Zeehonden rusten aan de overzijde van Westgeul op hun favoriete stek.

Vanwege de kou gaan we best snel door ons voorraad juthout heen dus op maandag krijgen we van de Harder nog twee nieuwe gasflessen aangeleverd. Als de nood aan de man is, kunnen we een beetje bijstoken. We lopen met de wadkar helemaal naar de oostpunt van het eiland. Naar ‘t Schild: een plek vlakbij de vaargeul waar de Harder ook met laag water kan komen. We voelen op de terugweg naar het eiland hoe de zon aan kracht wint, nemen nog wat zwerfvuil mee en kijken uit naar de komende week met heel veel velduren.

Met hoger water ligt op de plek waar wij de wadkar voorttrekken altijd een grote groep zeehonden te rusten. Nu liggen ze lekker aan de overkant van de Westgeul, op hun favorieten stek. Wij vinden in het zand alleen hun sporen, je kunt daaraan echt zien hoe deze zeezoogdieren zich moeten inspannen om zich op land voort te bewegen.
In de middag kloven we een nieuw voorraadje hout en lopen we de Stuifdijk op om te observeren of de bruine kiekendieven van het eiland al een nestplaats willen prijsgeven: helaas zonder resultaat. Ook zoeken we naar nieuwe vroeg bloeiende planten en vinden onder meer de zachte ooievaarsbek op de Stuifdijk. Een heel algemene soort, maar het geeft wel wat kleur in de nog wat dorre vegetatie.

Lijstertijd

De dinsdag dag start met het verwerken van onze gegevens. We houden van iedere vogelsoort bij wanneer en waar we hem of haar (voor het eerst) zien, we noteren opmerkelijke aantallen en dat gaat vervolgens in verschillende documenten. Soms doen we dat al in het veld, direct met een app van Sovon: AviMap, maar meestal voeren we de gegevens achteraf in vanuit onze veldboekjes, gps of telefoon.
De iets stijgende temperatuur brengt duidelijk meer zangvogels naar het eiland: overal zien we koperwieken, zanglijsters en kramsvogels. De nog steeds krachtige wind uit oostelijke richting houdt ze, hoe klein sommige ook zijn, dus niet tegen.
In de middag weer een observatiemoment voor de bruine kiekendieven maar we krijgen er nog geen grip op. Er zijn nog teveel doortrekkers. Wel zien we de eerste twee torenvalken die de thermiek boven de Stuifdijk lijken te benutten om lekker tegen de wind in te hangen. Een heel vroege boomvalk, een smelleken en een jagende slechtvalk maken het valkenkwartet compleet.

Stilte

Het is heel stil als we woensdagochtend wakker worden. Blijkbaar zijn we al zo gewend aan de steeds stevige oostenwind, dat dit ineens opvalt. De kleinere zangvogels hebben duidelijk gebruik gemaakt van de mildere omstandigheden. Op weg naar de woonkamer zien we vanuit ieder raam in huis (alles is hier gelijkvloers) wel een aantal roodborsten: ze zijn echt met tientallen vannacht op het eiland aangekomen. Meteen naar buiten dus! Overal rondom het huis scharrelen roodborsten, tjiftjaffen, fitissen, zwartkoppen en ook de eerste twee boerenzwaluwen zijn gearriveerd!
Als we in de avond na de konijnentelling terug naar huis lopen worden we letterlijk en figuurlijk getrakteerd op een avond met een gouden rand: een roodgloeiende lucht en velduil boven de kwelder.

Vogeltrek

Op donderdag blijkt de vogeltrek echt in volle gang. De meeste vogels komen vanaf westelijke richting op het eiland aangevlogen en gebruiken de bijna drie kilometer lange Stuifdijk als geleiding om vervolgens bij de duinen ten noordoosten van de Behuizing weer vol in de wind door te vliegen naar hun volgende bestemming. Deze week hebben we nog niet echt de aantallen bijgehouden van de trekvogels maar dat gaan we morgenochtend eens proberen voor we de lepelaarkolonie een bezoek brengen om te inventariseren hoeveel nesten daar op dit moment in aanbouw zijn.
Aaldrik kon vandaag nog weer twee geringde scholeksters aan de lijst toevoegen. Inmiddels hebben we twaalf paren in beeld waarvan in ieder geval altijd één en soms beide vogels geringd zijn. Nicolette heeft de nestnummerbordjes gerestaureerd, die bij de nesten worden gezet om ze op afstand te kunnen observeren zodat de verstoring tot een minimum beperkt blijft. Wij zijn dus klaar voor de ‘scholeksterleg’.

Jonge meeuwen

Goede vrijdag: we worden wakker op alweer een zonnige dag! De temperatuur in huis begint eindelijk wat aangenamer te worden. Maar toch gaan we snel naar buiten,  de Uitkijktoren op om de langstrekkende vogels te tellen. Eerder waren het veel zang- en roofvogels, nu trekken vooral zangvogels en meeuwen door. Het bijzondere is dat we tot nu toe tijdens de hoogwatertellingen en alle rondes op het eiland eigenlijk alleen maar volwassen meeuwen zijn tegengekomen. Maar nu komen ineens ook veel jonge meeuwen voorbij.
Nicolette bakt voor de gelegenheid een paasbrood en in de middag met laag water, dat deze week behoorlijk laag is (vandaag -1.42), brengen we een succesvol bezoek aan de lepelaarkolonie en tellen circa 75 vogels en 31 nesten. Voor de bruine kiekendieven doen we nog een derde observatiepoging van deze week en worden beloond. We hebben het eerste nest gelokaliseerd.

27.000 Bontjes

Zaterdag staat de integrale Wadden watervogeltelling op het programma. Dit betekent voor ons dat we ieder aan één kant van het eiland de vogels tellen rondom de periode van hoogwater (circa twee uur voor en twee uur na het hoogste tij). Op deze momenten bevinden de meeste vogels zich op zichtafstand van het eiland en zijn ze dus (relatief) makkelijk te tellen. Vandaag stond de totaalteller op bijna 38.000 vogels. Het hoge aantal komt vooral door de 27.000 ‘bontjes’ (bonte strandlopers) die Aaldrik telde. We zien een duidelijke terugloop in het percentage vrouwtjes eidereenden, iets wat strookt met het groeiende aantal nesten dat we vinden tijdens onze rondes op het eiland. Steeds meer eidervrouwtjes zitten dus op de eieren.

Meeuwen tellen

Eerste Paasdag begint bij ons voor zonsopkomst. Wauw! Wat is het een mooie ochtend. We inventariseren vandaag systematisch een deelgebied van het eiland op mogelijke broedvogels. Het is opvallend stil als we van huis gaan, terwijl we daar juist veel zingende broedvogels hadden verwacht: roodborst, merel, heggenmus… Maar blijkbaar is het hier op het eiland toch net even anders dan bij ‘ons’ het bos. Maar we worden getrakteerd op een mooie zonsopkomst en al even mooie maan aan de andere kant.
Voor het inventariseren van de meeuwenkolonies ‘bedenken’ we een methode met een extra controle vanaf een foto. In het veld is het namelijk nogal lastig. We observeren eerst welke soorten er in de kolonie zitten en in welke verhouding. Daarna maken we een foto van de vogels die alarmerend boven ons hangen en stippen ze naderhand weg. Onze schatting in het veld was 120, op de foto stipten we er 115. Met dit verheugende resultaat kunnen we de komende weken verder, want er broeden nogal wat grote meeuwen op het eiland…

Aaldrik Pot & Nicolette Branderhorst
Vogelwachters Rottumerplaat 2019