Lepelaars; vette kuiven op Texel
Al in de 19e eeuw broedden er lepelaars op Texel in terreinen die nu in beheer van Staatsbosbeheer zijn Samen met de lepelaars die bij natuurmonumenten op De Schorren broeden biedt Texel onderdak aan ongeveer 20% van de in Nederland broedende lepelaars. Het is nu een goed moment om de lepelaars te bekijken met de boswachter.
Elk jaar is het weer spannend hoeveel lepelaars uit hun overwintergebied, dat zich uitstrekt van Zuid-Frankrijk tot in Senegal, terugkeren. De eerste vogels arriveren eind februari, maar tot ver in mei kommen er nog dieren aan. Lepelaars van De Geul zijn goed te zien vanaf het uitkijkpunt dat Staatsbosbeheer heeft gebouwd bij de Mokweg. Tijdens de excursie met de boswachter van Staatsbosbeheer is het aan en afvliegen goed te zien.
Het Grote Vlak
In het Grote Vlak, dat nu binnen het natuurreservaat De Geul ligt, broedden in de 19e eeuw 5 tot 25 paren. Het is mogelijk dat ze toen ook bij andere duinplassen hebben gebroed. Door het rapen van eieren en de drooglegging van het Grote Vlak hebben ze hier na 1880 niet meer gebroed.
De Muy
Daarna vonden de eerste broedpogingen plaats in De Muy, in 1904 (4-5), 1910 en daarna in de jaren 1921 tot 1931 ( 1921, 1 paar en 1923 10 paren). De oorzaken van het onregelmatig broeden zijn vermoedelijk een overmatig bezoek aan de kolonie en wellicht het clandestien rapen van eieren. Pas in 1933 vlogen in De Muy de eerste jongen uit. Vervolgens groeide de kolonie zeer snel van 5 tot 110 paar in 1938. Dit aantal bleef constant tot 1954.
In 1955 daalde het aantal tot 80 á 90 paar en bleef vervolgens tot 1964 schommelen tussen de 70 en de 80 paar. In 1965 daalde het aantal sterk tot 40 paar en later nog verder onder invloed van vervuiling van het milieu, speciaal de Waddenzee. Met een diept punt van 12 paar in 1968. Nadat in 1989 de lepelaars In De Muy verstoord waren door fretten of bruine ratten, is het aantal broedparen tot 1995 niet meer boven de 26 uitgekomen. Pas in 1995 nam het aantal toe tot 32, in 2014 broeden er minimaal al 85 paar.
De Geul
In het reservaat De Geul zijn in 1940 weer enkele met nestmateriaal slepende lepelaars gezien. Tijdens de Tweede Wereldoorlog ontstond hier een kolonie van ongeveer 10 paar, die verstoord raakte. Pas in 1953 probeerde er weer een paartje te broeden. Het aantal paren bleef hierna in De Geul tussen 6 en 13 schommelen. Nadat in 1987 vossen de kolonie in het Zwanenwater predeerden, nam het aantal broedparen in De Geul plotseling hard toe en groeide tot 45 paar in 1994. Nu vormen de 450 paar hier de grootste kolonie van Nederland. Door de hoge grondwaterstand staan broedplaatsen onder water en is het aantal in 2014 waarschijnlijk lager. Er zijn er al 321 geteld, maar er zitten er zeker meer onder de wilgen.
De Schorren
Op de Schorren vestigde zich in 1982 met drie paar voor het eerst een kolonie lepelaars. Ze broeden hier buitendijks. Dit jaar zitten er daar al zeker 100.
Excusrsies kunt u boeken via www.ecomarel.nl
Boswachter Erik Staatsbosbeheer
Bron: Texel is anders 248-253, 2014, Otto Overdijk en Erik van der Spek, Vette kuiven op Texel: lepelaars
geef een reactie
Young spoonbill, video | Dear Kitty. Some blog
[…] Spoonbills of Texel: here. Texel spoonbill nesting history: here. […]