Boswachterscolumn: Bijtende insecten, Durf jij het aan?
Door boswachter Frans Nieuwenhuizen
Frans Nieuwenhuizen was 42 jaar Boswachter bij Staatbosbeheer in de Schoorlse Duinen. Sinds 2000 geniet hij van zijn welverdiende pensioen en is hij columnist voor schakels (blad voor 55+ in gemeente bergen). Regelmatig schrijft hij een boswachterscolumn om zijn kennis, ervaring en verwondering te delen over de Schoorlse duinen.
Wilgenhoutrups
Wanneer je, zoals ongetekende regelmatig over de natuur schrijft, word je nogal eens benaderd met allerlei vragen over deze materie. Zo belde er eens een heer van middelbare leeftijd aan die haast eerbiedig een metalen doosje uit zijn zak haalde. En terwijl hij het doosje opende keek hij me enigszins schalks aan alsof hij een groot mysterie ging onthullen . In de doos lag roerloos de enorme rups van een wilgenhoutvlinder. Ik liet hem even in het onzekere en deed alsof ik het diertje nog nooit had gezien. Op mijn vraag wat hij er zelf van dacht, bestudeerde hij het nog steeds roerloze dier aandachtig met gefronste wenkbrauwen alsof het hier een soort mummie met enige historische waarde betrof. Hij schudde zijn hoofd. Ik liet hem niet langer in het ongewisse en vertelde hem dat het de rups van een wilgenhoutvlinder was. Makkelijk te herkennen aan de grootte, de enigszins rossige kleur en de geur die ietwat aan azijn doet denken. Ik vroeg hem waarom het diertje niet bewoog. Hij grinnikte en vertelde me dat hij hem een flinke tik met een tak had verkocht vanwege het feit dat de rups hem had gebeten. En inderdaad, de wilgenhoutrups heeft een paar flinke kaken waarmee hij het hout als het ware wegvreet. Deze kaken zijn zeker in staat om ons gevoelig te kunnen bijten.
(Zo herinner ik me dat enkele jaren geleden een jongeman een sigarenkistje bij me bracht waar een grote rups in zou zitten. Toen hij het doosje opende bleek de rups verdwenen. Hij had zich gedurende de nacht eenvoudig door het dunne hout gevreten en de ‘kuierlatten’ genomen.)
Bijtende insecten
In de insectenwereld komt dat overigens maar weinig voor. Ik ken slechts een paar insecten die ons kunnen bijten. In het bijzonder de kortschildkever heeft mij op die manier eens flink te pakken gehad. Deze langwerpig gevormde kever komt in tuinen vrij regelmatig voor, maar wordt niettemin maar weinig gezien omdat hij een verborgen leven leidt. Tijdens spitactiviteiten komt hij nogal eens tevoorschijn en verdwijnt dan met zijn achterlichaam omhoog gehouden, gelijk een schorpioen, naar veiliger oorden. Doordat ik altijd nogal geïnteresseerd ben in insecten greep ik het diertje waarna hij mij onmiddellijk tussen wijs- en middelvinger beet. Hij deed dat vrij krachtig zodat ik hem moeilijk tot andere gedachten kon brengen. Dus opgepast met deze kever. Ook de rode bosmier bezit bijtgrage kaken maar dat voel je nauwelijks. De prik die je na de beet voelt is echter afkomstig van het zuur dat hij in het wondje spuit. Enkele grote sabelsprinkhanen, zoals de wrattenbijter, schijnen eveneens gevoelig te kunnen bijten maar daar kan ik niet over oordelen omdat ik met deze kaken nog geen kennis heb gemaakt. Natuurlijk kan een teek ons ook op een nare manier te pakken nemen, maar zo u weet is dat geen insect maar een spinachtige.
Wilgenhoutvlinder
Maar terug naar de rups van de wilgenhoutvlinder. Deze reus, van rond de negen centimeter met de dikte van een pink, wordt vrij vaak gevonden in de buurt van oude wilgenopstanden maar ook wel rond oude vruchtbomen en dito populieren. De grote vlinders die een spanwijdte van een kleine acht centimeter kunnen hebben, vliegen van juni tot augustus uit. De ontwikkeling van de vlinder duurt maar liefst twee en soms zelfs drie jaar. Dit heeft weer te maken met de kwaliteit van het voedsel en de temperatuur. Al die jaren vreet de rups zich dus door het hout. Na deze periode verpopt het dier zich in de grond in een door houtdeeltjes omweven cocon. Deze poppen zijn bruin van kleur en eveneens vrij groot. Het valt gemakkelijk te verklaren dat, wanneer er vele tientallen van deze reuzen aan het vreten slaan, de boom daar behoorlijk last van kan ondervinden en in het ergste geval het loodje kan leggen. Onder boomkwekers en bosbezitters zijn deze vlinders dan ook niet erg geliefd.
Enfin, u weet nu dat mocht u ooit een dergelijke rups vinden, u er beter maar vanaf kunt blijven. Bovendien doet zijn kleur ook ietwat ‘eng’ aan om van de reuk nog maar te zwijgen…
geef een reactie
Ruud (cossus cossus)
Bedankt voor dit informatieve artikel Frans!
Ik ben gisteren spontaan gebeten/geprikt door een rupsje van hooguit een centimer lang daar waar mijn kleine vinger begint. Impulsief piekte ik hem weg. Daar had ik later wel spijt van, want mijn nieuwsgierigheid was gewekt: een rups die je spontaan bijt/prikt daar had ik nog nooit van gehoord. Via google kwam ik o.a. hier terecht en ben ik weer een stuk wijzer ;).
Een dag later heeft de beet/prik zich ontwikkeld als een behoorlijke muggenbult. Ik blijf er maar vanaf want genezing gaat niet zo snel meer bij mij (ben 63). Het verbaasde mij overigens zeer dat de rups dit spontaan deed zonder dat ik daar enige aanleiding toe gaf!
Mijn vraag is nu: Zijn er nog meer rupsen dan de wilgenhoutrups die kunnen bijten?
Ren
Ruud, weet jij inmiddels wat voor rupsje dit is geweest? Mij is het deze week ook overkomen, heel klein, sloeg het weg. Nu is het een hele donkere allergische reactie op de beet en het jeukt als een gek…
Hoor het graag, gr Ren
Rare mushroom discovery in the Netherlands | Dear Kitty. Some blog
[…] Insects around Schoorl: here. […]