www.boswachtersblog.nl/ Schoorlse Duinen

Boswachterscolumn: De lente, een drukke tijd voor de liefhebber

10 april 2016 Boswachter Laurens Bonekamp in Schoorlse Duinen

Door boswachter Frans Nieuwenhuizen

Frans Nieuwenhuizen was 42 jaar Boswachter bij Staatbosbeheer in de Schoorlse Duinen. Sinds 2000 geniet hij van zijn welverdiende pensioen en is hij columnist voor schakels (blad voor 55+ in gemeente bergen). Regelmatig schrijft hij een boswachterscolumn om zijn kennis, ervaring en verwondering te delen over de Schoorlse duinen.

De lente, een drukke tijd voor de liefhebber                    

De lente behoort althans voor mij tot de mooiste tijd van het jaar. Dan namelijk is er overal leven in de brouwerij en gebeurt er ongelooflijk veel tegelijk. Er gebeurt zóveel dat ik slechts gewapend met een fikse kaasstolp plus een vacuümpomp de natuur in zou willen trekken. Waarom deze attributen? Dat zal u verderop wel duidelijk worden.

Neem nou dat speenkruid, een bijzonder fraai plantje waar ik niet genoeg van kan krijgen. Maar helaas…het is zó snel uitgebloeid dat je er als de bliksem bij moet zijn om er bijvoorbeeld een knappe foto van te kunnen maken. Vandaar dat ik enkele van deze goudgele blomkes onder die kaasstolp zou willen plaatsen om ze vervolgens vacuüm te zuigen, zodat je er tot in lengte van dagen van zou kunnen genieten. Lieve mensen, als dat zou kunnen. Of die bosanemoon, ook al een vroege bloeier die zo’n kort leven beschoren is. Dit zelfde geldt voor de bosgeelster, longkruid en leverbloem. Toegegeven, deze laatst genoemde plantjes komen hier weliswaar weinig in het wild voor, maar dat dondert niet! Alleen al het feit dat ze zo echt bij het voorjaar horen maakt deze fenomenen zo interessant. Ik wil eigenlijk maar zeggen dat je gedurende deze tijd van het jaar ogen en oren te kort komt om alles in je op te nemen. Alles gaat zo bliksemsnel. Zo staan ook de paardenbloemen plotseling weer in bloei. En tot hen zou ik willen zeggen: “wacht nou even, ik ben pas gearriveerd bij het speenkruid en de bosanemoon!” Ik bedoel maar, je kunt toch niet overal tegelijk zijn?

Merel bij vijver (26 juli 2011).jpg
Merel (foto: Frans Nieuwenhuizen)

 

Hommelkoningin

Zo rende ik vorig jaar naar binnen met het doel mijn camera te pakken om een foto te maken van een grote hommelkoningin. Het diertje was druk doende wat nectar te peuren uit een dovenetel. Net toen ik scherp had gesteld begon er een merel in een bloeiende krentenboom te zingen. Dat moet u eens goed tot u door laten dringen. Die schitterende bloesempracht waartussen dat zwarte juweel zit te zingen… Onnodig te zeggen dat er van die foto niets is terechtgekomen. Ik werd gewoon teveel in beslag genomen door genoemde combinatie, zo simpel is dat. Kortom, je bent erg snel van je à propos gebracht door al die lenteperikelen.

Zo wilde ik de parelende zang van een roodborst via de paraboolmicrofoon op de band vastleggen (voor later, zal ik maar zeggen) toen er achter mij het harde geschetter van een winterkoning was te horen. Dan toch maar eerst de winterkoning opnemen en zodoende werd de paraboolmicrofoon gedraaid in de richting van ‘klein Jantje’. Deze echter zweeg op dat moment in alle talen. Dit laatste heb ik al vaker met dit vogeltje meegemaakt, ik was dus gewaarschuwd. Terwijl ik de paraboolmicrofoon weer in de richting van de roodborst draaide werd mijn oog aangenaam getroffen door een fraaie pendelzweefvlieg die als landingsplaats het fluitenkruid had uitgekozen. Weer zo’n grandioze combinatie waar je als liefhebber niet goed van wordt. Neemt u gerust van mij aan dat er geen mooier plaatje denkbaar is dan deze pendelzweefvlieg op het bloeiende, hagelwitte fluitekruid. Dus wat doe je, je laat de roodborst voor wat hij is en probeert héél voorzichtig de camera te bemachtigen. Op de plaats zak je ‘door de knieën’ aangezien de zweefvlieg er nog zit. Boven in een knoestige eik echter ‘lacht’ een groene specht. Grote genade, ook weer zo’n prachtig lentegeluid waar ik zo intens van kan genieten.

Bosannemoon (maart 2011)
Bosanamooon (foto: Frans Nieuwenhuizen)

Kommer en kwel

Ik laat de camera weer in de steek en draai de paraboolmicrofoon in de richting van die ‘groene seigneur’. Door dit drukke gedoe kiest uiteraard de zweefvlieg weer het luchtruim, zodat ik naar de foto kan fluiten.

Ook van de geluidsopname komt niets terecht aangezien er met een afschuwelijk lawaai een enorme trekker langs raast. Kommer en kwel derhalve, vandaar die al eerder genoemde kaasstolp en vacuümpomp.

Het zou namelijk mogelijk moeten zijn om die combinatie van zweefvlieg en fluitenkruid eenvoudig te ‘bevriezen’ of iets dergelijks, zodat je er later in alle rust extra lang van zou kunnen genieten. Waanzin natuurlijk, de natuur laat zich niet manipuleren en je zult moeten roeien met de riemen die je hebt. Dat neemt echter niet weg dat er in die heerlijke lentetijd zoveel gebeurt, dat je eenvoudig gezegd tijd te weinig hebt om alles goed in je op te nemen. Zo komen ook de berken weer in het blad. Hebt u dat tere groen wel eens goed tegen de blauwe lucht bekeken? Dat blijf je toch fotograferen? En wat te denken van de beuk?

Deze boom krijgt het blad weer zo op de grens van april en mei. Hij doet dat echter kalmpjes aan, stap voor stap zo gezegd. Wanneer het zonlicht dan in tegenlicht zachtjes leunt tegen dat tere groen dan jubelt het bij mij van binnen. Fantastisch is dat! En als er dan ook nog bloeiend fluitekruid onder staat… Maar daar hebben wij het al over gehad.

Tinten groen

En wat te denken (want ik ben nu niet meer te stuiten) van dat bronsgroene lover van de ontluikende eiken in combinatie met al die andere tinten groen? En dan hebben we het nog niet eens uitvoerig gehad over de zang van al die andere vogels. Ik zei het al, je komt in deze tijd toch eenvoudig ogen en oren te kort? En weet u, de lente is zo weer om. Echt waar! Voor je het weet zit je weer aan zo’n brok speculaas en kleffe appelflappen. Ik wil maar zeggen: de tijd vliegt eenvoudig.

Ik kijk naar buiten aangezien mijn aandacht wordt getrokken door een pimpelmees die in de brievenbus zijn nest heeft gebouwd. Hij vliegt aan en af om de laatste ‘hand’ te leggen aan dit geweldige bouwsel. Door het geopende raam klink de prachtige merelzang, even later gevolgd door de wonderschone prelude van de zwartkop. Een paartje heggenmussen scharrelt tussen de maagdenpalm. En ineens weet ik het weer: wat doe ik hier toch? Ik heb absoluut geen tijd om te schrijven. Ik moet naar buiten anders mis ik te veel!!

 

 

 

 

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog