Herfsttijd is maaitijd in de Duinen van Texel
In de herfst is het tijd om natte duinvalleien en bloemrijke graslanden te maaien. Zonder maaien of begrazen ontwikkeld zich langzaam een duinbos. Ook mooi, maar niet overal. Veel van de planten en dieren die bijzonder zijn in de duinen komen juist in deze gebieden voor. De natuur heeft in Nederland niet zoveel ruimte dat er door opbouw en afbraak een nieuwe cyclus van successie (opeenvolging van levensgemeenschappen) kan starten en alle soorten die bij de verschillende levensfasen van het duin horen blijvend een plek kunnen vinden. Door beheer kunnen de omstandigheden voor de planten en dieren die bij een bepaalde fase horen (lang) hun leefgebied behouden.
Staatsbosbeheer maait na de broedtijd en bij voorkeur nadat alle planten gebloeid hebben en zaad hebben kunnen vormen. De gedragscode natuurbeheer wordt daarbij gevolgd. Omdat er ook soorten dieren zijn die niet tegen maaien kunnen wordt niet de hele oppervlakte gemaaid, zeker wanneer er in de randen niet genoeg overlevingsmogelijkheden voor deze soorten zijn. De rupsen van de meest algemene graslandvlinder op Texel, het bruinzandoogje, overwinteren bijvoorbeeld in staand gras, wordt dit allemaal gemaaid dan zijn ze er het volgende jaar niet meer. Door een niet gemaaid stuk het volgend jaar wel te maaien en een ander stuk te laten staan voorkomen we dat er op die plek wel struikgewas en later bos ontstaat.
Boswachter Erik van der Spek
geef een reactie