2e blog van de vogelwachters Rottumerplaat: bevrijdingsdag
Op Bevrijdingsdag staat er een straffe wind uit zuid tot zuidwest. Windkracht 5 tot 6. Enkele garnalenkotters vissen ten noorden van Rottumerplaat in de luwte van het eiland. De zuidelijke wind brengt ons nieuwe bezoekers; vogels die we dit voorjaar nog niet eerder zagen zoals een vrouwtje rietgors, een koekoek en een grauwe vliegenvanger, die parmantig op de waslijn aan de noordzijde van het huis zit, en snel zijn rondjes vliegt om insecten te vangen.
De boerenzwaluwen stuiven ook rondom de bebouwing en kijken in een flits met hun scherpe kraaloogjes onder de dakgoten. Daar hebben we enkele kunstnesten voor hen opgehangen. Gaan ze die gebruiken? Of proberen ze liever zelf weer iets in elkaar te metselen? Dat valt hier met zoveel zand in de klei niet mee. Afwachten maar.
Er is de afgelopen 19 dagen veel gebeurd. Veel wulpen en de meeste steenlopers zijn vertrokken, en op 30 april zagen we de eerste visdief verschijnen. Prachtige zonnige dagen, vrijwel zonder wind wisselden af met dagen waarop het ronduit guur was. Dan lieten de zwaluwen het ook afweten. Waarschijnlijk gingen ze op jacht op de vaste wal. Maar zodra het weer weer goed was, waren ze terug.
Lepelaars aan het broeden
Eén van de mooie windstille dagen (23 april) hebben we benut om de lepelaarkolonie te controleren. Vanaf de zuidzijde naderden we voorzichtig de lepelaars. Eerst zaten de meesten nog te broeden, maar toen we wat dichterbij kwamen, gingen er al een aantal staan. Rondom deze kolonie zit het ook vol met kleine mantelmeeuwen, die zelf broedplannen hebben, maar nog niet aan het leggen van eieren toe zijn. We liepen rustig door met het notitieboekje en de GPS klaar. De lepelaars vlogen op en cirkelden boven ons rond samen met de meeuwen. Van oost naar west liepen we de kolonie door, karteerden de nesten en noteerden hoeveel eieren er in lagen. Direct achter ons streken de lepelaars weer neer op hun nesten. Op het meest westelijke deel hadden we ook lepelaars gezien, maar daar lagen geen nesten. Nog niet althans. Op 100 meter afstand keken we door de telescoop en zagen hoe ze al weer zaten te broeden. In mijn zakboekje stond dat we drieëndertig nesten hadden geteld, waarvan twee met nog maar 1 ei, 6 met 2 eieren, 13 met drie eieren en 12 met vier eieren. Waarschijnlijk zullen er in de loop van dit voorjaar nog wel de nodige lepelaarnesten bijkomen.
Toen we doorliepen naar de kwelderrand vloog vlak voor onze voeten een vrouwtje slobeend op. Elf eieren. Al enkele jaren wordt vermoed dat ook de slobeend op Rottumerplaat broedt, maar dit is het eerste concrete bewijs. De eieren snel toegedekt en weer verder en met een boog over het wad weer terug naar huis.
Vanuit huis en toren
Vanuit huis is ook van alles te zien. De bosjes er om heen vormen een toevluchtsoord voor vele passerende zangvogels: zwartkoppen,
roodborstjes, een braamsluiper en winterkoninkjes. Op Koningsdag zong er zelfs een winterkoning uit volle borst. Steeds weer indrukwekkend hoeveel geluid er uit zo’n klein vogeltje komt. Aan de zuidkant van het huis hebben we het vijvertje met zoetwater iets vergroot, en daar komen nu merels en witte kwikstaarten regelmatig een bad nemen. Ook zien we hier dagelijks één van de twee waterrallen die rondom het huis sluipen, en vanuit de bosjes regelmatig hun karakteristieke gegil laten horen. Net speenvarkens.
De vogelwachters van vorig jaar hebben zelfs kuikens van de waterral gezien. Dat hopen wij ook mee te maken. Vanuit de toren naast het huis heb je een prachtig overzicht over het eiland. Daarvandaan kunnen we prachtig observeren hoe de eidereenden langzaam maar zeker het eiland in bezit gaan nemen, maar ook heb ik daarvandaan gezien hoe een onvolwassen zeearend over de kwelder vloog. Indrukwekkend hoe groot zo’n vogel is. Tot twee keer toe maakte hij een kantelende beweging en leek iets te grijpen. De tweede keer bleef hij lang zitten en zag ik alleen hoe een achttal zwarte kraaien rondom hem heen zaten, en hoe ook een grote groep grauwe ganzen opgewonden rondom de arend rondstapten. Ik vermoedde dat hij een grauwe gans op het nest had geslagen, en dat de kraaien om hem heen afwachten of er iets voor hen overbleef. Of zou hij een van de kuikens van de grauwe ganzen te pakken hebben gekregen? Opvallend was dat alle zilvermeeuwen en kleine mantelmeeuwen nauwelijks reageerden op de arend, terwijl de grauwe ganzen, rotganzen, brandganzen en bergeenden allemaal in paniek opvlogen.
Een half uur later ontdekte Doortje de zeearend weer. Eenzaam zat hij op de zandvlakte langs de Lauwers ten zuidwesten van de kwelder. Daar werd hij niet meer lastig gevallen door de kraaien.
Ingesloten door broedende eidereenden
Steeds meer vrouwtjes eidereenden hebben een plekje gevonden om te nestelen. Vanuit de toren is prachtig te zien hoe de mannetjes vaak hun vrouwtjes begeleiden bij het zoeken van een geschikt plekje in het duin. Een juiste keuze is erg belangrijk omdat er kapers op de kust zijn. We hebben al diverse eidereendeneieren gevonden die door zwarte kraaien zijn opgegeten. Zolang het vrouwtje nog geen volledig legsel heeft, dekt ze haar eerste eieren met wat plantenmateriaal toe, en gaat dan met haar mannetje weer naar het wad. Zij moet daar nog heel wat schelpen eten. Zij kan nog wel wat extra’s gebruiken voor het uitbroeden van haar eieren. Als het legsel compleet is, bekleedt ze het nest met eiderdons, en komt ze niet meer van haar eieren af. Vierentwintig tot zevenentwintig dagen lang.
Bij de eidereenden op de oostpunt zitten met de dag minder vrouwtjes. Het percentage vrouwtjes bedroeg op 21 maart nog 49%, op 13 april 40%, op 19 april 38%, op 27 april 24% en vandaag, op 5 mei, nog maar 19%.
De mannen blijven achter terwijl de dames gaan broeden. Het steeds kleinere aantal dames dat overblijft, krijgt af en toe veel aandacht van de mannen. Met opkomend water zien we regelmatig meerdere groepjes van een tiental opgewonden mannetjes die zich rondom één vrouwtje verdringen. “Woehoe”, klinkt het dan, terwijl de mannetjes hun kop achterover werpen. Naast deze drukte zie je echter ook nog paartjes apart liggen te slapen op de oever. Dat zijn de stabiele paartjes waarvan de vrouwen met rust worden gelaten. Ik vermoed dat dat vooral vrouwtjes zijn die nog aan de leg zijn, maar het kunnen natuurlijk ook vrouwtjes zijn, die hun eieren al weer kwijt zijn geraakt aan kraaien of meeuwen.
De afname van het aantal vrouwtjes is te gebruiken om een schatting te maken hoeveel eiders er aan het broeden zijn. Op 5 april telden we ruim 3000 eidereenden op het eiland. Op 18 april telden we er 2500, en op 2 mei nog 2000. Zijn die 1000 “verdwenen” eidereenden nu allemaal vrouwtjes die op hun eieren zitten? Een grove voorlopige schatting laat zien dat er eind maart ruim 1300 volwassen vrouwtjes waren en iets meer mannetjes. Op 2 mei waren er nog ruim 350 vrouwtjes niet aan het broeden, en zouden er dus ca. 950 op eieren moeten zitten.
Het totaal aantal eidereenden is dit jaar groter dan twee jaar geleden. Rondom de behuizing zien we vanuit de toren regelmatig eidereenden op zoek naar nestplaatsen, en hebben we zonder systematisch te zoeken al drie nesten gevonden.
Op vrijdagochtend 1 mei ontdekte Doortje zelfs een broedend vrouwtje pal naast het huis. Door het raam aan het einde van de gang van het slaapgedeelte kan je haar zien zitten.We hebben het gordijn dichtgeschoven, zodat we haar nu van achter dat gordijn kunnen begluren, zonder haar te storen. Hoeveel eieren ze heeft weten we niet, maar dinsdag 28 april zijn we daar nog langs gelopen zonder iets te zien. Toen moeten daar al enkele goed toegedekte eieren gelegen hebben.
Slechtvalk
Bij de hoogwatertelling van 2 mei vloog er ineens een slechtvalk op uit het duin. Een vrouwtje. Ze vloog met een halve cirkel om ons heen en verdween. Waar ze opvloog vond Doortje onder de helm een nest met 4 prachtige bruine eieren.
Bijzonder om zo oog in oog te staan met het nest van een valk die bijna uitgestorven was, en nu weer op zoveel plaatsen tot broeden komt. En wat voor valk is het. Met enkele krachtige vleugelslagen vliegt ze van de ene hoek van het eiland naar de andere. In het boek “De slechtvalk” van J.A. Baker is prachtig beschreven hoe spectaculair deze valk kan jagen. Dat boek is onlangs opnieuw uitgegeven in de serie vogelboeken van Atlas Contact die ik vorig jaar met mijn boek “De rotgans” mocht openen.
Waarom wordt deze prachtige valk door ons slechtvalk genoemd. In het Duits spreekt men van Wanderfalke, in Frankrijk Pèlerin (pelgrim, bedevaartsganger), in Engeland Peregrine naar de Latijnse naam Falco peregrinus. Peregrinus was in de Romeinse tijd een aanduiding voor vreemdeling, voor iemand uit het buitenland, of een inwoner van het Romeinse rijk zonder burgerrechten. Zwerfvalk zou eigenlijk een veel toepasselijker naam in het Nederlands zijn, maar wellicht dacht men vroeger in Nederland slecht over dergelijke zwervers. De vele steltlopers en andere vogels die door deze valken buitgemaakt worden, zullen hem echter ook wel slecht vinden.
Terwijl ik dit zit te schrijven, wakkert de wind aan. Windkracht zeven tot acht. Op marifoonkanaal 5 waarschuwt verkeerspost Schiermonnikoog zelfs voor uitschieters van 75 knopen, windkracht 9. Achter het raam zien we onze eidereend onverstoorbaar door broeden.
Vogelwachters Bart en Doortje
geef een reactie
Anja Dijkstra
Prachtig verhaal. Fijn om te lezen, zo kan ik meegenieten van al dat moois!!
Anja Dijkstra
Prachtig verhaal. Fijn om te lezen, zo kan ik meegenieten van al dat moois!!
Marja Goossens
Dank weer voor dit prachtige verslag! Wat de slechtvalk betreft: is ‘slecht’ ook niet een oud-Nederlands woord voor ‘gewoon’? Een minder ‘slecht’ beestje dus dan de naam ons nu doet vermoeden.
Marja Goossens
Dank weer voor dit prachtige verslag! Wat de slechtvalk betreft: is ‘slecht’ ook niet een oud-Nederlands woord voor ‘gewoon’? Een minder ‘slecht’ beestje dus dan de naam ons nu doet vermoeden.
Bird news from Rottumerplaat desert island | Dear Kitty. Some blog
[…] Bart and Doortje report today from Rottumerplaat desert island in the […]
Bird news from Rottumerplaat desert island | Dear Kitty. Some blog
[…] Bart and Doortje report today from Rottumerplaat desert island in the […]
Oebele Dijk
Weer bedankt voor jullie prachtig verslag. Genieten.
billwyman2013
Bedankt voor dit verslagje, altijd bijzonder. Groet Wim Weijman
billwyman2013
Bedankt voor dit verslagje, altijd bijzonder. Groet Wim Weijman
petrel41
‘Slechtvalk’ wijst niet op slechtheid, maar op algemeen voorkomende valk, niet zeldzaam zoals de giervalk.
Zie
http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/slechtvalk
petrel41
‘Slechtvalk’ wijst niet op slechtheid, maar op algemeen voorkomende valk, niet zeldzaam zoals de giervalk.
Zie
http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/slechtvalk
wilsnel
Het is weer genieten in het paradijs als ik het zo lees!