www.boswachtersblog.nl/ Texel

Sterfte onder jonge meeuwen, slachtoffers van de weg naar zelfstandigheid

1 september 2014 Boswachter Erik van der Spek in Texel

Zilvermeeuw op het nest
Zilvermeeuw op het nest

Elk jaar tegen het eind van de zomer gaan er weer veel jonge meeuwen dood. Vooral langs de wandelpaden in de buurt van de meeuwenkolonies, waaronder enkele ‘groene routes’, zijn dan veel dode en soms nog net niet dode jonge meeuwen te vinden. Geen aangenaam gezicht, waar mensen logischerwijs vragen over stellen. Dit jaar legde iemand daarbij het verband met de consumptie van plastic afval. Hoe schadelijk plastic ook is, de meeuwensterfte in deze periode heeft een andere oorzaak.

Meeuwen opvoeding
Vader en moeder meeuw leveren na het uitkomen van de eieren een reuze inspanning om hun kroost van voedsel te voorzien. Ze vliegen zo nodig grote afstanden en eindeloos heen en weer om aan voedsel te komen. Zolang de jongen nog donsveren hebben blijft meestal één van de ouders bij het nest, ze worden onder de vleugels warm gehouden. Er kan dan zoveel mogelijk voedsel gebruikt worden om van te groeien en niet om warm te blijven. Wanneer de jongen groter worden en een eigen verenkleed krijgen kunnen ze zichzelf beter warm houden. Bovendien hebben ze meer eten nodig om verder te groeien en zijn voedselvluchten door beide ouders nodig. Maar vanaf eind juni hebben pa en ma er genoeg van. Hun kin- deren moeten zelf aan de kost zien te komen. Ze blijven nog lang bedelen bij hun ouders met een hoog klagend en piepend geluid, maar de ouders negeren dit.

Eten of gegeten worden
Veel jongen lukt het om zelf aan de kost te komen, maar niet allemaal. Het kunnen de jongste dieren uit het nest zijn, of de jongen die achteraan stonden bij het uitdelen van het voedsel of om andere redenen zwakker zijn. Ze gaan langzaam dood en worden dan voedsel voor andere jonge meeuwen, die het daardoor wel overleven, en voor veel andere dieren. Vooral grote aantallen insecten leven van dode dieren, zoals vliegenlarven en keverlarven die het verterende vlees eten. Roofkevers die dáár weer van eten. Insectenetende vogels die ze allemaal wel lusten en nog veel meer dieren hebben profijt van de dode meeuwen. Dat is de reden waarom Staatsbosbeheer deze dode dieren laat liggen. Het opvangen van meeuwen die het niet gaan redden neemt niet alleen een voedselbron weg, maar zorgt er ook voor dat de natuurlijke selectie niet werkt. Hierdoor kan op termijn de gezondheid van de hele populatie verminderen.

Entomoloog Bas Drost zoekt uit hoeveeel keversoorten er in een dode meeuw leven
Entomoloog Bas Drost zoekt uit hoeveeel keversoorten er in een dode meeuw leven

Niet elk ei wordt een meeuw
De natuur zorgt voor reserves bij de voortplanting. Om het aantal meeuwen op peil te houden hoeven er niet meer meeuwen groot te worden en zelf jongen te krijgen dan er meeuwen zijn. In onze grootste kolonie in De Geul broedt ongeveer 14.000 paar kleine mantelmeeuwen en zilvermeeuwen. Die zouden in theorie per jaar 42.000 eieren kunnen leggen wat evenveel succesvol uitgevlogen jongen zouden kunnen worden. Wat na een paar jaar weer 21.000 broedparen zou kunnen opleveren als alle dieren zouden blijven leven. Anders gezegd: wanneer een paar volwassen geworden meeuwen 5 jaar een legsel heeft, hoeven de 21 eieren maar twee vogels op te leveren die ook weer jongen grootbrengen om het aantal op peil te houden.

Zie ook onze weblogs uit 2012 over onderzoek in onze grootste meeuwenkolonie op Texel:
http://staatsbosbeheertexel.wordpress.com/2012/07/26/kleine-mantelmeeuw-en-zilvermeeuw-in-de-kelderhuispolder-op-texel/ en
http://staatsbosbeheertexel.files.wordpress.com/2012/01/2012-week02-kanibalisme-bij-kleine-mantelmeeuwen.pdf

Boswachter Erik van der Spek

reageren

geef een reactie

  • Gulls’ nests on Texel island counted | Dear Kitty. Some blog
    1 september 2014 om 13:31

    […] Herring gull and lesser black-backed gull nests on Texel: here. And here. […]

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog