Duinplassen-tocht: zonder natte voeten toch veel ontdekken
We zijn net vertrokken, en nog geen tien meter vanaf de bushalte bij West aan Zee, of gids Hans Blanken staat al stil bij een inheemse plant: slangenkruid. Na een korte uitleg vervolgen we onze tocht, achter Hans aan die met stevige tred doorloopt over het wandelpad. "We zoeken eerst even de rust op", doelend op de vele fietsers die zich naar het strand spoeden.
De Badhuiskuil is de eerste natte (uitgestoven) duinvallei die we zien. Deze is nog nat, hoewel op dit moment in de meeste ‘plakken’ die we gaan bekijken nauwelijks water staat, door de weinige regenval. “In 2009 begon Staatsbosbeheer hier met herstelwerkzaamheden. Het nadeel van de natuur zijn gang laten gaan is dat er vaak bos ontstaat, terwijl wij juist graag de verschillende fases – successies – willen behouden”, legt Hans uit.
Hans eet graag direct uit de natuur, zoals de oranje besjes langs de kant van het fietspad: duindoorn. Deze plant is eenslachtig. Ze is er de oorzaak van dat binnenkort menig vogel straks zwalkend wegvliegt, doordat de bessen in een paar weken tijd fermenteren en er alcohol ontstaat.
Ernaast staat een zwarte rozenbottel. Met een zakmes haalt hij de pitjes eruit en proeft dit ‘superfood’. Verderop staat waternavel: “Lekker in een salade. Het heeft een beetje een noot-smaak. En van dit plantje kan je heerlijk thee zetten”, vertelt hij, terwijl er watermunt rondgaat om aan te ruiken.
Om een goed beeld te krijgen van de omgeving klauteren we een hoog duin op. Waar nodig helpt men elkaar door een bemoedigend duwtje, wat leidt tot veel vrolijkheid.
Bovenop deze oude zeereep aangekomen, turen we over verschillende plakken. Een zeereep is een beschermende rij duinen. Door natuurlijke suppletie zijn hier al meerdere nieuwe zeerepen ontstaan.
Verderop is een shovel bezig bij het Waterplak. “We graven daar de grond af omdat er een grote groep aalscholvers heeft gebroed. Dat bracht veel mest met zich mee en we willen de bodem hier vooral ‘arm’ houden”, zegt Hans wanneer we het Waterplak naderen. Zeldzame planten als moerasweegbree en draadgentiaan gedijen daar goed.
De werkzaamheden worden buiten het broedseizoen gedaan zodat zo min mogelijk vogels er last van hebben. De vele aalscholvers en lepelaars die er normaal zitten zijn tijdelijk vertrokken. “Die komen wel terug. Door droogte staat er nu weinig water in de plakken, maar in het najaar worden ze weer nat”, stelt Hans ons gerust.
De naam duinplassen-tocht schiet eigenlijk tekort. Want ook al staat er op dit moment weinig water en zijn de lepelaars zich op het wad aan het verzamelen voor hun grote trek, en aalscholvers vertrokken uit de kolonies, Hans weet tijdens de wandeling genoeg te vertellen over de Terschellinger natuur.
“Als gids ben ik nu dagelijks op pad; dan voeg ik weleens wat extra verhalen toe”, lacht hij.
En dat valt in de smaak bij de deelnemers.
Eilandmeisje is verhalenjutter van Terschelling. Met Staatsbosbeheer jut ze verhalen, omdat we samen geloven in de kracht van verhalen. Dat verbindt ons met een plek: dit eiland, waar de natuur altijd in beweging is.
geef een reactie
Natuurlijk Noorden
Hallo leuk dit en we willen wel contact met het Eilandmesije! Groetnis http://www.natuurlijknoorden.nl