Een weekje vogelwachter op de Boschplaat, deel 1
Net als de afgelopen twee jaar heeft vrijwillige vogelwachter Gert Jan Blankena een week doorgebracht op de vogelwachterspost bij het Amelandergat. Van iedere dag heeft hij een dagboek bijgehouden. Hierbij deel 1 van 7.
Vrijdag 17 mei
Door duinvorming op het strand door langdurige oostenwind is het strandrijden een stuk ingewikkelder geworden. Het is onmogelijk om de ‘normale’ route onderlangs de duinen te volgen: dat is pas echt terreinrijden en dat schiet dus niet op. Vlak langs de laagwaterlijn is nu nog de enige optie, maar dan moet het wel laagwater zijn. Dus zouden we pas omstreeks 18.00 u opgehaald worden in plaats van het begin van de middag. We missen daardoor een hele middag, die we maar gecompenseerd hebben met een lange wandeling door de polder. Grutto’s, tureluurs, kluten, slobeenden, een lucht vol geluiden. Nog zeker 2500 rotganzen aanwezig (alleen al bij gemaal Lies) en eindelijk, voor het eerst van mijn leven een roodhalsgans gespot. Het is bekend dat je tussen groepen rot- en brandganzen wel een kans maakt op zo’n fraaie gans, maar tot nu toe was me dat nooit gelukt!
De rit met Jan Huneman naar de punt was in meerdere opzichten bijzonder. Het strand was bedekt met een dikke laag schuim van een wat schimmige, geelbruine kleur. Met noordenwind komt dat vaker voor, aldus Jan, maar het was nu wel erg veel. Een hoge concentratie eiwitten dus. Afkomstig van dode schuimalgen. De algen vormen kolonies die bij elkaar gehouden worden binnen een gelatineachtige massa. Als de algen afsterven komt de gelatine vrij en het afvalproduct veroorzaakt in de branding een dikke laag schuim.
Ook de draagkracht van het met water doordrenkte zand was een aparte ervaring. Hoewel Jan er de vaart goed inhield voelde je af en toe een wiel wegzakken wat meteen een spontane bocht betekende. Het was slalommen om de drogere plekken aan te houden. Daar moet je wel ervaring mee hebben anders zit je vast in een soort drijfzand. Daar kom je niet zonder hulp uit!
De keet is verplaatst. Hij staat niet meer bij paal 27 op de stuifdijk maar op de ‘Koppen van 28’, twee kilometer verderop. Het voordeel is dat je nu boven de toegang van de Koffiebonenplaat(KBP) staat en dus goed toezicht kunt houden. Een nadeel is dat je vanuit de keet geen zicht meer hebt op de kwelder en op al die vogels die daar rondvliegen. De keet blijkt bij aankomst enige honderden medebewoners te hebben: mieren! Dat kan nog leuk worden vannacht!
De watertank blijkt aan het einde van de stuifdijk te staan. Gelukkig is er wel een karretje om de jerrycans met water te vervoeren. Al met al een heel gesjouw door het droge zand, vooral het laatste stuk tegen het duin op. Het kost je bijna 45 minuten heen en weer! Gelukkig heeft onze voorganger er keurig netjes voor gezorgd dat er drie gevulde jerrycans water in de keet staan.
geef een reactie
Nature reserve Boschplaat on Terschelling island | Dear Kitty. Some blog
[…] the far end of the trip, closest to Ameland: eider ducks and […]