1e blog van de vogelwachters van Rottumerplaat
Woensdag 15 april scheerden de eerste twee boerenzwaluwen rond het huis op Rottumerplaat. Een paartje. Ze zochten langs de plekken onder de dakgoot waar vorig jaar ook boerenzwaluwen gebroed hebben. Wij, Bart en Doortje, zijn hier ook weer terug als bewakers en gastheren en vanaf Goede Vrijdag begonnen met het volgen van de vogels.
Twee weken eerder hebben de schippers van de MS Harder, Klaas Kreuijer en Freek Jan de Wal, ons al samen met Staatsbosbeheerders Bert Corté, Henk Mulder en Dennis Moerkerke naar het eiland gevaren om alles weer klaar te maken voor een nieuw bewakingsseizoen. Egbert Bakker voer ook mee om alle technische zaken op het eiland (tractor, generator, accu’s, hydrofoor) na te lopen en ook een gereviseerde hydrofoorpomp te installeren. Hij kent alle technische aansluitingen hier als geen ander. Alles draait nu weer. Rondom het eiland hebben Bert, Henk en Dennis waarschuwingsborden geplaatst om aan te geven dat dit een kwetsbaar gebied is.
Aan de slag en afslag
Doortje en ik hebben bij hoogwater alle overtijende vogels geteld, de eerste hoogwatertelling van ons seizoen. Bij de westpunt was goed te zien hoe de zee dit eiland aanpakt. Van de oude stuifdijk is de afgelopen twee jaar bijna 60 meter verdwenen. Op de foto is dat goed te zien: waar ik sta was volgens onze GPS-coördinaten het einde van de stuifdijk in 2013. Vooral de Sinterklaasstorm van december 2013 met een extreem hoge waterstand heeft toegeslagen. Dat zand verdwijnt natuurlijk niet en wordt verder oostwaarts door de zee aan het eiland teruggegeven. De noordpunt van Rottumerplaat, tegenwoordig het meest noordelijke puntje van Nederland, is volgens onze GPS-metingen ook oostwaarts verschoven. Doordat Schiermonnikoog aan de oostkant groeit, wordt de geul tussen dat eiland, Simonszand en Rottumerplaat, de Lauwers, steeds verder naar het oosten gedwongen, en die geul knaagt dan weer aan de westpunt van Rottumerplaat. Een mooi dynamisch proces.
Het huis is dankzij de voortreffelijke houtkachel nu weer goed drooggestookt, zodat het binnen aangenaam toeven is. Buiten is het nog regelmatig fris bij krachtige wind, maar zo langzamerhand komen er steeds weer nieuwe gasten zich melden op het eiland. Zo zagen we op 5 april jl. voor het eerst bruine kiekendieven boven de stuifdijk jagen. Ze zijn in aantal de belangrijkste roofvogels die hier broeden. Verder zijn er wat potentieel broedende roofvogels betreft 4 buizerds en 2 slechtvalken regelmatig op het eiland te zien. Ook flitste er een sperwer langs het huis, en zelfs een havik vloog langs de stuifdijk.
Van de steltlopers zijn bonte strandlopers met vele duizenden het talrijkst, maar zien we ook veel zilverplevieren, scholeksters en wulpen. De andere steltlopersoorten zijn nog niet in groten getale aanwezig. Op de stenen puindammen, destijds ter verdediging van de oostpunt van het eiland aangelegd, doen enkele honderden steenlopers hun naam eer aan. Als ze opvliegen zijn het net kleine scholeksters.
Begin april was er nog behoorlijk doortrek van lijsters, met naast koperwiek en kramsvogel, de merel als talrijkste. Eerst voornamelijk mannetjes merels die recht in zee verdwenen richting Scandinavië, de Baltische staten en Rusland, maar geleidelijk aan steeds meer vrouwtjes. Bijzonder dat aan de vaste wal merels al volop zongen en nesten bouwden, terwijl deze noordelijke merels hier nog op reis moesten gaan. We hoorden dat het nu aan de wal al behoorlijk groen is, terwijl hier de natuur er nog bruin bij ligt. Pas op Tweede Paasdag (6 april) zagen we onze eerste bloeiende narcis.
Ganzen
Mijn geliefde rotganzen zijn volop aanwezig, en zullen pas eind mei naar Siberië gaan samen met de zilverplevieren, rosse grutto’s en kanoetstrandlopers.
De eerste grauwe ganzen zaten al tijdens ons inwerkweekend op 21 maart op eieren, en hebben het nog even moeilijk gehad toen op 31 maart een vliegende storm voor ruim een meter verhoging zorgde. Op 13 april vonden we twee nesten waarvan een deel van de eieren uit het nest was gespoeld, en ook een nest dat extra hoog was opgebouwd om die hoge waterstand te kunnen weerstaan.
Op 16 april was de wind weer gaan liggen, en hoorden we het gekwetter van de eerste boerenzwaluwen met op de achtergrond het knorrende rot-rot-rot van de rotganzen, en het opgewonden “woehoe” van de mannetjes eidereend die samen met hun vrouwtjes bij opkomend water de slenk in komen zwemmen, om in de kwelder of het duin een geschikt plekje te vinden om te nestelen.
Niet verstoren
Het eerste nest van een eidereend vonden we al op 13 april met 4 eieren erin. Het eerste ei moet dus al op 9 april zijn gelegd. Maar de meeste eidereend-vrouwtjes zijn nog niet zo ver. Dat betekent voor ons nu extra voorzichtigheid, zodat we ze niet verstoren bij het zoeken van veilige plekjes om een nest te maken. Dat is steeds een dilemma voor vogelwachters: aan de ene kant moet je zo min mogelijk verstoren, maar aan de andere kant wil je ook weten hoeveel vogels hier broeden, zodat Staatsbosbeheer op de hoogten is van de vogelstand in hun reservaten. Aan ons de taak om een goede balans te vinden tussen monitoren en beschermen.
Vogelwachters Bart Ebbinge (tekst) en Doortje Dallmeijer (foto’s)
geef een reactie
Marja Goossens
Mooi! Prachtige plek, prachtig verslag!
Pauline Roozen-Everts
Dag Bart en Doortje, wat een belevenis om daar weer te zijn. Leuk om jullie blog te lezen en de prachtige foto’s te zien. Een goede tijd gewenst. Hartelijke groet, Pauline (Leeuwarden)
Birds of Rottumerplaat desert island | Dear Kitty. Some blog
[…] Bart Ebbinge reports today on the birdlife of Rottumerplaat desert island in the Dutch Wadden Sea this […]