www.boswachtersblog.nl/ Texel

Gallen, een wonderlijke woning

18 januari 2019 Boswachter Dick Schermer in Texel

bedeguargal

Lopend in de duinen waar veel ruigte groeit zoals in de Muy, de Geul of langs de Horsmeertjes zie je soms harige uitgroeisels in de kale hondsrozen. Ze zien er op dit moment een beetje roodbruin en vodderig uit, vooral als het geregend heeft. Deze uitgroeisels zijn mosgallen; ook wel bedeguargal genoemd. Een bedeguar is een oude benaming voor spons. In de zomer zien deze gallen er heel fraai uit. Ze hebben dan een rode pruik en steken goed af tegen de groene bladeren.

In het midden van deze gal zitten meerdere kamertjes waarin verschillende larven van de rozengalwesp leven. Dit galwespje is erg klein: het is maar een paar millimeters. In het voorjaar legt het de eitjes in een knop van de roos. Door een chemische reactie ontstaat er een woekering in het bladweefsel. Hierin leven de diertjes veilig  en voeden zich met de uitgroeisels. Na verloop van tijd verhout de kern zich. De larven overwinteren in de gal en verpoppen in het voorjaar.

Grootleverancier van gallen

ananasgal

Op de eikenbomen in de Dennen komen heel veel soorten gallen voor die veroorzaakt worden door de eitjes van galwespen. Planten reageren hierop door de vorming van extra weefsel. Vooral de flinke groene of rode galappels aan de onderkant van bladeren zijn erg bekend. Van deze galappels kan inkt gemaakt worden en veel middeleeuwse boeken zijn geschreven met deze galappelinkt.

Een andere gal wordt gevormd aan het uiteinde van de eikentakken: de ananasgal. De ananasgalwesp plant zich nogal ingewikkeld voort. In de ‘ananas’ – de dakpansgewijze vergroeide bladknoppen – ontwikkelen zich alleen vrouwelijke larven. De gallen vallen in de herfst op de bodem en de larfjes overwinteren in de harde kern. In het vroege voorjaar zijn de larven wespjes geworden en leggen ze onbevruchte eitjes op de bloeiaren van de eik en daar ontstaat een andere galvorm. Daaruit komen dan mannelijke of vrouwelijke larfjes die zich dan later geslachtelijk kunnen voorplanten.

Sigaartjes in het riet

sigaargal

Het riet in valleitjes en langs de Mokbaai is uitgebloeid en de meeste halmen staan bruin verkleurd te wuiven in de wind. Hier en daar tref je een vergroeiing aan; meestal in een stukje waar de kwaliteit van het riet wat minder is zoals in droge valleitjes. Het aangetaste deel ziet er uit als een slordig gerolde sigaar. Dit is een sigaargal. In het binnenste van de ‘sigaar’ is een larfje te vinden. Het is een larfje van de sigaargalvlieg, een onopvallende bruine vlieg.

Zij zet haar eitjes in de zomer af op uitgroeiende riethalmen. Na een paar dagen kruipt het larfje naar de top en nestelt zich in de groeipunt. In de zomer is te zien dat op deze plek de rietbladeren dakpansgewijs tegen elkaar liggen en de plant niet verder meer uitgroeit. De ivoorwitte larve ligt in de sterk verdikte kamer onder de groeipunt die in de loop van de winter verhout. Na de winter verpopt de larf in de gal waaruit later de volwassen vlieg kruipt.

 

reageren

geef een reactie

  • Wim Roeleeld
    19 januari 2019 om 11:36

    Nooit geweten, dat er zo veel verschillende “gallen” zijn! Interessante weetjes; bij ons komende bezoek aan Texelgaan we ze vast ontdekken.

  • Guido
    18 januari 2019 om 15:25

    Interessante en leuke weetjes. Dankuwel!

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog