Strandbroeders op Texel krijgen hulp, wandelaars worden om hun broedgebied heen geleid. Rust voor vogels, ruimte voor mensen.
Strandbroeders profiteren van de dynamiek van strand en duinen, de plek waar strand in duin overgaat verschuift regelmatig. Bij Paal 10 verdwijnt er duin en bij Paal 31 komt er duin terug. Juist tussen deze beginnende duinen broeden bontbekplevier en strandplevier graag, alle reden om er voor te zorgen dat mensen er om heen lopen. Op de rest van het strand is hier ruimte genoeg voor menselijk strandactiviteiten. Rust voor vogels en ruimte voor mensen gaan hier goed samen.
Corps de Gardenollen
Bij Paal 31 is het duingebied veel breder geweest. In de luwte van de Eierlandse Dam kan op het brede strand weer duingroei plaatsvinden. Hoever het duin weer terug groeit richting de oude oppervlakte is afwachten. Ook lang geleden was hier voor de toen bredere duinen een breed strand met een losliggend duin, de Corps de Gardenollen. Vermoedelijk zo genoemd van wege een wachtpost dat er gelegerd was. Deze is toen met een stuifdijk met de Eierlandse Duinen verbonden.
Strandbroeders, plevieren
Bontbekplevieren en de zeldzame strandplevier broeden graag tussen jonge duinen op kaal zand. De nesten vallen niet op wanneer de vogel wegvliegt. Een wandelaar stapt er dan ongemerkt op of heeft niet in de gaten dat zijn hond een lekker hapje heeft gevonden. Staatsbosbeheer en andere beheerders zetten de plek waar een plevier broed af om het nest te beschermen. Alle jaren is dit ook nodig op een parkeerterrein. Hier is nu zo’n groot gebied geschikt als broedgebied dat vooraf afzetten beter is. De kans is groot dat de plevieren dan juist hier gaan broeden. Bovendien is juist de zone met heel jonge duintjes belangrijk voor opgroeiende kuikens. Ze zoeken hier insecten tussen het biestarwegras en de helm en verlaten dan het rond een nest afgezette gebied. Hun ouders vliegen naar de waterkant om daar voedsel te zoeken. Op stranddelen waar honden los mogen lopen is het van groot belang ze uit de duinvoet te houden, hier kunnen juist bontbekplevieren tot broeden komen.
Dwergstern
De meest opvallende strandbroeder is de dwergstern een klein, 25 cm lang, zeer slanke witte vogel met zwarte pruik en een gele snavel met zwarte punt. Ze vallen op door hun scherpe raspende roep en doordat ze in kolonies broeden. Ze jagen door met een zeer snelle vleugelslag boven het water te staan bidden terwijl ze naar kleine visjes speuren. Vaak dicht bij het strand en de broedplaats duiken ze om de haverklap het water in. Dwergsterns broeden bij voorkeur op schelpenbankjes. Die liggen iets hoger en de schelpen geven enige beschutting en camoufleren de eitjes. Wanneer het goed stuift op het strand kan het er knap onaangenaam zijn. Het kan zelfs voorkomen dat een broedende dwergstern levend wordt begraven. Lang kon de dwergsterns zich goed handhaven langs het strand. Dat zo nu en dan de nesten wegspoelden werd gecompenseerd door de korte afstand tot het voedsel en het nagenoeg niet op het strand komen van roofdieren op vier poten. Voor de dwergsterns en plevieren die op onverwachte plaatsen broeden worden afzettingen geplaatst zodra broeden is vast gesteld.
geef een reactie