Dit is het zevende jaar dat Kees Camphuysen van het NIOZ onderzoek doet naar het wel en wee van de zilvermeeuwen en kleine mantelmeeuwen in de Kelderhuispolder in het nationaal Park Duinen vna Texel. De kleine mantelmeeuwen kwamen normaal op tijd in april en maart terug in de kolonie, maar begonnen wel laat met het leggen van eieren. De eieren waren bovendien kleiner dan ooit tijdens deze onderzoeksperiode is vastgesteld.  De kuikens van de kleine mantelmeeuw werden tussen 5-20 dagen oud op grote schaal opgegeten, er was weinig sterft door verhongering. Vergeleken met eerdere seizoenen was het aantal uitgevlogen jongen gunstig (0,57/nest).

De zilvermeeuwen begonnen maar een beetje later met eieren leggen en hun eieren waren wel normaal van formaat. Er zat dit jaar tien dagen verschil tussen het moement van gemiddelde eileg tussen beide soorten en bedroeg de niet eerder vertoonde periode van tien dagen. Meestal groeiden de jongen voorspoedig, maar in juli verloren sommige jongen gewidht. Het aantal uitgevlogen jongen was redelijk goed (1,04/nest). Verspreid over de hele kolonie van De Geul was het resultaat wisselend.

Boswachter Erik van der Spek