Hoe de vogelwachters op hun post komen op De Boschplaat
Voor Jan Huneman zijn de twee Staatbosbeheer-keten op De Boschplaat zijn tweede thuis. Hij is een oudgediende, maar nog steeds is hij vogelwachter, én de ‘pater familias’ voor de vogelwachters. Hij zorgt dat ze op hun plek komen, geeft tekst en uitleg, en brengt ze weer naar de boot als hun week erop zit.
Deze keer is het de beurt aan Arend en Gea Spijker, die bij het Amelandergat mogen bivakkeren. Ik mag, als verhalenjutter, mee ze wegbrengen.
Passeren we een fietser of wandelaar, dan doet Jan het raampje van de auto naar beneden en groet iedereen vriendelijk. Gastheerschap is een belangrijke taak voor de vogelwachters. Aangekomen bij de Tweede keet, ter hoogte van Paal 22.4, wordt even kennis gemaakt met de collega’s, en doorgenomen welke vogels er nu op De Boschplaat aanwezig zijn. De eerste lepelaars, een velduil en een nachtegaal zijn gespot, en een stel blauwe kiekendieven zit naast het karrenpad onder de Stuifdijk, weet Jan. Voordat we verder oostelijk rijden bekijkt hij de waterstand op zijn telefoon. Het water is nog te hoog om over het strand te gaan, hij besluit via Cupido’s Polder te rijden. Typisch zo’n plek waar je te weinig komt. Wat is het mooi aan de noordkant van de Stuifdijk! Er zitten veldleeuweriken en kiekendieven. “Veel hoge duinen zijn hier weggeslagen”, vertelt Jan.
De openheid is nu voor veel vogels ideaal en er zijn planten als duizendguldenkruid voor in de plaats gekomen.
Bij de Koffiebonenplaat staan vanaf de vloedlijn tot aan het duin palen waartussen een touw is gespannen, zodat bezoekers dit kwetsbare gebied omzeilen en de vele vogels rustig kunnen broeden en rusten.
Vogelwachters Martijn en Kirsten staan al klaar voor de wisseling van de wacht bij ‘de koppen van 28’.
Na de overdracht krijgt Arend uitleg van Jan over de kachel, watertank en Ipad. Vogelwachters gaan met hun tijd mee, wekelijks posten ze berichten op Facebook en Twitter. Ook een getijdentabel, de buienradar (“maar die buien zie je zo wel aankomen”, merkt Jan droog op) en de wadvogels-app staan op het apparaat.
In een digitaal dagboek houden de vogelwachters bij wat ze hebben gezien, hoeveel bezoekers langs kwamen en of overtredingen begaan zijn. Een papieren versie is aanwezig om door te bladeren, net als vroeger.
Dan volgt de vogeloverdracht. Gele kwikstaarten, zaagbekken, strandlopers, rosse grutto’s, kanoetstrandlopers, eidereenden, meeuwen en rotganzen worden opgesomd. Het is rustig. Het broedseizoen begint net en het is nog te koud voor de trek. Terwijl ik door de telescoop tuur, die bij de keet staat, neem ik mij voor om mij meer te verdiepen in vogels, misschien mag ik dan ook eens vrijwillige vogelwachter op De Boschplaat zijn.
En wie door Jan begeleid wordt, die is een echte geluksvogel.
Eilandmeisje is verhalenjutter van Terschelling. Met Staatsbosbeheer jut ze verhalen, omdat we samen geloven in de kracht van verhalen. Dat verbindt ons met een plek: dit eiland, waar de natuur altijd in beweging is.
geef een reactie
Valentijn
In 1991 ben ik op de Boschplaat geweest, en een rondleiding gehad van een vogelwachter tijdens een schoolreis op Terschelling. Ik kan me herinneren dat we een lang zandpad af fietsten langs de duinen aan de noordkant. Op een gegeven moment ging het ‘landinwaarts’ naar een vogelwachtershuis midden op de Boschplaat. Ergens tussen de 2e en 3e slenk. Nu ik 30 jaar later kijk via Google Earth kijk zie ik er geen spoor meer van langs het pad. Of het is gecamoufleerd met een grasdak. Is deze wellicht verhuisd naar de noordelijke duinrand in de loop der tijd? Ik kan me goed voorstellen dat de natuur in de loop der tijd zodanig is veranderd dat dit niet meer kon blijven. De vogelwachter zij toen ook al dat het wad op de eilanden ieder jaar anders is. Kun je die verhuizing bevestigen?