(c) Liekele Sijstermans

Tijdens onderzoek naar de insecten die op Texel voorkomen heb ik vorig jaar vlak achter de zeereep bij Paal 17 in het Duinpark gekeken naar insecten die hier voorkomen. Van de ruim 24.000 soorten insecten die uit Nederland bekend zijn kan ik maar een deel zelf op naam brengen, maar gelukkig helpen veel andere mensen mee. Hele kleine beestjes gaan naar Cees Gielis, die er de stofluizen uitzoekt en de rest weer naar andere specialisten doorspeelt. Liekele Sijstermans vond een klein sluipwespje (2,5mm), waarvan de meest deskundige op het gebied van sluipwespen in Nederland Kees Zwakhals bevestigde dat het Neorhacodes enslini is, een soort die hij zelf nog nooit in Nederland heeft gevonden.

Deze soort is o.a. bekend van Zuid- en Centraal Europa tot in Noorwegen, Finland en Rusland. Ze leggen hun eieren in nesten van graafwespen tripsendoders, daarvan zijn drie soorten uit Nederland bekend, maar nog geen enkele uit het Waddengebied. Een van deze soorten moet dus ook op Texel te ontdekken zijn, of ook andere graafwespjes kunnen gastvrouw zijn. In de literatuur wordt genoemd dat deze sluipwesp uit nesten van de tripsendoder Spilomena troglodytes is opgekweekt. Deze soort is bekend uit de duinen ter hoogte van Alkmaar en vanuit centraal Friesland.
Deze hele kleine (2-3mm) graafwespjes maken nestcellen in met merg gevulde stengels of verlaten vraatgangen van kevers in dood hout. Ze vangen tripsen (<1mm smalle insecten die vaak van sappen van planten leven) en brengen die naar het nestcel als voedsel voor de larven. De sluipwesp legt haar ei in de cel en als het goed gaat voor de sluipwesp komt dat ei eerder uit dan dat van de graafwesp. De larve eet dan het ei van de graafwespen op en vervolgens de tripsen en verpopt daarna in dik eivormig cocon dat in de nestcel wordt gesponnen.

Boswachter Erik van der Spek