Vroege vlinders
De eerste vlinders zijn weer te zien.
Het voorjaar is nog maar net begonnen en de eerste vlinders vliegen alweer. Als het buiten warm genoeg is, ontwaken de eerste vlinders uit hun winterslaap. Vlindersoorten die je nu kunt tegenkomen zijn: citroenvlinder, kleine vos, gehakkelde aurelia, dagpauwoog en de atalanta. Deze hebben de winter hier doorgebracht als vlinder.
Overwinteraar
De atalanta is een nieuwe overwinteraar in het vlinderstadium. Tot een jaar of twintig geleden, trokken de atalanta’s nog weg uit Nederland en vlogen richting Spanje. Door klimaatverandering zien we dat er ook atalanta’s zijn die zachte winters overleven en vroeg in het voorjaar weer actief worden.
Ook de citroenvlinder laat zich in het voorjaar met een beetje zon al vroeg uit zijn winterrust wekken.
Eitje, rups, pop, vlinder
Om andere vlindersoorten tegen te komen, moet je nog even geduld hebben. Die vlinders hebben namelijk de winter doorgebracht in een ander stadium. Er zijn vier stadia: eitje, rups, pop en vlinder.
Een van de eerste vlinders die je na de overwinterende vlinders tegen kan komen, is het koolwitje. Het koolwitje overwintert in het popstadium. Het popstadium is de fase waarin de vlinder transformeert tot vlinder. Deze poppen kunnen niet bewegen. Ze liggen stil op de grond of hangen ergens tussen de planten, goed verstopt op een veilig plekje.
Het bruine zandoogje is een van de vlindersoorten, die in het stadium rups de winter doorgaat. Dat doet hij tussen het gras, wachtend op een beetje warmte om weer heerlijk verder te eten na een lange winterslaap. Zodra rupsen van het bruine zandoogje genoeg hebben gegeten verpoppen ze zich, om laat in het voorjaar ook als vlinder tevoorschijn te komen.
De laatste soorten, die in het vlinderstadium komen, zijn de soorten die als eitje de winter hebben doorgebracht. Denk bijvoorbeeld aan zwartsprietdikkopjes die hun eitjes aan het eind van de zomer gelegd hebben. De zwartsprietdikkopjes leggen hun eitjes in stengels van grassen die pas in het voorjaar uitkomen. Daarna leven ze eerst nog een poosje als rups voordat ze verpoppen, waarna ze uiteindelijk als vlinder kunnen vliegen.
Zorgvuldig maaibeheer
Om vlinders en andere insecten een goede overwinteringsplek te bieden, is het van belang dat niet alle vegetatie kort gemaaid wordt. In het verleden werden bermen, graslanden en hooilanden kort gemaaid. Dat ging ten koste van veel insecten. Een betere manier is om stukken een jaar niet te maaien, zodat hier de insecten kunnen overwinteren. Het jaar erop laat je dan weer een ander stuk staan, waar ze dat jaar in kunnen overwinteren.
Van bloem naar bloem
Het is niet voor niks dat iedere vlindersoort in zijn eigen periode vliegt. In de bloeiperiode van zijn waardplant vliegt de vlinder. Waardplant en vlinder zijn afhankelijk van elkaar. De planten lokken de vlinders met hun bloemen, waarin hun overheerlijke nectar ligt opgeslagen. Bij bezoek van een vlinder wordt er stuifmeel van de bloem op de vlinder geplakt. Helaas voor de vlinder bevindt zich maar een klein beetje nectar in elke bloem, waardoor hij meerdere bloemen moet bezoeken. Op deze manier komt het stuifmeel van de ene bloem via de vlinder bij de andere bloem, zodat bestuiving plaatsvindt.
Zo zit de natuur toch mooi in elkaar.
geef een reactie