Een weekje vogelwachter, deel 6
Net als vorig jaar wordt de vogelwachterskeet bij het Amelandergat op de Boschplaat bemand door vrijwilligers. van 25 mei tot en met 1 juni heeft, net als vorig jaar, Gert Jan Blankena hier een week doorgebracht en een dagboek bijgehouden. Hierbij deel 6.
Woensdag 30 mei.
Ik word om 6.00 uur wakker door het geluid van de branding. Raar, want er is totaal geen wind. Maar wel extreem hoog water, zoals we later zagen. En dat hoorden we dus: de branding was gewoon dichterbij. Het water heeft tegen het eind van de stuifdijk gestaan en ook tot aan de Koppen van 28.
Het is zwaar bewolkt en er lijkt regen op komst. Dus geen vogels en ook geen toeristen. Net zoals gisteren er nog maar gauw een paar uurtjes bij pakken.
Om 9.30 vaart de Kennemer langs, een meetschip van Rijkswaterstaat, vlak onder het strand. Op het wad is de Krukel bezig, een inspectievaartuig van LNV, pardon, EL & I moeten we nu (nog) zeggen. Onder de koffie krijg ik plots een enorme adrenalinescheut: een velduil! Hij vliegt vlak langs de keet, maakt een rondje en komt weer terug: we kijken hem recht in zijn smoeltje. We volgen hem met de kijker en plotseling zien we er nóg een! Dit betekent dat ze jongen hebben, want het vrouwtje jaagt nu dus ook! Velduilen jagen ook overdag, waardoor de kans dat je er eentje ziet natuurlijk groot is. Maar dan moeten ze er wel zijn. Het gaat namelijk heel slecht met de velduilen in ons land. Er broeden nog maar een paar handen vol van deze prachtige dieren, en dan vooral op de Waddeneilanden. De laatste keer dat ik een velduil zag is minstens 25 jaar geleden…
Op weg naar de KBP loop ik een eindje de overstoven kwelder in naar een halfafgestorven vlierbosje. Ik had daar een paar dagen geleden al een groot nest gezien; van welk beest zou dat kunnen zijn? Een buizerd? Maar ik heb hier nog geen enkele buizerd gezien. In de dode vlier zie ik een vogeltje, zo groot als een spreeuw, maar slanker. Een grauwe klauwier! Hij zit op de uitkijk naar prooien: een kever, een klein vogeltje, een muis. Klauwieren hebben een bijzondere eigenschap: als ze even geen honger hebben spiesen ze hun prooi aan een doorn, liefst levend. Zo blijft dat vers voor straks! Ook klauwieren zijn inmiddels erg zeldzaam geworden. Met de telescoop speur ik die middag alle bosjes af. En met succes: ik vindt er nog een, helemaal aan de andere kant van de 4e duintjes.
In de loop van de middag wordt het druk op de keet: een clubje wandelaars loert nieuwsgierig door de ramen, maar wij zijn er nog niet. Wel vijf minuten later. Ze willen van alles weten, krijgen een gratis cursus ornithologie en koffie. Dat valt onder het zogeheten ‘gastheerschap’ van Staatsbosbeheer. Erg opgetogen gingen ze weg, evenals een tweetal enigszins vermoeide dames die aanvankelijk over het strand terug wilden fietsen maar bij ons uitkwamen. Véél koffie, veel vragen en blijkbaar vonden ze het erg gezellig want ze zijn wel een uur blijven hangen!
Ondertussen worden de wolken steeds donkerder: het gaat nu echt regenen. De dag zit er op. In de verte roept een koekoek. Lampoot vliegt nog even langs om ons dag te zeggen. Onze meeuw krijgt zijn laatste brood voor vandaag. Tenslotte vliegt de velduil nog een paar keer langs. En de Groene Flits? Later op de avond komen Joris en Henrieke (zoon & lief) langs. We kunnen buiten zitten: er is geen wind!
De volgende dag blijkt dat we iets hebben gemist op het Amelandergat: zowel de reddingsboot van Ameland als die van Terschelling waren uitgerukt. Niets van gemerkt; toch nog iets te vroeg gaan slapen terwijl we 1e rang hadden kunnen zitten. Om er vervolgens niets van te begrijpen wat daar aan de hand was!
geef een reactie
Joke
Ik vind deze hele serie geweldig, maar ben elke keer dat ik het lees weer razend jaloers op jullie.