Fladderende blauwtjes in de duinen
Met zonnig weer zijn er veel vlinders te vinden in de duinen van Texel, vooral de blauwgekleurde vlinders vallen op en vliegen boven grassige plekken met vooral rolklaver. Meestal gaat het om de mannetjes van het icarusblauwtje. Langs de groene weggetjes op de Hoge Berg, in de Nederlanden bij de Muy en langs het pad in de Bleekersvallei vliegen ze vaak rond. Vrouwtjes van het icarusblauwtje zijn vaak bruinig met een blauwe zweem en zijn onopvallend.
Dit vlindertje is genoemd naar Icarus uit de Grieks mythologie, die uit het kasteel van koning Minos op Kreta probeerde te ontsnappen met vleugels van hout en veren, vastgezet met was. In zijn enthousiasme vloog hij te hoog, de was smolt door de zon en hij stortte daarna in zee.
Blauwtjes in de heide
In de heidevelden van Texel komt een dubbelganger voor: het heideblauwtje. Dit vlindertje is wat kleiner dan het icarusblauwtje en behoorlijk honkvast. De onderkant van zijn vleugels is wat intenser gekleurd. Landelijk gezien is het een zeldzame soort, maar in de gebieden van Staatsbosbeheer Texel komt het op een aantal plekken voor: in de Bollekamer en de Geul en in het heideveldje bij de Ploegelanderweg. Tijdens vlinderinventarisaties door de boswachters van Staatsbosbeheer is de soort ook gevonden in de heidevelden tussen de boet van Hopman bij de Koog en de Zanddijk langs het fietspad.
Grappig is dat het heideblauwtje in groepen overnacht. Tientallen blauwtjes uit de buurt komen in de avond samen en slapen dan met de kop omlaag. Dit gedrag wordt ook bij andere blauwtjes waargenomen.
De eitjes van het heideblauwtje worden vooral afgezet op de struikheide en overwinteren zo. De groenachtige rupsen die in het voorjaar uitkomen scheiden een zoete stof uit. Deze zoete afscheiding wordt ‘gemolken’ door mieren. Vaak belandt zo’n rups dan ook in een mierenhoop, waar hij kan toch nog verpoppen.
Andere Texelse blauwtjes zijn de boomblauwtjes, die vaak in de Dennen voorkomen en bleke oplichtende ondervleugels hebben en de vrij zeldzame bruine blauwtjes. Deze bruine blauwtjes (zonder enig spoortje van blauw) komen verspreid voor rond nectarhoudende planten.
Wegspringend blauw
In kale duinen met veel korstmossen en op graspaden kan het gebeuren dat er een donkere sprinkhaan wegspringt, die plotseling een oplichtend stuk blauw laat zien. De betreffende sprinkhaan is een blauwvleugelsprinkhaan, die meters weg kan zweven. Door de grote vleugels lijkt het dier dan meer op een vlinder dan een sprinkhaan. De felle kleur dient om vogels op afstand te houden. Op de bodem valt het dier geheel weg; de blauwe vleugels zijn dan niet zichtbaar.
Grote kans op blauwvleugelsprinkhanen zijn de duinen bij Loodsmansduin en de Bollekamer en verder in de Muy en langs de zanddijk. Vanaf de lente maakt de blauwvleugelsprinkhaan een gedeeltelijke gedaanteverwisseling door. Ze lijken dan al veel op de volgroeide sprinkhaan, maar missen de vleugels nog.
De volwassen dieren zijn echte zonneaanbidders en goed waarneembaar in de zomer tot in september. De blauwvleugelsprinkhaan maakt voor ons nauwelijks hoorbaar geluid en is in tegenstelling tot andere sprinkhanen alleen met veel geluk te ontdekken.
geef een reactie
Jaap P. Gehem
Leuk stukje over al dat (bijna) blauw in de duinen.