www.boswachtersblog.nl/ Texel

Op de grens van zee en land

16 oktober 2017 Boswachter Dick Schermer in Texel

In de Slufter en de Mokbaai zijn op dit moment de laagste delen prachtig rood door de herfstkleuren van het zeekraal. Dit bijzondere plantje groeit op een plek waar andere planten het niet uithouden: in het slik op de grens van zee en land. Het heeft het zout nodig om te kunnen functioneren. Nadat de plant vergaan is vormen de achterblijvende zaden een heerlijke maaltijd voor veel vogels.

Niet zonder zout

Zeekraal heeft een merkwaardige bouw: de gehele plant bestaat uit dikvlezige geledingen (de kralen). Er zijn geen bladeren te ontdekken en de bloemen zitten verborgen achter dekseltjes op vlezige zijtakjes. In de zomer steken daar onopvallend kleine meeldraden en stampers uit. De wind en mogelijk ook het water helpen bij het bevruchten van het geheel waarna de zaden zich in de kralen ontwikkelen.

Om te kunnen leven in dit barre gebied slaat het plantje het opgenomen zout op in de onderste geleding. Dit deel heeft dan vaak een gele of rode kleur. Door de hogere concentratie aan zout in de onderste kraal wordt het water gezoet en wel naar de bovenste geledingen geleid. Dit groene deel smaakt verrassend mild en heeft vaag de smaak van sperzieboontjes. Dit plantje wordt hier en daar dan ook geteeld en wordt gebruikt als bijgerecht bij mosselen of vis.

Nadat de zaden rijp zijn geworden gaat de plant verkleuren: steeds meer geledingen krijgen een herfstkleur en uiteindelijk is de hele plant rood. Nog weer later in het jaar zijn de planten verworden tot benige skeletjes, waarin de zaden verborgen zijn. Grappig is het hoe diverse eendensoorten de benige skeletjes afritsen. Dit is heel goed te zien vanaf de noordelijke uitkijkpunt van de Slufter en in de Mokbaai. Smienten, pijlstaarten, bergeenden, wintertalingen en wilde eenden lopen door de zeekraalvelden en ritsen de planten af. De zaden zijn in tegenstelling tot het glibberige uiterlijk van de plant harig en vallen moeilijk af.

Er zijn twee soorten zeekraal: de langarige vormt vaak grote velden in buitendijkse gebieden onderhevig aan het getij. De kortarige is meestal te vinden in binnendijkse zilte gebieden zoals de vogelgebieden aan de oostkant van Texel.

Een nieuwkomer

Een van de weinige planten die daar ook kunnen groeien is het slijkgras. Slijkgras vormt stevige pollen met scherpe bladeren en bloeit tot in november. Door zijn stevige bouw kan de plant veel slib vangen. De bloeiaren zijn opvallend: het is een samengroeisel van een aantal rechtopstaande aren.

De forse Engelse vorm van het slijkgras is met name in Friesland en Groningen in het verleden uitgezet om daar de buitendijkse kwelders versneld te laten aangroeien om deze in te polderen. Het deed het zo goed dat deze nieuwkomer van daaruit de kwelders op de Waddeneilanden heeft bereikt. Zo kan het gebeuren dat met name in de Mokbaai en sommige slikkige stukken van de Slufter het slijkgras een algemene plant is. Op sommige plekken heeft het slijkgras het aanwezige zeekraal verdrongen.

 

reageren

geef een reactie

  • Arien Slagt
    23 oktober 2017 om 15:04

    Vergeet het Eenbloemig zeekraal niet!

  • Annelies
    19 oktober 2017 om 08:11

    Is dat slijkgras dan goed of slecht zodat het niet de zeekraal vervangt

  • vjtm reijs
    17 oktober 2017 om 23:37

    weer heel interessant
    toch oppassen dat slikgras zeekras

    weer zeer interessant
    toch oppassen dat slikgras zeekraal

    weer zeer interessant
    maar wel zorgen dat slikgras het zeekraal niet verdringt !!!!

    l niet verdringt !!!

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog