Dorpzicht is een weidevogeloase

Ondanks dat de handschoenen nog prettig zijn in de vroege morgen, is het toch echt al voorjaar op Dorpzicht, noordelijk Texel. Veldleeuweriken vliegen de hemel in en laten een heerlijk melodieus gezang horen. Kieviten zijn volop aan het baltsen en de eerste grutto’s arriveren in een zeiknat Dorpzicht. De afgelopen jaren zit er een relatief stabiele grutto-populatie in het gebied. Ik ben nieuwsgierig naar aanstaand seizoen. Al die nattigheid zal ze wel bevallen, want grutto’s zijn weidevogels, maar water is essentieel bij aanvang van hun broedseizoen.
Plas-dras
Vroeg voorjaar staat er water op de lage delen in dit gebied. Misschien wel meer water als enkele jaren geleden, toen er permanent water stond in de gegraven slenken. In één van deze geulen werd toen een enorme ‘besmetting’ met watercrassula aangetroffen. Een invasieve exotische woekerplant die niet alleen de oevers, maar uiteindelijk de gehele slenk wist in te nemen. Andere oeverplanten, (macro) fauna en weidevogels hadden het nakijken. Er is toen besloten om deze slenk te dempen. De plant is de afgelopen twee jaar nog maar sporadisch waargenomen en andere planten bedekken inmiddels de bodem. De grondwaterstand is , an sich, wat verhoogt in het gebied. Een gebied met zompige zones , tijdelijk open water en slik bepalen deels het beeld. Deze oases trekken vogels. Wintertalingen, slobeenden, tureluurs en grutto’s verzamelen zich rondom het plas-dras. Grutto’s en tureluurs zijn echte wetland-soorten. In de drassige natte zone kunnen ze met hun lange snavel op zoek gaan naar wormen en andere bodemdieren.
Van alles wat
Dorpzicht is niet zomaar een ‘platte’ polder met broedende grutto’s. Het kent een behoorlijke historie. Vroeger bevond zich hier kwelder en zeeslenken. De Roggesloot ligt aan de flank van het gebied en zorgt voor prachtige overgangen in hoogte en waterniveau. Je ziet het de komende weken terug in de vegetaties. Echte natte delen krijgen moerasachtige ontwikkelingen met watermunt, waterkers en riet. De stukken die langzaam opdrogen zijn groeiplaats voor breedbladige orchis en harlekijn(orchideeën) . Het mozaïek aan hoge en lage delen, kruidenrijk en moerassige zones is voor weidevogels ideaal. Zo heb je op de hoge delen nestplaatsen voor veldleeuweriken in het vroege voorjaar, maar ook plekken voor weidevogelpullen later in het seizoen. Rondom de natte delen concentreren weidevogels zich met hun nesten.
Dat is net wat het succes maakt. Een groep alarmerende grutto’s, kieviten en tureluurs kan veel makkelijker een kleine mantelmeeuw, zwarte kraai, havik of bruine kiekendief wegjagen dan een los stelletje. Deze collectieve luchtafweer is van groot belang in zo’n relatief kaal en open gebied. Natuurlijk zullen er pullen verloren gaan, maar het belangrijkste is dat de omstandigheden kloppen. Door gefaseerd te maaien en hoge grondwaterstanden ( plas-dras) lijkt het hier nog niet zo slecht te gaan met deze soort. Dat is in tijden van achteruitgang bij weidevogels al heel wat.
geef een reactie