www.boswachtersblog.nl/ Texel

Donzige pulletjes scharrelen rond

24 mei 2022 Boswachter Thomas van der Es in Texel

Donzige pulletjes scharrelen rond op Texel

De kraamkamerkamerfunctie van de natuur is op dit moment in volle uitvoering. Het is de tijd van de jonge pullen. Afgelopen weken vroegen de boswachters van Staatsbosbeheer aandacht voor kustbroedvogels. Mede voor deze soortgroep nemen we extra maatregelen om de rust in de meest kwetsbare periode te waarborgen. Zo zetten we kleine stukjes schelpenbank, kiezel of strand af op het eiland om vogels als bontbekplevier , dwergstern en kluut extra rust te bieden. Om een klein beetje gevoel te geven met het wel en wee van deze vogels een korte sfeerimpressie.

Pioniers

Kustbroedvogels zijn de pioniers onder de vogels. Het allereerste landschap wat ontstaat door natuurontwikkeling langs de kust kan door deze dieren al verkozen worden als broeddomein. Een stukje afgezet zand op het strand of een hogere rug met schelpen is genoeg voor ze om een kuiltje in te draaien en over te gaan tot broeden. Omdat dynamiek langs de Nederlandse kust zeer beperkt de ruimte heeft gekregen en natuurlijke schelpenbanken en zandplaten niet overal (kunnen) ontwikkelen hebben vogels als bontbekplevier , sterns en kluten het lastig in Nederland. Doordat ze op de grond broeden zijn ze bovendien extra kwetsbaar voor predatoren zoals bruine ratten, katachtigen of de vos. Eilanden en geïsoleerde broedlocaties zijn daarom van groot belang. Rust is een extra kracht om een stukje pionierslandschap succesvol te laten zijn voor deze vogels. Op Texel vinden we dat nog.

Nestvlieders

Na zo’n 20-25 dagen broeden scharrelen er piepkleine jonge pullen rond op het eiland. Op de uitgestrekte vlakte van de Prins Hendrikzanddijk , de broedeilanden langs de oostkant van het eiland en nabij de stranden lopen donzige kleine nestvlieders rond. Het zijn de jonge van de kluut en de bontbekplevier. Deze kleine donzige steltlopers wandelen direct nadat ze uit het ei gekropen zijn hun leefgebied tegemoet. Ze moeten zelf voor hun maaltijd zorgen. Met open ogen vertrouwen ze op hun schutkleur en scharrelen ze in de rondte. De oudervogels vaak nog op gepaste afstand om de jongen te begeleiden in de eerste levensdagen. Ze slaan druk alarm bij gevaar. Dat kan een hongerige meeuw of kraai zijn, maar ook een loslopende hond of een wandelaar. Bij een hevige regenbui dient een oudervogel vaak nog even als paraplu. De jongen mogen dan nog even schuilen onder de oudervogel. Tot de jonge vogels vliegvlug zijn zal rust en ruimte belangrijk zijn. Dat kunnen wij ze bieden, door ze op gepaste afstand te passeren en ze wat ruimte te bieden. Hopelijk worden het allemaal grote sterke bontbekplevieren en kluten!

 

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog