Gefaseerd beweiden op Hoge Berg Texel werkt; maakt natuur en agrarisch cultuurlandschap combineerbaar
Een deel van de graslandinsecten overwinterd in ongemaaid gras. Door stroken tot na het volgende groeiseizoen niet te maaien of beweiden kunnen die insecten overleven. Ook blijven in de strook het hele seizoen bloeiende planten aanwezig die nectar en stuifmeel leveren aan voedsel zoekende insecten. In 2020 is als onderdeel van het Project Boeren, Vissers en Buitenlui op de Hoge Berg een project gestart om de insectenrijkdom (massaliteit en soortenrijkdom) te versterken door op weilanden stroken gewas te laten overstaan. In 2021 is gekeken of deze maatregel het gewenste effect heeft. Het resultaat is gemonitord met hulp van telroutes voor vlinders en hommels en met kleurvallen voor bijen en echte vliegen en zweefvliegen.
Telroutes 2021
In alle drie de telroutes dagactieve vlinders nam het aantal vlinders wat toe, het sterkst op perceel De Hoogte, boven de Zandkuil. Het aantal waargenomen soorten nam op de meeste percelen iets af.
Het aantal hommels nam sterker toe, ook hier scoort De Hoogte het gunstigst en hier nam ook het aantal waargenomen soorten toe. De toename is voor al te zien bij soorten die (ook) bovengronds nestelen. Deze kunnen profiteren van de stroken die overblijven staan en daar in nestelen. Om dat succesvol te laten zijn moet deze strook zeker niet eerder dan half augustus gemaaid worden, anders heeft het volk nog geen nieuwe koninginnen kunnen voortbrengen. Bijzonder is de waarneming van een moshommel; één van de bijensoorten waarvoor Texel binnen Nederland een grote verantwoordelijkheid heeft.
Kleurvallen 2021
In alle drie de series kleurvallen (3×3 vallen wit, geel, blauw) nam het aantal wilde bijen toe. Deze toename kwam in alle gevallen door een sterke toename van het aantal pluimvoetbijen. Deze soort had ook op de rest van Texel kennelijk geen last van de voorgaande droge jaren wat bij andere soorten wel het geval lijkt te zijn.
Het aantal waargenomen soorten nam in alle drie percelen gering tot sterk toe. Ook hier is de situatie op De Hoogte het gunstigste, wat te verwachten was door de ligging naast het insectenreservaat De Zandkuil. De cumulatieve soortenlijst nam nog sterker toe. Niet elke soort zal elk jaar aangetroffen worden. Sommige populaties zijn erg klein en ook kan het weer enige invloed hebben op de vliegperiode.
Zowel het aantal en het aantal soorten echte vliegen en zweefvliegen was in 2021 beduidend lager dan in 2020. Niet duidelijk is waar dit door komt, mogelijk heeft gefaseerd beweiden op deze groepen minder effect en/of hebben ze meer last gehad van de voorgaande droge jaren.
Conclusie 2021
Dat strokenbeheer een bijdrage levert aan het combineren van de realisatie van de gewenste natuur op de Hoge Berg en het cultuurhistorisch gewenste agrarische gebruik wordt voorzichtig aangetoond door de toename van het aantal graslandvlinders. Ook de populatie wilde bijen lijkt er van te profiteren, waaronder twee van de vijf soorten waarvoor Texel nationaal een verantwoordelijkheid heeft, de Texelse zandbij en de moshommel.
Bij de echte vliegen en de zweefvliegen lijkt het strokenbeheer niet in staat te zijn het negatieve effect van drie op een volgende droge zomers te compenseren en zou het effect ook negatief kunnen zijn. Daarbij gaat het om soorten waarvoor het Hoge Bergebied/Texel geen bijzondere betekenis heeft. Wel zijn het over het algemeen grotere soorten die een belangrijke voedselbron kunnen zijn voor broedvogels zoals veldleeuwerik en graspieper.
Hopelijk wordt 2022 wat weer betreft een normaal jaar, zodat er robuustere conclusies getrokken kunnen worden.
Dit project is onderdeel van Boeren, Vissers en Buitenlui een project van: Stichting Buitenplaats Brakestein, Stichting Marien Texel, Stichting Texels Museum, Schapenbedrijf De Waddel, ANLV De Lieuw en Staatsbosbeheer. Het project is mede mogelijk gemaakt door: Waddenfonds, StiftTexel en Provincie Noord-Holland en met medewerking van M. Kikkert, J.W. Bakker en VOF Rozenhout.
geef een reactie