Vlieren; een uitbundigheid van leven..
Aan de binnenkant van de buitenste duinenrij langs de Texelse kust groeien veel vlieren. Het zijn struiken die hier goed gedijen op de rijke minerale grond, maar die toch veel te lijden hebben van de sterke wind die vaak zoutdeeltjes meevoert. Sommige vlieren zijn door het stuivend zand bijna helemaal begraven.
Veel takken breken in de loop van de jaren af en in de stam ontstaan grote gaten. De struiken krijgen daardoor een grillig uiterlijk met heel veel dood hout. Dit is goed te zien langs de groene routes van de Slufter en de Muy. De meeste struiken vertonen een windvorm: aan de luwe zijde kan de struik uitgroeien, terwijl de windzijde ‘geschoren’ wordt.
Wit dood hout
Het is prachtig om die dode takken van een vlier eens beter te bekijken: De takken zijn heel licht, kaal en kurkdroog. Soms zijn in die takken gaatjes te vinden van de houtworm, de larve van een klein kevertje die leeft van het hout. Houtworm is vooral bekend van de schade aan meubels en houten balken. De gaatjes zijn de uitvliegopeningen van dit kevertje. Er zijn een aantal soorten houtwormkevertjes bekend.
Op dat dode hout groeien hier en daar fluweelzachte donkere paddenstoelen in de vorm van een oor. Deze judasoren worden het gehele jaar aangetroffen. Tijdens droge perioden kunnen ze helemaal ineen schrompelen en na een vochtige periode zwellen ze weer op. Als je deze paddenstoel aanraakt lijkt het alsof je een oor voelt. De naam judasoor komt van de legende dat deze paddenstoel te zien was op de vlier waaraan de apostel Judas zich opgehangen had. Zo werd gedacht dat dit het oor van Judas was…
Wanneer takken helemaal afgebroken zijn blijven er grillig gevormde holtes over die in het voorjaar vaak als nestholtes door koolmeesjes worden gebruikt, hoewel ze meestal in nestkastjes broeden.
Levend vlierhout
Op dit moment zijn de meeste bladeren en bessen van de vlieren al afgevallen. Mocht er nog een blad gevonden worden dan is dat wel op de luwe zijde van de struik. Het verschil tussen oud en jong hout is goed te zien: de levende wat oudere takken hebben een ruwe schors, eenjarige twijgen zijn slank en glad en hebben een kern van wit merg.
De oudere takken zijn vaak geheel bedekt met zwavelgele korstmossen: het dooiermos. Deze algemene korstmossen zijn heel tolerant voor zout en treft men soms zelfs op basaltstenen op zeedijken aan. Leuk om in deze korsten de kleine bekertjes te ontdekken waarin de sporen worden ontwikkeld.
Vorige maand droegen de vlieren nog zwarte bessen. Deze wat flauw smakende vruchten zijn inmiddels opgegeten door trekvogels zoals zwartkoppen. Deze vogels – het mannetje met een zwarte kap en het vrouwtje met een bruine – zijn in september heel algemeen en gedragen zich onopvallend. Zij eten zich moddervet en kunnen daardoor verder trekken. Zij scheiden de pitten van de vlier uit in een paars uitwerpsel. Op die poepplek heb je kans dat er een nieuwe vlier gaat groeien.
geef een reactie
Mevr. C. de Heer
Hartelijk dank voor Uw mooie blog.
Helaas kan ik niet meer naar Uw prachtige eiland komen, maar op deze manier ben ik toch ’n klein beetje dáár.
Vriendelijke groet, Mevr. C. de Heer, Schiedam.
Guido
Vind deze geschreven stukjes erg mooi. Ik mag de eilanden zowiezo, Texel heeft zeker heel veel mooie mogelijkheden. Ik geniet. Dank u wel!
W C Roeleveld
Mooie en goede info en foto’s. Veel van geleerd, bedankt boswachters.