De toestand in het veld door de ogen van een boswachter
De boswachters op Texel houden elkaar van het wel en wee in de gebieden op de hoogte door regelmatig een verslag te schrijven. In dit verslag blikt boswachter Dick Schermer terug op de afgelopen periode.
In deze periode – het begin van de zomervakanties - zijn de meeste bruine kiekendieven uitgevlogen en vliegen ze nog bedelend rond. Veel vogels verzamelen zich op bepaalde plekken: grote sterns verzamelen zich massaal in het afgesloten deel van de Slufter (een grove schatting wees op 10.000 vogels; waarvan veel jongen en 3000 visdieven/noordse sterns.) Ook steltlopers komen uit de broedgebieden aan: in de Mokbaai zag ik weer substantiële aantallen rosse grutto’s en in de Slufter hoor je regelmatig regenwulpen.
Lepelaars en vlinders
In de Slufter verzamelen zich meer en meer lepelaars (mogelijk uit de Muy); in de Geul zijn de lepelaars uit het achterste deel grotendeels vertrokken en komen nu de jonge lepelaars van het plekje op de helling te voorschijn. Een gepland bezoek aan de kolonie langs de groene route is afgeblazen omdat er nog vele jonge vogels aanwezig waren. Veel jongen met de ouders verzamelen zich nu achter het hekwerk in de plas; de plek waar de jonge lepelaars te voorschijn komen. Ik vond erg veel dode nestjongen in de nesten op het centrale eiland achter in het Geulbos. Circa 80 % van de nesten bevatte een of meer dode kadavers. Of dit ongewoon is, weet ik niet. Een gekleurringde lepelaar in de Mokbaai bleek opgevangen te zijn door Ecomare; het dier zag er wat verloren uit.
Tijdens de tweede vlindertelling trof ik in de Zanddijk (tussen het Koegat en de Slufter) alle drie de parelmoervlinders aan. Vooral de akkerdistelrijke delen (waar de gronddepots in de duinen liggen) zijn in trek. In het zuidelijke deel begint een lichte heidevegetatie te ontwikkelen. Daar trof ik het heideblauwtje aan. Opvallend is ook de hoeveelheid hazen (en teken – is hier een verband?) die zich schuil houden in de Zanddijk.
Duinvalleien en oeverzwaluwen
Vegetatie van de natte duinvalleien worden nu gedomineerd door egelboterbloem, moeraswespenorchis, geelhartje, addertong (in de Lange Damvallei) en herfstbitterling (in de Kreeftenpolder). De gagel in de valleien achter de boet van Hopman heeft zich uitgebreid tot twee valleien. Doordat het door de aromatische geur niet gegeten wordt door het vee blijft het staan; in tegenstelling tot de cranberry’s die nu een heel schamele vegetatie hebben.
Naast de kolonie oeverzwaluwen in de Slufter broeden er ook een aantal in een stuifkuil op het einde van het Enniapad: Er vlogen op 15 juli zo’n 10 vogels rond en er waren 5 holtes gegraven in de zuidwesthoek. Een vogel vloog zo’n holte in na 20 minuten observatie.
Heel leuk, maar ook wel verwacht waren twee jonge kleine zilverreigers in de Muy, die al bedelend achter ouders aangingen. Er waren 4 volwassen dieren aanwezig. Naar schatting zitten daar dus twee paren.
geef een reactie
Ronald
Hoi Dick, Ik las dat op Schiermonnikoog ook veel kadavers van jonge lepelaars zijn gevonden. Daar was het vermoeden dat het komt door het koude voorjaar en voedselgebrek. Wie weet is dat wel de reden. Zie ook: http://www.rtvnoord.nl/nieuws/181639/Dramatisch-broedseizoen-voor-lepelaars-op-Schiermonnikoog.
Groetjes, Ronald
Boswachter Dick Schermer
Dag Ronald,
Ik heb intussen contact gehad met de biologe die daar onderzoek doet naar het wel en wee van lepelaars. Zelf denk ik dat het met de gebrekkige voedselvoorziening te maken heeft. De Geulkolonie ligt gedeeltelijk onder bomen en uit de wind.
groeten Dick
vjtm reijs
er is weer heel veel te zien geweest op het gouden boltje
fijn dat je het wilde meedelen
vjtm reijs