Aandacht voor Texelse zandbij
Dat Texel een vogeleiland is, dat weten jullie inmiddels wel. Daarom is het goed om tijdens het ‘vogelreces’ het te hebben over andere boeiende wezens met vleugels. In deze rubriek wil ik aandacht vragen voor bijen. Niet voor de honingbij, maar voor de wilde bij. Er zijn namelijk 359 soorten wilde bijen in ons land en slechts één daarvan is de (gehouden) honingbij. Van dit aantal wilde bijen komen er enkele soorten alleen op Texel voor en sommigen slechts op een paar plekjes in ons land, waaronder Texel. De bij die qua naam in ieder geval direct opvalt is de Texelse Zandbij. Hoe stoer is dit? Een specialistische bij met zelfs ‘ons’ eiland in zijn eigen naam, dat is goed voor een vleugje chauvinisme.
Oranje achterpootjes
Zie je dezer dagen een vrij donkere bij, iets kleiner dan de wellicht bekende honingbij? Kijk dan is goed naar de achterpootjes. Dat valt soms niet mee, want deze bijen kunnen ‘verdrinken’ in hun nectarkroegje tijdens het foerageren. Ze verdwijnen soms helemaal in de bloem van een gele composiet van het streepzaad, muizenoor of het biggenkruid. Je moet er vaak wel een beetje met je neus boven opkruipen, maar de meeste telefoons hebben tegenwoordig zelfs een maco-functie. Check dan die oranjekleurige achterpootjes, dat is bij deze soort geen tijdelijke versiering gerelateerd aan een voetbal.
Een Texelse naam
Om trots van te worden is toch het feit dat er op het eiland nog een bolwerkje is met Texelse zandbijen. Dat was ook de reden dat zo ongeveer halverwege de jaren ’90 gekozen is voor deze naam. De wetenschappelijke Latijnse naam van de soort is namelijk minder tot de verbeelding sprekend: Andrena fulvago. Verder terug in de tijd, halverwege de vorige eeuw, kwam deze soort wijdverspreider voor in ons land. Er zijn waarnemingen uit het Gooi, Zuid-Holland en Midden-Brabant. Daar lijkt die inmiddels verdwenen. Stippenkaarten van EIS Kenniscentrum Insecten laten zien dat Limburg , Gelderse Poort en Texel de enige (laatste) relicten lijken van de populatie van deze soort.
Hoe Texelser hoe beter
Bijen zijn afhankelijk van nectar. Honingbijen zijn over het algemeen niet zo kieskeurig, maar deze groep specialistische bijen is dit vaak wel. Ze hebben geen kast waar ze wonen met hun volk, maar maken hun nesten vaak individueel in de grond of bodem. De Texelse zandbij gebruikt daarvoor vaak een Tuunwal. Waarschijnlijk niet geheel ontoevallig ook vooral in het glooiende deel van het eiland, waar de bodem bestaat uit keileem. De Hoge Berg is een hotspot.
Veel wilde bijen hebben ook specifieke nectartplanten waar ze drinken. Vaak zorgen deze wilde bijen ook voor de bestuiving en bevruchting van deze planten waardoor ze kunnen verspreiden. Het is daarom belangrijk dat tijdens maai-plant-zaai-en activiteiten rekening wordt gehouden met bloemenaanbod. In aantal en diversiteit. Hoe ‘Texelser’ hoe beter, want de bijen hier doen het gewoon het beste op een Texelse bloem. Daar zijn ze van afhankelijk. Bovendien is het goed om niet alles tegelijk te maaien , zeker niet als planten nog volop bloeien. Allemaal makkelijk gezegd, maar nog niet zo gemakkelijk gedaan..
Een bloeiende tuinwal is Texels en van groot belang voor insecten zoals de Texelse Zandbij
geef een reactie
Hans Zuidema
Hij is idd niet gemakkelijk te vinden Lolke, zoek je op “zandbij” vind je hem niet, als je zoekt op “Texelse zandbij” komt hij tevoorschijn!
Lolke Stelwagen
Oei, komt niet voor in de https://www.verspreidingsatlas.nl/
En hoe zeldzamer, des te belangrijker om een insect daar in op te nemen. Lijkt mij. Of juist niet?
Boswachter Thomas van der Es
Dag Lolke, jawel toch? Is vindbaar in verspreidingsatlas en dan is zichtbaar dat Texel een belangrijk bolwerk is.
groet Thomas