Grote zijdebijen en andere snoepers van wilgenstuifmeel
In het voorjaar zijn bloeiende wilgen een belangrijke voedselbron voor wilde bijen. Bijzonder aan wilgen is dat er mannelijke en vrouwelijke bomen zijn. De bomen met katjes die het gele stuifmeel produceren zijn mannetjes. De katjes van de vrouwelijke bomen leveren nectar. Voor de bestuiving moeten wilgen het daardoor niet hebben van honingbijen, die halen nectar of stuifmeel tijdens een vlucht en verslepen daardoor weinig stuifmeel van mannelijk naar vrouwelijke planten. Gelukkig voor de wilgen halen wilde bijen tijdens een vlucht zowel stuifmeel voor de larven als dat ze zelf nectar drinken als voedsel. Met de bestuiving komt het zo toch nog goed. De grote wilgenstruwelen rond de Geulpas, Horspolders en in De Muy bestaan vooral uit grauwe en geoorde wilgen. De veel kleinere kruipwilg is verspreid door het hele duingebied te vinden.
Grote zijdebij
De talrijkste wilde bij die op Texel op de wilgen vliegt is de grote zijdebij. De vrouwtjes lijken wel wat op honingbijen en zijn net zo groot. De mannetjes zijn grijzer en vliegen druk rond de wilgen op zoek naar de vrouwtjes. De Britse onderzoeker Simon Saxton zocht uit dat de paring gemiddeld vijfminuten en 35 seconden duurt. De grote zijdebij graaft een nest in het zand. Ook buiten de duinen is de grote zijdebij bij bloeiende wilgen te vinden, tenminste wanneer er niet te veel honingbijen zijn die hen verdringen. Zijdebijen bekleden hun broedcel met een uitscheiding die op zijde lijkt. Ze graven een nestgang in de grond op maximaal 350m afstand van hun voedselbron. Ze graven hun nestgang schuin de grond in, op 12-28cm diepte buigt die horizontaal af. Van uit dit deel graven ze straalsgewijs 2 – 6cm diepe zijgangen waarin ze een klompjestuifmeel gemengd met nectar opslaan voor de larve die uit het ene ei dat ze per cel leggen komt. Vaak is er een tekort aan geschikte nestplekken, dan kunnen er tot 30 nesten per m2 gebouwd worden.
Grote bloedbij
De net zo forse grote bloedbij, met opvallend rood achterlijf, zoekt deze nesten op. Het is een koekoeksbij, die verzameld zelf geen stuifmeel maar legt haar eieren in het nest van de grote zijdebij. Van de grote bloedbij zijn nu alleen vrouwtjes te vinden. In de zomer heeft de bevruchting al plaatsgevonden. Dan zie je bijna alleen mannetjes. De vrouwtjes kruipen na de paring direct weer in de grond om te overwinteren.
Zandbijen
Naast de grote zijdebij zijn er in Nederland 17 soorten zandbijen waarvoor wilgenstuifmeel van belang is. Niet al deze soorten zijn op Texel te vinden. Een deel van deze soorten gebruiken alleen wilgenstuifmeel als larven voedsel, anderen kunnen ook andere planten als voedselbron gebruiken. De vroege zandbij en de donkere wilgenzandbij zijn twee van de zeldzamere soorten die ook op Texel te vinden zijn. Met goed opletten zijn ze soms tussen de wolken grote zijdebijen te ontdekken.
Hommels
Ook voor hommels zijn wilgen belangrijk. Bij de hommels overwinteren alleen de koninginnen. Die beginnen nu een nest te maken en moeten voorlopig al het werk doen; nestbouw, voedsel verzamelen en eieren leggen. Uit de eerste eieren worden werksters geboren die het meeste werk overnemen. De koningin hoeft daarna alleen nog eieren te leggen.
Meer informatie over wilde bijen is te vinden via www.wildebijen.nl
Boswachter Erik van der Spek
geef een reactie
Rare bees not rare on Texel island | Dear Kitty. Some blog
[…] Texel island bees: here. […]