Muizenoor, een vrolijke aankondiging van de zomer op Texel
Muizenoor begint nu in bloei te komen. Op Texel is deze plant vooral te vinden in de duinen en op tuinwallen. Muizenoor is een havikskruid uit de grote familie van de composieten. De plantenfamilie waar ook de paardenbloemen, distels en margriet bijhoren. Net als de andere havikskruiden is muizenoor een overblijvende plant en zit er melksap in de plant. Tijdens bijna elke wandeling door de duinen en zeker tijdens een excursie met een boswachter van Staatsbosbeheer is muizenoor te zien. Ook op oude tuinwallen op de Hoge Berg is muizenoor te vinden. Texelse namen voor muizenoor zijn: meierblom, haazeblaade en peerdeblom.
Muizenoor
Muizenoor is een lage grijsgroene plant die in de voorzomer bloeit, met vaak in de nazomer en herfst een tweede bloeiperiode. De bladeren van het rozet, de kransbladeren vlak boven de grond, zijn langwerpig en lijken op een spatel. De bladrand is gaaf en het blad is meestal behoorlijk vlak, bij droogte vouwt het zich meer op. Boven op het blad zitten verspreid wat haren. De onderkant van het blad is bedekt met sterharen die een viltige bekleding kunnen vormen. Aan de vorm en beharing van de onderkant van het blad dankt muizenoor haar naam.
Vermenigvuldiging
De planten vermenigvuldigen zich behalve uit zaad vooral via de bovengrondse wortelstok. Net als bij aardbeien groeien hier steeds nieuwe plantjes uit. Zo ontstaan er vaak hele veldjes muizenoor. Langs de uitlopers staan verspreid kleine blaadjes. Muizenoor houdt van zonnige plaatsen op vrij voedselarme grond. De lage plant wordt op andere plaatsen makkelijk door krachtiger planten verdrongen. Begrazing door konijnen of vee is in de duinen belangrijk voor muizenoor om de groeiplaats geschikt te houden. Zeker wanneer verstuiving erg beperkt helpt bij het zorgen voor goede omstandigheden voor muizenoor. De stengel van de bloem heeft geen bladeren. Per stengel vormt zich één bloem. De buitenste van de citroengele lintbloemen zijn aan de onderkant tegen de top aan rood.
Wilde bijen
Het muizenoor is een belangrijke voedselplant voor veel wilde bijen. Vooral veel soorten groefbijen zijn er regelmatig op te vinden. Net als het grasklokje heeft het muizenoortje last van verruiging van tuinwallen. Wordt een tuinwal niet gemaaid of mee beweid dan worden ze door grassen verdrongen. Muizenoor komt pas op tuinwallen als die minimaal 15 jaar oud zijn. Daarvoor zijn ze nog te voedselrijk en kunnen er composieten als klein streepzaad en biggekruid groeien die ook veel door wilde bijen worden bezocht. Andere insecten kunnen alleen op muizenoor leven. Er zijn twee vedermotten, waarvan de ene eieren legt aan de bovenkant van het blad, terwijl de andere de onderkant voor haar rekening neemt. Ze gebruiken de haren van de onderkant van het blad om een weefsel te maken waarin ze verpoppen. Maar ook zijn er galwespen, galmijten en wantsen die voor hun bestaan van muizenoor afhankelijk zijn.
geef een reactie
jan vrouwe
Hé boswachter, de zomer is daar, dus maak een foto in je zomertenue, dat ziet er beter uit dan winterjack met gesloten kraag, toch!
Zomergroet,
Jan Vrouwe