroenen” en mekaar te leren kennen. Een strak regiem, of wat socialer, we maken het allemaal mee.
Deze clubs willen graag een maatschappelijk verantwoorde bezigheid en daarom helpen ze een handje mee in het onderhoud van de natuurterreinen in de bossen van Staatsbosbeheer.
En daar zijn we blij mee!
Boswachter Jelle
geef een reactie