Als je als eerste op de dag in het vrije deel van de Slufter komt, zul je altijd hazen tegen komen. Zodra je in de buurt komt, drukt het flinke dier zich tussen pollen gras en valt helemaal weg. Hazen houden met gesperde ogen alles in de gaten. Als je te dicht nadert springen ze op en sprinten ze weg, haken slaand om verwarring te scheppen. Wanneer het drukker wordt in de Slufter, verdwijnen alle hazen naar het noordelijke deel waar niemand mag komen. De achtergelaten keutels zijn nog het bewijs van hun aanwezigheid.

Hazen komen algemeen voor in de kwelder van de Slufter. Ze leven daar van grassen en voedselrijke planten als zeeweegbree en zeeaster. Door hun springvermogen passeren ze gemakkelijk de kreken. Soms zoeken ze voedsel in de achterliggende polders en wagen zich over de Zanddijk. Ze gebruiken vaste routes door de heining en die paadjes zijn te herkennen aan de platgetreden grassen.

Boksende hazen

In de komende maand aan het begin van het voortplantingsseizoen – de rammeltijd – zullen de aanwezige hazen elkaar meer en meer opzoeken en rennen dan achter elkaar. Het voorste dier is meestal het vrouwtje – het moertje. Soms staan de mannetjes – de rammelaars – op de achterpoten en boksen met elkaar. Ze verliezen dan alles uit het oog. Als een moertje niet gediend is van de toenaderingspogingen van een ram knokt zij er net zo lustig op los als de mannetjes. Dit is vaak te zien vanaf het uitzichtplateau bij de noordelijke ingang van de Slufter.

Een gevaarlijk jong leven

Na een draagtijd van zes weken worden de haasjes in een open nest geboren. Pasgeboren haasjes zijn in tegenstelling tot konijnen volledig behaard en kunnen meteen zien. Na een paar dagen verlaten ze de geboorteplek en verstoppen zich op steeds verschillende plekken. Ze komen wel iedere avond na zonsondergang terug in het geboortenest. Het moertje komt even later ook om ze te zogen, totdat ze een maand oud zijn.

In de Slufter sterven veel jonge hazen door voorjaarsstormen met hoog water. Ze zijn dan verdronken te vinden in de vloedmerken. Volwassen dieren hebben daar minder last van, ze rennen snel voor het opkomende water naar hogere delen.

Heel bijzonder is het afleidingsgedrag dat hazen ondernemen wanneer er een kiekendief laag over de grasvlaktes van de Slufter jaagt en het te dicht bij de jonge haasjes komt. Het moertje springt naar de jagende roofvogel en lokt zo het dier weg van de zich drukkende jonkies.

Verspreid over Texel

Hazen zijn een van de weinige dieren die zich hier ook redelijk kunnen handhaven in het agrarisch gebied. Ze komen over heel Texel regelmatig voor. Ze profiteren van de combinatie van gras- en bouwland met gevarieerde natuurgebiedjes. Ook aan de rand van de Hors – bij de lage duintjes -worden regelmatig hazen gezien. Daar voeden ze zich met de vaak blootgewoelde wortelstokken van biestarwegras.

Grappig is dat hazen en het nauw verwante konijn elkaar uitsluiten. Waar veel konijnen in de duinen voorkomen, komen geen hazen voor.