Doen wat moet, én wat kan
Sjoerd en Hella bloggen in de zesde vogelwachtersupdate vanaf Rottumerplaat:
“Alweer zo’n anderhalve week zijn wij de vogelwachters van Rottumerplaat, dus tijd voor een blog. Eén van ons is bioloog met vogelwachters-ervaring op de wadplaat Griend en op de Kreupel in het IJsselmeer, de ander bivakkeert voor het eerst op een onbewoond eiland. Samen doen we alles wat ‘moet’ (uitkijken of het eiland rustig blijft, vogels inventariseren voor de jaarlijkse monitoring) en wat ‘kan’ (genieten van rust en vogels). In de praktijk is er geen verschil tussen wat moet en wat kan, al na een dag leef je hier als vanzelf en in een eiland-tempo, met de dag en met het tij van de Waddenzee.
‘Middenin’ het broedseizoen
Je zou denken dat deze twee weken in mei ‘middenin’ het broedseizoen van alle vogels liggen. Als je het ruim ziet is dat zo – maar er is veel verschil tussen soorten. Zo waren er in de eerste helft van april al jonge grauwe gansjes: die eieren zijn vanaf begin maart gelegd! Daarna komen de lepelaars waarover in het vorige blog bericht is, en de eidereenden. Die zijn zelf ook weer variabel: vanaf de eerste dag dat wij hier waren zijn er jongen gezien, maar er zitten ook nog steeds veel eiders op het nest. Inclusief onze ‘huis-eidereend’: een vrouwtje heeft haar nest pal tegen de achterkant van het huis gelegd, ongetwijfeld de meest rustige en veilige plek van het eiland.
Vanaf begin mei leggen de zilvermeeuwen en kleine mantelmeeuwen hun eieren, vanaf half mei gevolgd door de scholeksters. En pas de afgelopen dagen waren er de eerste nestjes van dwergsterns en noordse sterns. Jonge scholeksters en sterns zullen er dus pas in juni zijn, en voordat hun later uitgekomen soortgenoten kunnen vliegen, is het ver in juli. We zitten dus ‘middenin’ het broedseizoen, maar zo terug en vooruit kijken maakt duidelijk waarom Staatsbosbeheer hier van eind maart tot begin augustus vogelwachters wil hebben.
Nestcontrole in bomen
Natuurlijk dragen we ons steentje bij aan de jaarlijks monitoring van broedvogels, de hoogwatertellingen van vooral steltlopers en enkele onderzoeksprojecten die hier lopen. Onder andere de controle van alle nesten in bomen en struiken stond voor ons op het programma. Vroeg in het seizoen worden die, als ze nog geen blad hebben, nesten vastgelegd en gecontroleerd. We vonden een nieuw nest van een zwarte kraai, en een van de buizerd-nesten had kleine jongen. Een spiegel op een uitschuif-stok is daarbij een onmisbaar hulpmiddel, ook al zijn de bomen op Rottumerplaat niet hoger dan een meter of drie-vier.
Kanoeten en klimaatverandering
Juist tijdens onze ‘wacht’ kwam hét onderzoek van Jan van Gils en anderen van het NIOZ naar buiten. Kanoetstrandlopers lijken kleiner te worden doordat opgroeiende kuikens als gevolg van klimaatverandering de insectenpiek ‘mislopen’ op de toendra. Daarvan ondervinden ze de gevolgen pas echt in hun wintergebieden in Afrika, waar ze noodgedwongen hun dieet moeten aanpassen omdat hun voorkeursschelpjes dan net te diep zitten. Dit leidt tot een lagere overleving. Het genieten van de grote groepen steltlopers tijdens hoogwater, met ook veel kanoeten, krijgt dan toch een raar randje.
Stuivend zand
De pittige wind in de afgelopen week, ook toen het qua temperatuur aangenaam was, maakte dat we heel mooi konden zien hoe het verplaatsen van zand in het zomerhalfjaar doorgaat: vanaf de noord- en noordoostkant blies de wind het zand over het eiland. De foto laat het zand op en tussen de bladeren van struiken aan de luwe kant van de stuifdijk zien: geheel ‘ondergesneeuwd’ met fijn zand. Zo ‘verplaatsen’ eilanden zich heel geleidelijk in de Waddenzee.
Vogelwachters Sjoerd Dirksen en Hella Smit, 17 mei 2016
geef een reactie
Sea eagle on Dutch Rottumerplaat island | Dear Kitty. Some blog
[…] Rottumerplaat wildlife, May 2016: here. And here. […]